Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Interne Stroomregelaar; Programmeren Van Koppelbegrenzing En Stop - Danfoss FC 300 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Design Guide
Begrenzing van de differentiatorversterking
Wanneer er bij een gegeven applicatie snelle omschakelingen in referentie of terugkoppeling zijn - wat
betekent dat de fout snel wijzigt - kan de differentiator al snel te dominant worden. Dit komt omdat hij
reageert op veranderingen in de fout. Hoe sneller de fout verandert, hoe sterker de versterking van de
differentiator is. De differentiatorversterking kan daarom worden beperkt, zodat instelling van een redelijke
differentiatietijd voor langzame veranderingen en een passende snelle versterking voor snelle verandering
mogelijk is. Dit is mogelijk via par. 7-05, Snelheid PID Differentiatorversterking, begrenzing.
Laagdoorlaatfilter
Indien er een bepaald aantal rimpelstromen/spanningen op het terugkoppelingssignaal is, kunnen
deze worden gedempt met behulp van een laagdoorlaatfilter. Stel een passende tijdconstante voor
het laagdoorlaatfilter in. De tijdconstante staat voor de kantelfrequentie van de rimpels die op het
terugkoppelingssignaal voorkomen. Indien het laagdoorlaatfilter is ingesteld op 0,1 s, bedraagt
de kantelfrequentie 10 RAD/s, wat overeenkomt met (10/2 x ð) = 1,6 Hz. Dit betekent dat alle
stromen/spanningen die meer dan 1,6 Hz per seconde variëren, zullen worden weggefilterd.
Met andere woorden, de regeling zal alleen worden uitgevoerd op een terugkoppelingssignaal
dat varieert met een frequentie van minder dan 1,6 Hz. Selecteer een passende tijdconstante
in par. 7-06 Snelheid PID Laagdoorlaatfilter.

Interne stroomregelaar

"
De frequentieomvormer is uitgerust met een ingebouwde stroombegrenzer, die geactiveerd
wordt wanneer de motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger zijn dan de koppelbe-
grenzingen die zijn ingesteld in par. 4-16 en 4-17.
Wanneer de frequentieomvormer de stroombegrenzing bereikt tijdens motorwerking of generatorwerking,
zal de frequentieomvormer proberen zo snel mogelijk onder de vooraf ingestelde koppelbegrenzingen
te komen, zonder de controle over de motor te verliezen.
Terwijl de stroomregelaar actief is, kan de frequentieomvormer uitsluitend gestopt worden door
middel van een digitale klem als deze is ingesteld op Vrijloop, geïnverteerd [2] of Vrijloop en
reset, geïnverteerd [3]. Andere signalen op de klemmen 16-33 zal pas actief worden wanneer
de frequentieomvormer weer uit de buurt van de stroombegrenzing is.

Programmeren van koppelbegrenzing en stop

"
In toepassingen met een externe elektromechanische rem, zoals hijstoepassingen, is het mogelijk
de frequentieomvormer te stoppen via een 'standaard' stopcommando, terwijl tegelijkertijd
de externe elektromechanische rem wordt geactiveerd.
Onderstaand voorbeeld illustreert de programmering van de aansluitingen van de frequentieomvormer.
De externe rem kan worden verbonden met relais 1 of 2, zie Bediening van mechanische rem.
Programmeer klem 27 als Vrijloop, geïnverteerd [2] of Vrijloop en reset, geïnverteerd [3] en
programmeer klem 29 als Koppelbegrenzing en stop [27].
Beschrijving:
Indien een stopcommando actief is via klem 18 en de frequentieomvormer de waarde van de
koppelbegrenzing niet heeft bereikt, zal de motor uitlopen tot 0 Hz.
Indien de frequentieomvormer de waarde van de koppelbegrenzing heeft bereikt en een stopcommando
wordt geactiveerd, zal klem 42 Uitgang (geprogrammeerd als Koppelbegrenzing en stop [27] worden
geactiveerd. Het signaal naar klem 27 I verandert van 'logische 1' naar 'logische 0' en de motor
start tot vrijloop, waardoor het hijsen zal worden gestopt, zelfs wanneer de omvormer zelf het
vereiste koppel niet aankan (d.w.z. door een overmatige overbelasting).
Inleiding van de FC 300
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave