3
Druk op
.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op
.
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op
.
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de
afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Selecteer de modus Kopiëren.
3
Druk op
.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op
.
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op
.
Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
8
Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
9
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, kunt u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uitvoeren.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
3
Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon
in de aangegeven richting.
of
tot
wordt weergegeven naast Onderhoud.
of
tot
wordt weergegeven naast Cartridges uitlijnen.
of
tot
wordt weergegeven naast Onderhoud.
of
tot
wordt weergegeven naast Cartridges reinigen.
72