10 Zorg dat er geen netwerk- of USB-kabels, met uitzondering van de netwerkkabel
die verbinding heeft met de modem en de draadloze router, zijn aangesloten
op de breedbandmodem.
OPMERKING:
is beschreven om te voorkomen dat de verbinding mislukt.
11 Schakel alleen de breedbandmodem in en wacht minstens 2 minuten totdat
de breedbandmodem is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder naar stap 12.
12 Schakel de draadloze router in en wacht minstens 2 minuten totdat de
draadloze router is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder naar stap 13.
13 Start de computer op en wacht totdat het opstartproces voltooid is.
14 Zie de documentatie die met de draadloze router is meegeleverd om het
volgende te doen om de draadloze router in te stellen:
•
Zorg dat er communicatie is tussen uw computer en de draadloze router.
•
Configureer de draadloze router om te communiceren met uw
breedbandrouter.
•
Ga na wat de uitzendnaam is van de draadloze router. De technische
term voor de uitzendnaam van de router is Service SetIdentifier (SSID)
of netwerknaam.
15 Indien nodig configureert u de draadloze netwerkkaart om deze op het
draadloze netwerk aan te sluiten (zie "Verbinding maken met een WLAN"
op pagina 89).
Verbinding maken met een WLAN
OPMERKING:
instructies hebt gevolgd in "WLAN (Wireless Local Area Network)" op pagina 86.
OPMERKING:
met de draadloze Bluetooth
Dit gedeelte bevat algemene procedures voor het aansluiten op een netwerk
via draadloze technologie. Specifieke netwerknamen en configuratiegegevens
verschillen. Zie "WLAN (Wireless Local Area Network)" op pagina 86 voor
meer informatie over hoe u zich voorbereidt om de computer op een WLAN
aan te sluiten.
De draadloze netwerkkaart vereist specifieke software en stuurprogramma's
voor de aansluiting op een netwerk. De software is al geïnstalleerd.
Start de draadloze apparatuur opnieuw op in de volgorde die hieronder
Zorg voordat u gaat aansluiten op een WLAN dat u de volgende
De volgende netwerkinstructies gelden niet voor interne kaarten
®
-technologie of mobiele apparaten.
Netwerken instellen en gebruiken
89