Vergrendeling scherpstelling
U kunt de scherpstelling vergrendelen om de compositie van uw foto te ver-
anderen nadat u heeft scherpgesteld. Zo kunt u scherpstellen op een onder-
werp dat zich op de uiteindelijke foto niet in één van de vijf scherpstelvelden
bevindt. U kunt de scherpstelling ook vergrendelen wanneer het autofocus-
systeem van de camera niet in staat is scherp te stellen (
Als AF-S is geselecteerd voor Persoonlijke Instelling 2 (Autofocus;
wordt de scherpstelling automatisch vergrendeld als de scherpstelindicator
(●) in de zoeker verschijnt. Als AF-C is geselecteerd, moet de scherpstel-
ling handmatig worden vergrendeld met de AE-L/AF-L knop. U gebruikt de
scherpstelvergrendeling als volgt:
1
Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld en druk de ont-
spanknop half in om de scherpstelling te activeren.
2
Controleer of de scherpstelindicator (●) n de zoeker verschijnt.
AF-S (enkelvoudige servo-AF)
De scherpstelling wordt automatisch vergren-
deld wanneer de scherpstelindicator verschijnt,
en blijft vergrendeld tot u uw vinger van de
ontspanknop haalt. U kunt de scherpstelling
ook vergrendelen door op de AE-L/AF-L knop te
drukken (zie hieronder).
AF-C (continue servo-AF)
Druk op de AE-L/AF-L knop om zowel de
scherpstelling als de belichting te vergrende-
len. De scherpstelling blijft vergrendeld zolang
u de AE-L/AF-L knop indrukt, zelfs als u uw
vinger daarna van de ontspanknop haalt.
70
73).
139),