Inbedrijfstelling
Verwarmingsregelaar LOGON G1Z1
Weersgestuurde regeling met de
volgende uitrustingskenmerken
•
Verlicht display voor status- en
functieweergave in duidelijke tekst
•
Voorinstelling standaardpro-
gramma, nominale waarden,
datum en tijd
•
Automatisch omschakelen zomer-/
wintertijd
•
Vooringestelde standaard
tijdprogramma's voor verwarming
en warmwaterbereiding
•
Individueel schakelprogramma met
max. 84 vrije schakeltijden volgens
de regelaar-toestelconfiguratie
•
Vakantieprogramma
•
Emissiecontrole / schoorsteen-
veger met zelfstandig terug-
schakelen naar normale werking
•
Vloer-droogfunctie
•
Tweekringsregelaar met ge-
scheiden instelling voor een
directe verwarmingskring en een
gemengde verwarmingskring
•
Kamertemperatuurregeling door
middel van toebehoren QAA 75 of
QAA78
•
Instelling van verwarmingskringen
met radiatoren of vloerverwarming
met aanpassing van de pro-
gramma's
•
Automatische aanpassing van de
verwarmingscurven mogelijk
•
Optimale opwarming met snel
opwarmen mogelijk
•
Verwarming uitgeschakeld volgens
behoefte
•
Retourverhoging of retourregeling
met configureerbare multifunc-
tionele uitgang
•
Instelbare minimale en maximale
vertrektemperaturen
•
Pompnaloop
•
Geïntegreerde bedrijfsurenteller
•
Thermisch desinfecteren van
warm water mogelij
(legionellaschakeling)
•
Vorstbescherming ketel en
installatie
•
Bescherming van de ketel tegen
corrosie met automatische start
•
2-draadsbusinterface voor
regelingstoebehoren
•
Aansluiting van een remote box,
storingsmelding op handy of
service cent
1
2
3
4
10
11
IN/UITschakelaar (1)
Schakelt de stroomvoorziening voor
de regeling / regelingstoebehoren /
pompgroepen en brander in en uit.
Storingsweergave brander (2)
Brandt wanneer de automatische
brander vergrendeld is.
Reset-toets brander (3)
Om de brander te ontgrendelen.
STB-storingsweergave (4)
Als de keteltemperatuur bij een defect
boven 110 °C stijgt, dan zal de
beveiligingstemperatuurbegrenzer
(STB) de brander vergrendelen; de
storingsweergave gaat branden.
Ontgrendelingsknop STB (10)
Als de keteltemperatuur na de ver-
grendeling tot 70 °C gedaald is, dan
kan de STB met deze knop ontgren-
deld worden.
STB-Testknop (TÜV) (5)
Voor het testen van de STB-functie
door inspectieorganen; zolang deze
toets ingedrukt wordt, worden de
regelaars overbrugd en verwarmt de
brander de ketel tot 110 °C.
Regelknop
max. keteltemperatuur (11)
Om de max. keteltemperatuur in te
stellen.
Veiligheid voor zwakstroom (12)
Voor de elektrische beveiliging van de
hele ketel.
Bedrijfsmodustoets drinkwater (7)
Om de drinkwaterbereiding in te
schakelen (balk in het display onder
de waterkraan).
Bedrijfsmodustoets
verwarmingskring(en) (8)
Om 4 verschillende bedrijfsmodi voor
de verwarming in te stellen: Auto uur:
automatische modus volgens tijd-
programma Zon 24 uur: verwarmen
met nominale comforttemperatuur
Maan 24 uur: verwarmen met
5
7
12
gereduceerde temperatuur
Werking met vorstbescherming:
verwarming uitgeschakeld, vorst-
bescherming aan
Regelknop kamertemperatuur (14)
•
Om de comfortabele kamertem
peratuur te veranderen.
•
Met deze draaiknop kunnen bij het
programmeren instellingen ge-
kozen en veranderd worden.
Informatietoets (9)
Oproepen van de volgende informatie
zonder invloed op de regeling:
temperaturen, bedrijfsmodus ver-
warming/drinkwater, foutmeldingen.
Functietoets handmatige bediening
(16)
Met deze toets gaat de regelaar naar
handmatige bediening. Alle pompen
draaien. De menginrichting wordt niet
meer aangestuurd. De brander wordt
geregeld op 60 °C. (weergave door
middel van schroevendraaiersymbool)
Functietoets schoorsteenveger (17)
Deze toets kort indrukken; de ketel gaat
naar de bedrijfstoestand voor de
emissiemeting. Door opnieuw de toets
in te drukken, resp. automatisch na
15 minuten, wordt deze functie opnieuw
uitgeschakeld (weergave door middel
van schroevendraaiersymbool).
Bevestigingstoets OK (15)
Terugtoets ESC (13)
Deze beide toetsen worden samen met
de grote draaiknop gebruikt voor het
programmeren en configureren van de
regeling. Instellingen die niet bediend
kunnen worden met de bedienings-
elementen, gebeuren via de pro-
grammering. Door de ESC-toets in te
drukken gaat u telkens een stap terug;
gewijzigde waarden worden daarbij
niet overgenomen.
Om naar het volgende bedienings-
niveau te gaan of om de gewijzigde
waarde op te slaan, de OK–toets
indrukken.
8
9
13
14 15 16
17
23