FC 300 Design Guide
2-12 Remvermogensbegrenzing (kW)
Bereik:
0,001- Variabele begrenzing kW
Functie:
Deze parameter is alleen actief op eenheden met
een ingebouwde dynamische rem.
De begrenzing is een product van de maximale
werkcyclus (120 s) en het maximale vermogen
van de remweerstand tijdens die werkcyclus.
Zie onderstaande formule.
Voor 200-240
V-eenheden:
Voor 380-500
V-eenheden
2-13 Remvermogen, bewaking
Optie:
*
Uit
Waarschuwing
Uitschakelen
Waarschuwing en uitschakeling
Functie:
Deze parameter is alleen actief op eenheden met
een ingebouwde dynamische rem.
Maakt het mogelijk om het vermogen dat wordt
overgebracht naar de remweerstand, te bewaken.
Het vermogen wordt berekend op basis van de
ohmse waarde van de weerstand (par. 2-11), de
DC-koppelingsspanning en de tijd dat de weerstand
in bedrijf is. Als het vermogen dat gedurende
120 s wordt overgedragen, groter is dan 100
% van de Bewakingsbegrenzing (par. 2-12) en
Waarschuwing [1] is geselecteerd, zal op het display
een waarschuwing worden weergegeven.
De waarschuwing verdwijnt wanneer het vermogen
onder de 80 % zakt. Als het berekende vermogen
groter is dan 100 % van de bewakingsbegrenzing
en Uitschakeling [2] is geselecteerd in par. 2-13
Vermogensbewaking, zal de frequentieomvormer
uitschakelen en een alarm weergeven.
Indien de vermogensbewaking is ingesteld op Uit
[0] of Waarschuwing [1], zal de remfunctie actief
blijven, zelfs wanneer de bewakingsbegrenzing
is overschreden. Dit kan leiden tot thermische
overbelasting van de weerstand. Het is ook
mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt via de
relais-/digitale uitgangen. De meetnauwkeurigheid
van de vermogensbewaking is afhankelijk
*
standaardinstelling( )
118
Programmeren
*
[0]
[1]
[2]
[3]
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
van de nauwkeurigheid van de weerstand
(beter dan ± 20 %).
kW
2-15 Remtest
Optie:
*
Uit
Waarschuwing
Uitschakelen
Uitschakelen en stoppen
Functie:
Deze parameter is alleen actief op eenheden met
een ingebouwde dynamische rem.
In deze parameter kan een test- en bewakingsfunctie
worden ingebouwd die een waarschuwing of een
alarm zal geven. Bij het inschakelen wordt getest
of de remweerstand is afgekoppeld. De test
wordt uitgevoerd tijdens het remmen. Het testen
voor de afkoppeling van de IGBT wordt echter
uitgevoerd wanneer er niet wordt geremd. Een
waarschuwing of uitschakeling deactiveert de
remfunctie. De testvolgorde is als volgt:
De rimpelamplitude van de DC-koppeling wordt
1.
gemeten gedurende 300 ms zonder remmen.
De rimpelamplitude van de DC-koppeling
2.
wordt gemeten gedurende 300 ms met
geactiveerde rem.
Als de rimpelamplitude van de DC-koppeling
3.
tijdens het remmen lager is dan de
rimpelamplitude van de DC-koppeling voor het
remmen + 1 %: remtest mislukt; er wordt een
waarschuwing of alarm weergegeven.
Als de rimpelamplitude van de DC-koppeling
4.
tijdens het remmen hoger is dan de
rimpelamplitude van de DC-koppeling voor
het remmen + 1 %: remtest OK.
Selecteer Uit [0]. Deze functie blijft controleren
of de remweerstand of de rem-IGBT tijdens het
bedrijf kortsluiten. Als dat het geval is, wordt er een
waarschuwing gegeven. Selecteer Waarschuwing
[1] om de remweerstand en de rem-IGBT te bewaken
in verband met kortsluiting. Bij het inschakelen
wordt getest of de remweerstand is afgekoppeld.
[0]
[1]
[2]
[3]