A-61628_nl december 2011
2. Klik desgewenst op Apparaat-/beheerderswachtwoord om het
Scan Station met een wachtwoord te beveiligen. U wordt gevraagd
het wachtwoord nogmaals in te voeren. Klik op Gereed wanneer
u klaar bent.
OPMERKINGEN:
• Wanneer u een apparaatwachtwoord instelt, moeten alle
gebruikers die het Scan Station willen gebruiken, dit wachtwoord
invoeren. Dit is niet hetzelfde als het wachtwoord waarmee u het
configuratiebestand voor beheer van uw Scan Station beveiligt.
• Als Aanmelding gebruiker forceren is ingeschakeld, wordt dit
wachtwoord gebruikt als het beheerderaccountwachtwoord.
3. Selecteer Standaardgegevens om de Gebruikersnaam, het
Wachtwoord en het Domein op te geven die nodig zijn om toegang
te krijgen tot het netwerk.
• Selecteer Gebruikersnaam. Voer de gebruikersnaam voor het
netwerk in die aan de computer met het Scan Station is
toegewezen en klik op Gereed. Zie het gedeelte "Informatie over
netwerkconfiguratie" in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
OPMERKING: Als het Scan Station toegang moet hebben tot
netwerkprinters of gedeelde mappen in het netwerk,
moet de gebruikersnaam worden gekoppeld aan
een netwerkaccount dat voldoende rechten biedt
om toegang tot deze bronnen te krijgen.
• Selecteer Wachtwoord om het wachtwoord voor de
netwerkgebruikersnaam in te voeren. U wordt gevraagd het
wachtwoord nogmaals in te voeren. Klik op Gereed wanneer
u klaar bent.
OPMERKING: Dit wachtwoord wordt alleen door het Scan
Station gebruikt en nooit in leesbare vorm
weergegeven.
• Selecteer Domein. Voer de domeinnaam in van het Microsoft
NT-netwerk waarmee het Scan Station wordt verbonden. In een
werkgroepomgeving kunt u dit veld leeg laten.
4. U kunt het Scan Station zo configureren dat er op specifieke dagen
en tijden updates plaatsvinden. Selecteer Externe configuratie
Instellingenom het mogelijk te maken uw Scan Station op afstand
te configureren. Deze methode is handig wanneer u specifieke
dagen en tijden wilt instellen waarop de updates voor het Scan
Station automatisch plaatsvinden. Raadpleeg het gedeelte getiteld
"Het Scan Station bijwerken" (Methode 2) in hoofdstuk 6 voor meer
informatie.
3-21