Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt
van de printer bevindt. Er zijn drie instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
•
Uit: (standaardinstelling).
•
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
•
Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Druk op
.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op
.
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op
.
9
Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
10
Druk op
om de instelling op te slaan.
Opmerking: Als u Doorsturen of Afdrukken en doorsturen selecteert, wordt Doorsturen weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het menu met standaardwaarden voor faxen. Druk op
te bekijken.
Rapporten met faxgebeurtenissen afdrukken
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Druk op
.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op
om het rapport af te drukken.
of
tot Ontvangstinstellingen wordt weergegeven.
of
tot Fax doorsturen wordt weergegeven.
of
tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
of
tot Faxrapporten wordt weergegeven.
of
tot het gewenste rapporttype wordt weergegeven.
54
om de geselecteerde instelling