Een fax verzenden/ontvangen
1
• Druk op
of
• Druk op [RESET] om de bewerking te annuleren en terug
te keren naar het voorgaande scherm.
RESOLUTIE (RESOLUTION)
stel de resolutie in op basis van de fijnheid van het origineel.
STANDAARD
geschikt voor originelen met een normale
2
(STANDARD):
tekstgrootte.
FIJN (FINE):
geschikt voor originelen met een kleine
tekstgrootte en fijne illustraties.
U-FIJN (U-
geschikt voor originelen met ultrafijne
FINE):
illustraties.
Vergeet niet
• Als het faxapparaat van de ontvanger niet in staat is
3
originelen op dezelfde resolutie te ontvangen, wordt de
resolutie automatisch geconverteerd voordat de originelen
verzonden worden naar de ontvanger. Hoe hoger de
resolutie, hoe langer het duurt om een origineel te
verzenden.
TYPE VERZENDING (TX TYPE)
Instellen van de overdrachtsmodus van de fax.
4
VERZENDEN
verzend het origineel nadat de gescande
VANUIT
gegevens opgeslagen zijn in het geheugen.
GEHEUGEN
Er kunnen tot 100 overdrachten of tot 1000
(MEMORY
pagina's per overdracht ingevoerd worden.
TX):
DIRECT
verzend het origineel direct bij het scannen.
VERZENDEN
Als een pagina gescand en verzonden is,
(DIRECT TX):
wordt de volgende pagina gescand en
5
verzonden. Daarom duurt het scannen en
verzenden van alle pagina's langer. Het is
mogelijk zonder tussenkomst te controleren
of elke pagina naar de ontvanger verzonden
is.
ORIGINELENMODUS (ORIGINAL MODE)
Selecteer de scanmodus op basis van het soort origineel.
6
TEKST
geschikt voor originelen met tekst en
(TEXT):
lijntekeningen.
TEKST/FOTO
geschikt voor originelen met een combinatie
(TEXT/
van tekst en foto's.
PHOTO):
FOTO
geschikt voor originelen met foto's.
(PHOTO):
om van pagina te wisselen.
Vergeet niet
• In modi TEKST/FOTO (TEXT/PHOTO) of FOTO (PHOTO)
kan de overdrachtstijd langer zijn dan in modus TEKST
(TEXT).
ORIGINEELFORMAAT (ORIGINAL SIZE)
stel het scanformaat van het origineel in.
AUTO:
ORIGINELEN
MET
VERSCHILLENDE
FORMATEN
(MIXED
ORIGINAL
SIZES):
Aangegeven
formaat:
Vergeet niet
• Als het faxapparaat van de ontvanger niet in staat is
originelen van B5-formaat te ontvangen, kan het apparaat
dit formaat verkleinen voordat het origineel verzonden
wordt. Om dit te voorkomen kan A4-formaat aangegeven
wanneer het in te stellen origineel van B5-formaat is.
BELICHTING (EXPOSURE)
Stel de dichtheid in waarop het origineel gescand moet
worden.
AUTO:
het apparaat detecteert automatisch het
contrast van het origineel en scant het met
optimale dichtheid.
Handmatig:
Druk op
contrast in te stellen.
ECM
Schakelt de ECM-communicatie (Error Correction Mode of
foutcorrectiemodus) IN of UIT. ECM is een internationaal
gestandaardiseerde communicatiemodus die automatisch
fouten corrigeert die zich tijdens faxoverdrachten voordoen.
Met deze optie ingesteld op AAN maakt deze modus een
goede communicatie zonder verstoring van afbeeldingen
mogelijk, zelfs wanneer de overgedragen gegevens beïnvloed
zijn door ruis tijdens de communicatie, door de gedeelten die
door een fout beïnvloed zijn automatisch opnieuw te
verzenden.
Opmerking
• Zowel de verzender als de ontvanger moeten over de ECM-
functie beschikken om ECM-communicatie te kunnen
gebruiken.
• Wanneer er ruis optreedt tijdens communicatie, zal de
communicatietijd enigszins langer in beslag nemen dan
gewoonlijk. Zelfs wanneer ECM-communicatie gebruikt
wordt, kunnen zich, afhankelijk van de status van de lijn,
fouten voordoen.
• De ECM-communicatie is niet beschikbaar voor
spraakcommunicatie.
- 62 -
het formaat van het origineel wordt
automatisch vastgesteld voordat het
origineel gescand wordt.
selecteer deze functie om originelen
met verschillende formaten in de RADF
(automatisch documentinvoersysteem)
in te voeren.
het origineel wordt gescand op het
vooraf ingestelde formaat, onafhankelijk
van de daadwerkelijke grootte.
of
om het gewenste