Het Scan Station
bijwerken
A-61628_nl december 2011
UNC-namen voor mappen – u moet de volledige UNC-naam voor elke
netwerkmap weten, die door uw Scan Station(s) wordt gebruikt. Wanneer
u netwerkbestemmingen configureert, is dit de informatie die in het veld
Adres van het dialoogvenster Toevoegen: Netwerkmap wordt ingevoerd.
U kunt bijvoorbeeld een map genaamd "scanmap" op een server genaamd
"acmeserver" maken, die gereserveerd is voor toegang door het Scan
Station. U verwijst met de volgende UNC-naam naar deze map:
\\acmeserver\scanmap.
NETBIOS-gebruik – in netwerkomgevingen met routers is het gebruikelijk
om het NETBIOS-verkeer op de routers te blokkeren. U moet mogelijk
het IP-adres weten van de server waar u documenten wilt scannen.
Door de NETBIOS-computernaam door het IP-adres van de server te
vervangen, kunt u de beperkingen voor het netwerkverkeer omzeilen,
die ervoor zouden kunnen zorgen dat het scannen naar het netwerk
mislukt. In dit geval zou u het eerder opgegeven netwerkadres:
\\acmeserver\scanmap vervangen door iets wat lijkt op:
\\192.168.2.10\scanmap.
U kunt een Scan Station op vier manieren bijwerken:
• Methode 1. Uploaden met gebruikmaking van de KSS500 - Scanner
Admin-toepassing. Het Scan Station herkent automatisch nieuwe
configuratiegegevens of updatepakketten en voert automatisch een
update uit. Zie het gedeelte 'Methode 1' later in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
• Methode 2. Het configuratiebestand voor beheer en een optioneel
updatepakket worden op een netwerkstation opgeslagen en het Scan
Station wordt geconfigureerd om deze gedeelde map op een
bepaalde dag en tijd op updates te controleren. Zie het gedeelte
'Methode 2' later in dit hoofdstuk voor meer informatie.
• Methode 3. Het configuratiebestand voor beheer wordt op een
USB-station opgeslagen, die in het Scan Station wordt gestoken,
waarna het Scan Station wordt bijgewerkt. Dit is een handmatige
methode die voor elk Scan Station in het netwerk moet worden
herhaald. Zie het gedeelte getiteld 'Configuratie-instellingen uploaden
met gebruikmaking van een USB-station' in hoofstuk 3 voor meer
informatie.
• Methode 4. Het configuratiebestand voor beheer wordt met een
updatepakket op een USB-station opgeslagen. Hierdoor wordt het
Scan Station met de nieuwe firmware bijgewerkt. Zie het gedeelte
'Methode 4' later in dit hoofdstuk voor meer informatie.
6-5