FC 300 Design Guide
Installatie van een rembekabeling
"
(Alleen voor frequentieomvormers die zijn geleverd met remchopperoptie).
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn.
Sluit de afscherming met behulp van
1.
kabelklemmen aan op de geleidende achterplaat
van de frequentieomvormer en op de metalen
behuizing van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbek-
2.
abeling aan het remkoppel aan.
Zie de reminstructies MI.90.FX.YY en MI.50.SX.YY voor meer informatie over een veilige installatie.
NB!:
Er kunnen spanningen tot 960 V DC op de klemmen komen te staan, afhanke-
lijk van de voedingsspanning.
Busaansluiting
"
Een of meer frequentieomvormers kunnen worden
aangesloten op een controller (of master) met
de RS 485 genormaliseerde interface. Klem
68 wordt aangesloten op het P-signaal (TX+,
RX+), terwijl klem 69 wordt aangesloten op
het N-signaal (TX-, RX-).
Als er meer dan één frequentieomvormer moet
worden verbonden met een master, moet gebruik
worden gemaakt van parallelle aansluitingen.
Om mogelijke compensatiestromen in de afscherming te vermijden, kan de kabelafscherming worden
geaard via klem 61, die verbonden is met het frame via een RC-schakel.
Busafsluiting
De RS485-bus moet aan beide uiteinden worden afgesloten met een weerstandsnetwerk. Zet
hiervoor de schakelaar S801 op de stuurkaart op "ON" (AAN).
Zie Schakelaars S201, S202 en S801 voor meer informatie.
Hoogspanningstest
"
Een hoogspanningstest kan worden uitgevoerd door de klemmen U, V, W, L
Eén seconde voeden met max. 2,15 kV DC tussen deze kortsluiting en het chassis.
NB!:
Bij het uitvoeren van hoogspanningstesten op de hele installatie moet de aansluiting van het
net en de motor worden onderbroken wanneer de lekstromen te hoog zijn.
Veiligheidsaarding
"
De frequentieomvormer heeft een hoge lekstroom en moet om veiligheidsrede-
nen op degelijke wijze geaard worden.
Installeren
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Nr.
Functie
81, 82
Remweerstandklemmen
, L
en L
1
2
kort te sluiten.
3
77