AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur)
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het
hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer
vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op
www.lexmark.com
voor het
telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling.
Overige kennisgevingen over telecommunicatie
Kennisgeving voor gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
Dit product voldoet aan de voorschriften in de relevante Industry Canada Technical Specifications. Het REN (Ringer
Equivalence Number) is een indicatie van het maximumaantal terminals dat mag worden aangesloten op de
telefooninterface. U kunt een willekeurig aantal apparaten aansluiten, mits de som van de REN's van de apparaten
niet hoger is dan vijf. Het REN van de modem vindt u op het label achter op het apparaat.
Telefoonbedrijven melden dat elektrische piekspanning, doorgaans veroorzaakt door bliksemflitsen, erg schadelijk
is voor apparaten die zijn aangesloten op stopcontacten. Dit is een landelijk probleem. U kunt het beste een geschikte
overspanningsbeveiliging plaatsen in het stopcontact waarop het apparaat is aangesloten. Een geschikte
overspanningsbeveiliging is een overspanningsbeveiliging met het juiste voltage die is goedgekeurd door UL
(Underwriter's Laboratories), een andere NRTL (Nationally Recognized Testing Laboratory) of een erkend orgaan
voor veiligheidscertificering in het land/de regio waar het apparaat wordt gebruikt. Hiermee kunt u schade voorkomen
die wordt veroorzaakt door onweer of andere elektrische piekspanning.
Dit apparaat is voorzien van CA11A-telefoonaansluitingen.
Kennisgeving voor gebruikers van het Nieuw-Zeelandse telefoonnetwerk
Hieronder worden speciale voorwaarden gegeven gebruikers van faxapparaten. De toekenning van een label
(telepermit) voor een terminalapparaat geeft alleen aan dat Telecom erkent dat het apparaat voldoet aan de minimale
voorwaarden voor verbinding met het netwerk. Hiermee wordt echter niet aangegeven dat Telecom het product
goedkeurt of garantie op het product geeft. Bovenal wordt geen garantie gegeven dat een apparaat op alle manieren
juist zal werken met een apparaat met een label (telepermit) van een andere fabrikant of met een ander model. Ook
mag de toekenning niet worden opgevat als een garantie dat het product compatibel is met alle Telecom-
netwerkdiensten.
Deze apparatuur mag niet worden ingesteld voor automatische oproepen naar de nationale hulpdienst (111).
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt voor het doorschakelen van een gesprek naar een ander apparaat dat
op dezelfde lijn is aangesloten.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt op een wijze die overlast kan veroorzaken voor andere Telecom-klanten.
Sommige parameters die verplicht zijn voor conformiteit met de vereisten voor toekenning van het Telecom-label
(telepermit), zijn afhankelijk van de apparatuur die wordt gebruikt met dit apparaat. De aangesloten apparatuur moet
zo worden ingesteld dat deze werkt binnen de volgende beperkingen voor conformiteit met de Telecom-specificaties:
104