Montage
Gasafvoer
12
uitstekend buisuiteinde niet toegelaten
1
Bijkomende luchtinrichting
2
Binnenbekleding
3
Verbindingsstuk
4
Reinigingsopening
5
Opvanginrichting afvoergas
6
Veegdeur
Gasafvoer
De afvoergassen moeten via de kortste
weg naar de schoorsteen afgevoerd
worden. Het verbindingsstuk wordt
oplopend in de schoorsteen gebracht.
Het mag de doorsnede van de
schoorsteen evenwel niet kleiner
maken.
Het verbindingsstuk met de binnen-
bekleding in de schoorsteenwand
brengen, maar zeker niet vast in-
metselen. In het verbindingsstuk moet
u een reinigingsopening aanbrengen.
Verbindingsstukken met een lengte
van meer dan een meter moeten tegen
warmteafstralingen geïsoleerd worden.
Verbindingsstuk
STELON 17 tot 29 met Ø130 mm.
STELON 36 tot 63 met Ø130 mm.
Aanbevolen isolatiedikte: 40 mm
Bij ongunstige bedrijfsomstandigheden
van de schoorsteen (bijv. lage afvoer-
gastemperatuur, te grote doorsnede
van de schoorsteen, te weinig warmte-
isolatie) wordt aanbevolen een
bijkomende luchtinrichting te gebruiken.
Dit is beter voor de stookplaats en
daardoor wordt te veel vocht en roet
in de schoorsteen vermeden.
Controle van de afvoeras-
temperatuur
Om de ketelvervuiling te controleren
wordt aanbevolen om een afvoergas-
thermometer te installeren. Een te hoge
afvoergastemperatuur leidt tot een
slecht ketelrendement. Op die manier
kan geen optimaal energieverbruik
gegarandeerd worden.