Onderhoud en reiniging
Ketel
Onderhoudswerken aan de ketel en
brander mogen uitsluitend door
geschoolde vakmensen uitgevoerd
worden. Voor een regelmatig
onderhoud wordt de gebruiker van
de installatie aangeraden een
onderhoudscontract af te sluiten.
Opgelet
Voor onderhouds- en reinigingswerken
de stroomtoevoer uitschakelen.
9
8
32
Controle van de
afvoergastemperatuur
•
Regelmatig de afvoergas
temperatuur controleren.
•
De ketel reinigen wanneer de
afvoergastemperatuur de waarde
van inbedrijfstelling met meer dan
30 K overschrijdt.
•
Gebruik voor eenvoudige controle
een afvoergastemperatuurmeter.
Ketelreiniging
Alvorens de keteldeur te openen,
moet de brander uit de branderflens
getrokken worden (1 + 2
10
Voor een betere toegankelijkheid
van de verbrandingsruimte kunnen
ook de zijbekledingen gedemonteerd
en het bedieningspaneel naar achter
geklapt worden
•
Gebruik alleen de meegeleverde
reinigingsborstel.
•
De branderkap demonteren.
•
De brander demonteren.
•
De 4 schroeven van de keteldeur
(3) losdraaien en verwijderen.
•
De keteldeur naar buiten draaien
(4).
•
Eventueel de reinigingskuip (10)
(optioneel) aanbrengen.
•
De afvoergasregelaar (5) de-
monteren en reinigen.
•
De branderkamer (7) uittrekken
en reinigen.
•
De verbrandingsruimte (8) en het
de
3
gasafvoerkanaal (9) grondig
reinigen en resten verwijderen.
•
De dichting van het afsluitdeksel
de
(3
gasafvoerkanaal) op slijtage
controleren.
•
De afvoergasregelaar opnieuw
de
installeren en het 3
gasafvoer-
kanaal met deksel opnieuw
grondig vergrendelen (10 Nm).
Daarvoor alleen de 4 originele
messingmoeren gebruiken.
•
Eventueel de reinigingskuip (10)
(optioneel) verwijderen.
•
De dichting van de keteldeur op
slijtage controleren.
•
De keteldeur met 4 schroeven
opnieuw vergrendelen (10 Nm).
•
Eventueel zijbekledingen opnieuw
monteren en het bedieningspaneel
opnieuw naar onder klappen.
•
De brander opnieuw monteren en
elektrisch verbinden met het
bedieningspaneel.
7
5