extended display mode (uitgebreide-weergavemodus) — Een beeldscherminstelling
waarmee u een tweede monitor kunt gebruiken als een uitbreiding van het huidige
beeldscherm. Deze wordt ook de dubbele-weergavemodus genoemd.
F
Fahrenheit — Een temperatuurseenheid waarbij 32° het vriespunt is en 212° het
kookpunt van water.
FBD — fully-buffered DIMM (volledig gebufferde DIMM) — Een DIMM met DDR2
DRAM-chips en een Advanced Memory Buffer (AMB, geavanceerde geheugenbuffer)
die zorgt voor een snellere communicatie tussen de DDR2 SDRAM-chips en het systeem.
FCC — Federal Communications Commission (federale communicatiecommissie) —
Een Amerikaanse instantie verantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de
communicatie die aangeeft hoeveel straling computers en andere elektronische apparaten
mogen afgeven.
formatteren — Het proces dat een station of schijf voor bestandsopslag voorbereidt.
Wanneer een station of een schijf is geformatteerd, gaat de bestaande informatie erop
verloren.
FSB — front side bus — Het gegevenspad en de fysieke interface tussen de processor
en de RAM.
FTP — file transfer protocol (bestandsoverdrachtprotocol) — Een standaard
internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te wisselen tussen computers
die met het internet zijn verbonden.
G
G — zwaartekracht — Een eenheid van gewicht en kracht.
GB — gigabyte — Een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1.024 MB
(1.073.741.824 bytes). Wanneer het aantal GB verwijst naar de opslag op vaste schijf,
wordt dit vaak afgerond tot 1.000.000.000 bytes.
geheugen — Een tijdelijke locatie voor gegevensopslag in de computer. De gegevens in
het geheugen zijn niet permanent. Het is daarom raadzaam dat u de bestanden regelmatig
opslaat terwijl u aan ze werkt en ze sowieso altijd opslaat voordat u de computer uitschakelt.
De computer kan verschillende typen geheugen bevatten, zoals RAM, ROM en
videogeheugen. Het woord 'geheugen' wordt vaak ook als synoniem voor RAM gebruikt.
geheugen toewijzen — Het proces waarmee de computer bij het opstarten
geheugenadressen aan fysieke locaties toewijst. Apparaten en software kunnen dan
informatie identificeren waartoe de processor toegang heeft.
204
Termenlijst