Voorbereidingen voor afdrukken vanuit Windows
●
Voorbereidingen voor afdrukken vanuit Windows
Instellen via een netwerk (Windows)
Instellingsprocedures
Schakel de stroom naar het apparaat en de PC in.
1
Configureer het IP-adres en andere instellingen van de PC.
Configureer het IP-adres en andere instellingen van het
2
apparaat.
Installeer de stuurprogramma's en de standaard TCP-/IP-
poort met de "DVD met client-hulpprogramma's/
gebruikersdocumentatie (Client Utilities/User Documentation
DVD)" die bij het apparaat geleverd wordt en configureer de
3
netwerkprinter.
Instellen van de apparatuur
Als het netwerk niet over een DHCP-server beschikt, moeten
de IP-adressen van de PC en de printer handmatig
geconfigureerd worden.
4
Als door de beheerder van het bedrijfsnetwerk, de
internetprovider of fabrikant van de router aangegeven is dat er
een statisch IP-adres moet worden geconfigureerd, moeten de
IP-adressen van de PC en de printer handmatig
geconfigureerd worden.
Controleer het IP-adres van het apparaat door de lijst met
systeeminstellingen af te drukken of op knop
[GEBR.FUNCTIES] (USER FUNCTIONS] op het
aanraakscherm te drukken en daarna op [ADMIN]
5
(BEHEERDER) - [NETWORK] (NETWERK) - [IPv4].
Opmerking
• Een onjuiste configuratie van het IP-adres kan ertoe leiden
dat niet verbonden kan worden naar het netwerk of het
Internet. Vraag de beheerder van het bedrijfsnetwerk of de
internetprovider om het IP-adres en andere instellingen die
voor het apparaat gedaan kunnen worden.
6
• De servers (zoals DHCP) die beschikbaar zijn in het
netwerk, kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte
netwerkomgeving. Controleer dit bij de beheerder van het
bedrijfsnetwerk, de internetprovider of de fabrikant van de
router.
• Er zijn beheerdersrechten nodig voor het instellen.
• Tenzij anders aangegeven, worden onder procedure
"Instellen in Windows" procedures aangeven zoals deze
voor Windows 7 gebruikt worden. Afhankelijk van het
gebruikte besturingssysteem kunnen schermen en
procedures afwijken.
Vergeet niet
• Dit apparaat is compatibel met Plug&Play voor netwerken.
Als de aangesloten PC's op Windows 7/Windows 8/
Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008/
Windows Server 2003/Windows Server 2012 draaien, of als
de aangesloten router compatibel is met Plug&Play voor
netwerken, wordt er automatisch een IP-adres
geconfigureerd, zelfs als het netwerk geen servers bevat.
Het is niet nodig handmatig een IP-adres voor de PC en de
printer in te stellen, dus begin met het instellen van het
apparaat vanaf stap 4.
1
Schakel de stroom naar het apparaat en de
PC in.
2
Configureer het IP-adres en andere
instellingen in Windows.
Opmerking
• Ga verder naar stap 3 als het IP-adres en andere
instellingen al geconfigureerd zijn in Windows of
wanneer deze gegevens automatisch verkregen
worden.
(1)
Start Windows.
(2)
Klik op [Start] en selecteer
[Configuratiescherm] (Control Panel).
(3)
Klik op [Netwerkstatus en taken bekijken]
(View network status and tasks).
(4)
Klik op [Lokale netwerkverbinding] (Local
Area Connection) en klik in scherm [Status
lokale netwerkverbinding] (Local Area
Connection Status) op [Eigenschappen]
(Properties).
- 14 -