Opnameopties gebruiken
In het onderstaande diagram kunt u opzoeken wanneer u de in dit hoofdstuk
beschreven opnameopties kunt gebruiken.
Foto's "korrelig" bij vergroten?
Bestanden te groot voor e-mail?
Meer foto's op een geheugenkaart?
Sluiter-reactietijd te lang?
Foto's onscherp?
Zelfportret maken?
Foto's onscherp door bewegen van
de camera?
Fotograferen met de standaardin-
stellingen?
36
Beeldkwaliteit en –grootte (
Kies hoge waarden voor kwaliteit
en formaat als u foto's maakt die
u wilt vergroten. Kies lage waarden
voor foto's die u elektronisch wilt
versturen of als u ruimte op de ge-
heugenkaart wilt besparen.
Opnamestand kiezen (
Kies voor beeld-voor-beeldopname
of continu-opname.
Scherpstelling (
Geef voorrang aan een nauw-
keurige
scherpstelling
ter-reactietijd. Selecteer hoe het
scherpstelveld wordt gekozen en
of scherpstelling handmatig of au-
tomatisch moet plaatsvinden.
Zelfontspannerstand(
Laat de sluiter na het indrukken van de
ontspanknop vertraagd ontspannen.
Gebruik van de
afstandsbediening (
Gebruik de optionele afstandsbe-
diening om de camera op afstand
te bedienen.
Reset met twee knoppen (
Opnameopties terugzetten op de
standaardwaarden.
41–45)
62–63)
64–74)
of
slui-
105–106)
107–110)
111)