Belichtingsstand
Als de keuzeknop is ingesteld op P, S, A of M, kunt u de sluitertijd en het
diafragma instellen zoals hieronder is beschreven.
CPU-objectieven (alle belichtingsstanden)
Als u een CPU-objectief gebruikt dat voorzien is van een diafragmaring, dient u de diafragma-
ring op de laagste waarde (hoogste f/-getal) te zetten. Bij andere instellingen wordt de ont-
spanknop buiten werking gesteld en toont de diafragma-indicator op het LCD-venster en in
de zoeker een knipperend
Objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de stand M, als het dia-
fragma handmatig wordt ingesteld met behulp van de diafragmaring op het objectief.
In andere standen wordt de ontspanknop geblokkeerd en gaat het pictogram
het LCD-venster en in de zoeker knipperen.
Controle scherptediepte
Om een idee te krijgen hoe uw foto er uit gaat zien,
dient u de controleknop voor de scherptediepte inge-
drukt te houden. Als er een CPU-objectief op de camera
is bevestigd, wordt het objectief ingesteld op de waarde
die de camera heeft geselecteerd (stand P of S) of op
de waarde die u zelf heeft ingesteld (stand A of M),
zodat u de scherptediepte in de zoeker kunt controleren
(controle van de scherptediepte is niet beschikbaar bij
gebruik van een objectief zonder CPU).
5—ISO Auto (
Wanneer u Aan heeft geselecteerd bij Persoonlijke Instelling 5 (ISO auto), varieert de ca-
mera de gevoeligheid automatisch tussen de 200 - 1600 (ISO-equivalent) voor een optimale
belichting en fl itsintensiteit. In de standen P en A past de camera de gevoeligheid aan als
de sluitertijd die nodig is voor een optimale belichting korter is dan
dan een opgegeven waarde (sluitertijd mag langer zijn dan opgegeven waarde als optimale
belichting niet kan worden gerealiseerd bij ISO-equivalent 1600). In andere gevallen past
de camera de gevoeligheid aan als de foto bij de huidige instellingen onder- of overbelicht
zou worden (stand S) of als er bij de huidige handmatig geselecteerde sluitertijd en diafrag-
mawaarde geen optimale belichting mogelijk is (stand M).
Wanneer een andere gevoeligheid dan de door de ge-
bruiker geselecteerde waarde wordt gebruikt, knippert
ISO AUTO op het LCD-venster en in de zoeker. Als de
gevoeligheid gewijzigd is, wordt bij de foto-informatie
de ISO-waarde rood weergegeven. NB: Bij foto's die
worden gemaakt met een hogere gevoeligheid, wordt
de kans op beeldruis groter.
76
. Type G objectieven zijn niet voorzien van een diafragmaring.
142)
op
1
/
sec. of langer is
8000