FC 300 Design Guide
Hoe gebruikt u deze Design Guide
Remweerstand:
De remweerstand is een module die de remenergie opneemt die wordt gegenereerd bij recuperatief
remmen. Deze regenererende remenergie verhoogt de tussenkringspanning en een remchopper
zorgt ervoor dat de energie wordt overgebracht naar de remweerstand.
CK-karakteristieken:
Constante koppelkarakteristieken worden gebruikt voor alle toepassingen, zoals transportbanden en
kranen. De CK-karakteristieken worden niet gebruikt voor pompen en ventilatoren.
Digitale ingangen:
De digitale ingangen kunnen worden gebruikt voor het controleren van de verschil-
lende functies van de frequentieomvormer.
Digitale uitgangen:
De frequentieomvormer bevat twee halfgeleideruitgangen die een signaal van 24
V DC (max. 40 mA) kunnen leveren.
Relaisuitgangen:
De frequentieomvormer bevat twee programmeerbare relaisuitgangen.
Initialisatie:
Bij initialisatie (par. 14-22) zal de frequentieomvormer terugkeren naar de fabrieksinstelling.
LCP:
Het lokale bedieningspaneel (LCP) biedt een volledige interface voor het bedienen en
programmeren van de FC 300-serie. Het bedieningspaneel kan worden losgekoppeld en
op maximaal 3 meter van de frequentieomvormer worden geïnstalleerd, bijv. op een
voorpaneel, door middel van de bijgeleverde installatieset.
lsb:
Minst belangrijke bit.
MCM:
Staat voor Mille Circular Mil, een Amerikaanse meeteenheid voor de doorsnede
van kabels. 1 MCM ≡ 0,5067 mm
2
.
msb
Meest belangrijke bit.
Online/offline parameters:
Wijzigingen van online parameters worden meteen geactiveerd nadat de gegevenswaarde is gewijzigd.
Wijzigingen van offline parameters worden pas geactiveerd na het invoeren van [OK] op het LCP.
PID:
De PID-regelaar zorgt ervoor dat de gewenste snelheid, druk, temperatuur, enz. constant gehouden
worden door de uitgangsfrequentie aan te passen aan wijzigingen in de belasting.
Pulsingang/incrementele encoder:
Een externe, digitale pulszender die wordt gebruikt voor het terugrapporteren van de motorsnelheid. De
encoder wordt gebruikt in toepassingen waarvoor een uiterst nauwkeurige snelheidsregeling vereist is.
RCD:
Residual current device (reststroomapparaat).
Setup:
U kunt parameterinstellingen in vier setups opslaan. Het is mogelijk om tussen de vier parametersetups
te schakelen en de ene setup te bewerken, terwijl er een andere setup actief is.
SFAVM
Schakelpatroon genaamd Stator Flux-oriented Asynchronous Vector Modulation (par. 14-00).
11
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss