Camera stelt scherp op het onderwerp in het geselec-
teerde scherpstelveld. Zodra de camera gereed is met
scherpstellen klinkt er een piepsignaal. De scherpstel-
ling blijft vergrendeld zolang u de ontspanknop half
ingedrukt houdt.
Camera stelt scherp op het onderwerp in het gese-
lecteerde scherpstelveld. Als het onderwerp beweegt
voordat de camera heeft scherpgesteld, is de camera
nog altijd in staat scherp te stellen op basis van infor-
matie uit andere scherpstelvelden. Zodra de camera
gereed is met scherpstellen klinkt er een piepsignaal.
De scherpstelling blijft vergrendeld zolang u de ont-
spanknop half ingedrukt houdt.
Zoals hierboven, behalve dat de camera automatisch
het scherpstelveld kiest waarin zich het dichtstbij-
zijnde onderwerp bevindt. Zodra de camera gereed is
met scherpstellen klinkt er een piepsignaal en wordt
het actieve scherpstelveld in de zoeker weergegeven.
Camera blijft continu op het onderwerp in het ge-
selecteerde scherpstelveld scherpstellen zolang de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
Camera stelt scherp op het onderwerp in het geselec-
teerde scherpstelveld. Zolang de ontspanknop half wordt
ingedrukt, volgt de camera het onderwerp als dit zich van
het ene scherpstelveld naar het andere verplaatst.
Zoals hierboven, behalve dat de camera automatisch
het scherpstelveld kiest waarin zich het dichtstbijzijnde
onderwerp bevindt. Het actieve scherpstelveld wordt
bij het scherpstellen in de zoeker weergegeven.
Werking
Gebruik
Voor onbeweeglijke onder-
werpen bij voldoende tijd om
compositie te bepalen.
Voor relatief statische on-
derwerpen en wanneer u
voldoende tijd heeft om de
compositie van de foto te
bepalen.
Voor wanneer u globaal weet
waar uw onderwerp zich in
de compositie zal bevinden,
maar niet exact waar.
Voor bewegende onderwer-
pen die zich continu in één
scherpstelveld bevinden.
Voor onderwerpen die zich
grillig bewegen.
Voor onderwerpen die zich grillig
bewegen, wanneer u weet dat
het onderwerp zich het dichtst
bij de camera zal bevinden.
69