Raadpleeg de documentatie bij de faxtoepassing voor meer informatie over het gebruik van de faxtoepassing.
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen
Als er een foutbericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen in het foutbericht.
Zie "De aan/uit-knop brandt niet" op pagina 76 als de aan/uit-knop niet brandt.
Controleer zo nodig of de volgende hardwareonderdelen stevig zijn aangesloten:
•
Netvoeding
•
Telefoon
•
Hoorn
•
Antwoordapparaat
Controleer de wandaansluiting voor telefoons.
1
Sluit een telefoon aan op de wandaansluiting.
2
Luister of u een kiestoon hoort.
3
Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoon aan op de wandaansluiting.
4
Als u nog steeds geen kiestoon hoort, sluit u de telefoon aan op een andere wandaansluiting.
5
Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer aan op die wandaansluiting.
Bel het nummer waarnaar u de fax wilt verzenden om te controleren of het nummer werkt.
De faxmodem is een analoog apparaat. Bepaalde apparaten kunnen op de printer worden aangesloten zodat u
digitale telefoondiensten kunt gebruiken.
•
Als u een ISDN-telefoondienst gebruikt, sluit u de printer aan op een analoge telefoonpoort (R-interfacepoort)
op een ISDN-adapter. Neem contact op met uw ISDN-leverancier voor meer informatie en om een R-
interfacepoort aan te vragen.
•
Als u DSL gebruikt, sluit u de printer aan op een DSL-filter of -router die ondersteuning biedt voor analoog
gebruik. Neem contact op met uw DSL-leverancier voor meer informatie.
•
Als u een PBX-telefoondienst gebruikt, moet u de printer aansluiten op een analoge aansluiting op het PBX-
systeem. Is een dergelijke aansluiting niet beschikbaar, dan kunt u het installeren van een analoge telefoonlijn
voor het faxapparaat overwegen. Zie "Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX" op
pagina 58 voor meer informatie over het verzenden van faxen via een PBX-telefoondienst.
Als de telefoonlijn door een ander apparaat wordt gebruikt, wacht u tot het andere apparaat klaar is voor u een fax
verzendt.
Als u de functie Kiezen hoorn op haak gebruikt, zet u het volume hoger om een kiestoon te kunnen waarnemen.
Sluit de printer rechtstreeks aan op de telefoonlijn om te controleren of de printer correct functioneert. Verwijder
eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters.
Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
Controleer of de zwarte inktcartridge is geïnstalleerd. De faxfunctie werkt alleen als deze inktcartridge is
geïnstalleerd.
87