FC 300 Design Guide
Reductie wegens luchtdruk
"
Beneden een hoogte van 1000 m is geen
reductie nodig.
Boven de 1000 meter dient de omgevingstemper-
atuur (T
) of max. uitgangsstroom (I
AMB
worden verlaagd volgens onderstaande grafiek:
Reductie van de uitgangsstroom t.o.v. de
1.
hoogte bij T
= max. 50 °C
AMB
2.
Reductie van max. T
bij 100 % uitgangsstroom.
Reductie wegens lage bedrijfssnelheid
"
Wanneer een motor is aangesloten op een frequentieomvormer, is het noodzakelijk te
controleren of de koeling van de motor adequaat is.
Bij lage tpm-waarden is de motorventilator niet in staat het vereiste luchtvolume voor de koeling te leveren.
Dit probleem doet zich voor wanneer het belastingskoppel over het hele regelbereik constant is (bijvoorbeeld
bij een transportband). De verminderde ventilatie die beschikbaar is, bepaalt de grootte van het koppel
dat toegestaan kan worden bij een continue belasting. Indien de motor constant op een tpm-waarde
moet lopen die lager is dan de helft van de nominale waarde, moet de motor extra lucht toegevoerd
krijgen voor de koeling (of een motor gebruiken die is ontworpen voor dit type werking).
Een alternatief voor extra koeling is verlaging van het belastingsniveau van de motor,
bijv. door een grotere motor te gebruiken. Het ontwerp van de frequentieomvormer legt
echter beperkingen op voor het vermogen van de motor.
Reductie wegens installatie van langere
"
motorkabels of een grotere kabeldoorsnede
De frequentieomvormer is getest met 300 m onafgeschermde kabel en 150 m afgeschermde kabel.
De frequentieomvormer is ontworpen om te werken met motorkabels met een nominale doorsnede.
Als een kabel met een grotere doorsnede wordt gebruikt, is het raadzaam de uitgangsstroom met
5 % te verlagen voor iedere stap waarmee de doorsnede toeneemt.
(Toegenomen kabeldoorsnede leidt tot verhoogde aardcapaciteit en daardoor tot een hogere aardlekstroom).
44
Uw VLT selecteren
) te
VLT,MAX
t.o.v. de hoogte
AMB
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss