Verhelpen van storingen
Oorzaken en oplossingen
Bij storingen moeten de basisvereisten
voor een normale werking gecontroleerd
worden:
1.
Is de stroomtoevoer OK?
2.
Zit er olie in de tank?
3.
Zijn alle afsluitkranen geopend?
4.
Zijn alle regel- en veiligheids-
toestellen zoals ketelthermostaat,
beveiliging tegen drooglopen,
eindschakelaar enz. ingesteld?
Storing
Geen ontsteking
Brandermotor werkt niet
Oliepomp levert geen olie
Sterk mechanisch geruis
Ongelijkmatige olieverstuiving
Geen oliedoorvoer
Vlamsensor wordt niet geactiveerd
Brander start niet
Verklikkerlampje brandt
Menginrichting is van binnen sterk
vervuild met olie of heeft veel
cokesaanslag
Kan de storing na de controle van de
hiervoor genoemde punten niet ver-
holpen worden, dan moet u de werking
van de afzonderlijke brander-
componenten controleren.
Aanwijzing
Gebruik altijd originele onderdelen, om
elektromagnetische problemen
(verdraagbaarheid) te vermijden.
Oorzaak
ontstekingselektroden kortgesloten
ontstekingselektroden te ver uit elkaar
ontstekingselektroden vuil en/of vochtig
isolatielichaam gesprongen
ontstekingstransformator defect
ontstekingskabel versmeuld
verwarmingsinstallatie defect
brandermotor defect
(lager vastgelopen)
condensator defect
aandrijving beschadigd
aanzuigklep lekt
olieleiding lekt
afsluitkleppen gesloten
filter verstopt
filter lekt
geen oliepompvermogen
koppeling defect
oliepomp zuigt lucht
te hoog vacuüm in de olieleiding
sproeier los
sproeier verstopt
sproeier versleten
sproeier met verkeerde sproeihoek
sproeier verstopt
vlamsensor vuil/defect
verwarmingsinstallatie
verkeerde instelling
sproeier met verkeerde afmeting
hoeveelheid verbrandingslucht niet
goed
lucht in de aanzuigleiding (lek)
verbrandingsruimte onvoldoende
geventileerd
Smeren
De lagers van de bewegende delen
van de brander moeten niet onder-
houden worden. Beschadigingen aan
kogellagers die op tijd gevonden en
verholpen worden, voorkomen grote
schade aan de brander. Let daarbij
eventueel op geruis van de motor-
lagers.
Oplossing
instellen
instellen
reinigen
ontstekingselektrode vervangen
vervangen
1. kabel vervangen
2. oorzaak bepalen en verhelpen
vervangen
brandermotor vervangen
vervangen
oliepomp vervangen
demonteren en reinigen of vervangen
schroefverbindingen aandraaien
openen
reinigen
vervangen
oliepomp vervangen
vervangen
schroefverbindingen aandraaien
filter reinigen, kleppen volledig openen
vastschroeven
vervangen
vervangen
vervangen
vervangen
reinigen, resp. vervangen
aansluiting van de verwarmingsinstallatie
controleren
ontgrendelen en de oorzaak van het
defect zoeken
instellingen corrigeren
vervangen
brander opnieuw instellen
afdichten
de ventilatie van de verbrandingsruimte
moet gebeuren via een niet-afsluitbare
opening met een doorsnede van ten
minste 50 % van alle
bij de installatie horende
schoorsteendoorsneden
35