3
Sluit de achterklep.
4
Druk op
.
Verwijder als volgt het papier aan de voorzijde van de printer:
1
Til de papieruitvoerlade op.
2
Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
3
Laat de papieruitvoerlade zakken.
4
Druk op
.
Er is papier vastgelopen in de ADI
1
Pak de klep aan de linkerkant van de ADI vast en til de klep omhoog.
2
Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
3
Sluit de ADI.
4
Druk op
.
Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd
Als papier of speciaal papier verkeerd of scheef wordt ingevoerd, met meerdere vellen tegelijk wordt ingevoerd of
vellen aan elkaar vastkleven, probeert u het volgende.
Plaats een kleinere hoeveelheid papier in de printer.
Zie "Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen" op pagina 35 voor meer informatie over:
•
Maximumaantal vellen per papiersoort
•
Speciale instructies voor het plaatsen van ondersteunde papiersoorten en speciaal papier
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Verwijder elke pagina zodra deze uit de printer komt en laat de pagina's volledig drogen voor u ze op elkaar legt.
Gebruik alleen nieuw en ongekreukeld papier.
Papiergeleiders:
•
Als u materiaal gebruikt dat minder dan 8,5 inch breed is, past u de papiergeleiders aan
•
Plaats de geleiders tegen de rand van het afdrukmateriaal. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal niet omkrult.
93