FTP-bestemmingen
configureren
5-26
Het configureren van FTP-bestemmingen verschilt enigszins van het
configureren andere bestemmingen. U kunt met de
configuratieorganizer zowel FTP- als proxyserverinstellingen
configureren. Afhankelijk van uw netwerkconfiguratie wordt wel of niet
met FTP-locaties gecommuniceerd via een proxyserver. U kunt voor
elke FTP-bestemming een gebruikersnaam en wachtwoord instellen.
Dit is belangrijk omdat u mogelijk met FTP-locaties bij verschillende
bedrijven of op verschillende bedrijfsservers moet communiceren.
1. Selecteer Bewerken > Groep toevoegen > FTP.
2. Selecteer Bewerken > Item Toevoegen. Het dialoogvenster
Toevoegen: FTP-map verschijnt.
3. Typ de gewenste gegevens in de velden Beschrijving, Map,
Gebruikersnaam en Wachtwoord. Het veld Map moet het volledige pad
naar de FTP-locatie bevatten, inclusief de submap waarin de gescande
documenten worden geplaatst. Met //ftp.acme.com/documenten
bijvoorbeeld wordt een verbinding gemaakt met de FTP-locatie
ftp.acme.com en worden de gescande documenten in de map
documenten geplaatst.
OPMERKING: Eventuele extra mappen die op het scherm
Instellingen bestandsnaam worden gedefinieerd,
worden ook gebruikt bij het maken van gescande
documenten.
4. Als de FTP-locatie via een andere poort dan poort 21
communiceert, wijzigt u de waarde met de pijltoetsen.
5. U kunt desgewenst Passief selecteren als dit voor de FTP-server is
vereist. Passief wordt vooral gebruikt als de FTP-locatie zich buiten
de firewall bevindt.
OPMERKINGEN:
• Als u niet wilt dat de FTP-locatie in alfabetische volgorde wordt
opgenomen, schakelt u Aan lijst toevoegen (alfabetisch) uit.
• U kunt ook de naam van items wijzigen en items uit een groep
verwijderen met de menuselecties Bewerken > Itemnaam
wijzigen en Bewerken > Item verwijderen.
6. Wanneer u in uw bedrijf proxyservers moet gebruiken, klikt u op de
knop Proxy en gaat u naar de volgende sectie, anders klikt u op OK.
A-61628_nl december 2011