Instelling
Brander
Brander
Keteltype
STELON 17
STELON 22
VECTRO
N ECO
STELON 29
L01.34
STELON 36
STELON 44
VECTRO
N ECO
STELON 53
L01.75
STELON 63
De hierboven gegeven instelgegevens
zijn basisinstellingen. De in de fabriek
ingestelde gegevens zijn in het vet ge-
markeerd. Met deze instellingen kan de
brander normalerwijze in bedrijf gesteld
worden.
T
6
Ketel-
Stookolie-
vemogen
doorvoer
kW
kg/u
16
1,45
18
1,63
20
1,81
22
2,0
23
2,09
26
2,36
29
2,63
30
2,72
33
2,99
36
3,26
37
3,35
40
3,63
44
3,99
45
4,08
49
4,44
53
4,81
54
4,90
59
5,35
63
5,71
Controleer in ieder geval de instel-
waarden nauwkeurig. Het kan nodig
zijn correcties aan de installatie aan
te brengen.
5
7
Sproeiers
Pomp-
45° HF
druk
gal/u
bar
0,5
10
0,5
10
0,55
9
0,55
12
0,6
10
0,6
11
0,75
11
0,75
12
0,75
13
0,85
11
0,85
12
1,0
10
1,0
12
1,1
11
1,1
11
1,25
10
1,25
11
1,35
11
1,35
12
Luchtho-
Sproeier-
eveelheid
buis
Schaal
Schaal
(Pos.2)
(Pos.4, Y)
1
3
8
2,5
6
3
10
3,5
11
4,0
8
7
15
5,0
16
5,5
12
8
18
6,5
1
2
3
7
4
4
5
5
6
11
9
8
10
9
10
14
14
11
Gunstige verbrandingswaarden worden
alleen bereikt met gebruik van de
volgende sproeiers:
Fluidics 45° H
(aanbevolen door de fabriek).
Regeling oliedruk
De oliedruk en daarmee het brander-
vermogen worden ingesteld met de
oliedrukregelaar (5) in de pomp.
Draaien naar
•
rechts: hogere druk
•
links:
lagere druk
Ter controle moet aan de drukmete-
raansluiting (6) een drukmeter aan-
gebracht worden, schroefdraad R1/8".
Onderdrukcontrole
De vacuümmeter voor de onderdruk-
controle moet aangesloten worden op
de aansluiting (7), R1/8". Maximum
toegelaten onderdruk 0,4 bar. Bij een
hogere onderdruk wordt de stookolie
vergast, waardoor er in de pomp een
krassend geluid ontstaat.
Brander-
dompel
diepte
(maat T)
32
32
32
32
32
32
32
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
19