Schermverlichting: Hiermee kunt u instellingen van de
schermverlichting wijzigen
wijzigen, pagina
35).
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Niet storen: Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Gebruik de optie Slaaptijd om de modus Niet storen
automatisch in te schakelen tijdens uw normale slaapuren. U
kunt uw normale slaaptijden instellen in uw Garmin Connect
account.
Sneltoetsen: Hiermee kunt u snelkoppelingen toewijzen aan
knoppen op het toestel
pagina
35).
Automatische vergrendeling: Hiermee kunt u de knoppen
automatisch vergrendelen om te voorkomen dat de knoppen
per ongeluk worden ingedrukt. Gebruik de optie Tijdens
activiteit om de knoppen te vergrendelen tijdens een activiteit
met tijdmeting. Gebruik de optie Niet tijdens activiteit om de
knoppen te vergrendelen wanneer u geen activiteit met
tijdmeting vastlegt.
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen
pagina
35).
Formaat: Hiermee kunt u algemene notatievoorkeuren instellen,
zoals het tempo en de snelheid die tijdens activiteiten worden
weergegeven, het begin van de week en opties voor de
geografische positieweergave en datum.
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe het toestel
activiteitgegevens vastlegt. Met de instelling Smart
(standaard) kunnen langere activiteiten worden vastgelegd.
Met de instelling Iedere seconde zijn de opnamen van
activiteiten meer gedetailleerd, maar worden langere
activiteiten mogelijk niet geheel vastgelegd.
USB-modus: Hiermee kunt u het MTP (media transfer protocol)
of de Garmin modus inschakelen op het toestel als er
verbinding is met een computer.
Herstel: Hier kunt u gebruikersgegevens en -instellingen
opnieuw instellen
(Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina
38).
Software-update: Hiermee kunt u via Garmin Express
gedownloade software-updates installeren.
Tijdinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem >
Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok, of de
militaire notatie in.
Stel tijd in: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. De
optie Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op basis
van uw GPS-positie.
Tijd: Hiermee kunt u de tijd aanpassen als de functie is
ingesteld op de optie Handmatig.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de waarschuwingen per uur,
zonsopkomst- en zonsondergangswaarschuwingen zo
instellen dat een bepaald aantal minuten of uren vóór de
feitelijke zonsopkomst of zonsondergang een
waarschuwingssignaal wordt gegeven.
Synchroniseer met GPS: Hiermee kunt u de tijd handmatig
synchroniseren met GPS wanneer u van tijdzone verandert,
en kunt u de zomertijd instellen.
De schermverlichtingsinstellingen wijzigen
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Schermverlichting.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Tijdens activiteit.
Draadloze sensoren
(De schermverlichtingsinstellingen
(De sneltoetsen aanpassen,
(De maateenheden wijzigen,
• Selecteer Niet tijdens activiteit.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Knoppen om de schermverlichting in te
schakelen bij het indrukken van knoppen.
• Selecteer Waarschuwingen om de schermverlichting in
te schakelen voor waarschuwingen.
• Selecteer Beweging om de schermverlichting in te
schakelen als u uw arm optilt en draait om op uw pols te
kijken.
• Selecteer Time-out om de tijdsduur in te stellen voordat
de schermverlichting wordt uitgeschakeld.
• Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau van de
schermverlichting in te stellen
De sneltoetsen aanpassen
U kunt de functie voor het ingedrukt houden van afzonderlijke
knoppen en knopcombinaties aanpassen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Sneltoetsen.
3
Selecteer de knop of knopcombinatie die u wilt aanpassen.
4
Selecteer een functie.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand, tempo en snelheid, hoogte,
gewicht, lengte en temperatuur aanpassen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden.
3
Selecteer een type maatsysteem.
4
Selecteer een maateenheid.
Toestelgegevens weergeven
U kunt toestelinformatie zoals de toestel-id, softwareversie,
informatie over wet- en regelgeving en de licentieovereenkomst
weergeven.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Over.
Informatie over regelgeving en compliance op e-
labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd.
Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale
compliance-markeringen, maar ook toepasselijke product- en
licentiegegevens.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer in het instellingenmenu Over.
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensoren koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze sensor via ANT+
of Bluetooth technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u
het toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de
sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en
zich binnen bereik bevindt.
1
Als u een hartslagmeter koppelt, moet u de hartslagmeter
omdoen
(De hartslagmeter aanbrengen, pagina
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
12).
35