Flitssynchronisatiestanden
In de standen P, S, A en M zijn de volgende fl itssynchronisatiestanden beschikbaar:
Flitssynchronisatiestand
Synchronisatie eerste gordijn
Rode-ogen-reductie
Langzame synchronisatie
Rode-ogen-reductie met
langzame synchronisatie
Synchronisatie achterste gordijn
Langzame synchronisatie
achterste gordijn
Flitshoek
De fl itshoek van de ingebouwde fl itser kan het gezichtsveld van een 20 mm-objectief
dekken. Bij sommige objectieven of diafragmawaarden wordt het onderwerp mogelijk
niet volledig belicht (
ISO Auto
Als Persoonlijke Instelling 5 (ISO auto;
heid automatisch aangepast voor een optimale fl itsintensiteit. Als er een hoge gevoeligheid
is vereist, kan dit tot gevolg hebben dat de achtergrond overbelicht wordt wanneer de fl itser
wordt gebruikt in combinatie met een lange sluitertijd (langzame synchronisatie), bij fel dag-
licht (daglichtsynchronisatie) of wanneer de achtergrond sterk is belicht.
Deze stand wordt aanbevolen voor de meeste situaties. In de
standen P en A wordt de sluitertijd automatisch ingesteld op
waarden van
/
tot
1
60
Ongeveer één seconde voor de hoofdfl its gaat het lampje voor
de rode-ogen-reductie branden, zodat de pupillen van het
onderwerp zich samentrekken en het rode-ogen-effect wordt
verminderd. Gezien de vertraging van één seconde wordt
rode-ogen-reductie niet aanbevolen voor het fotograferen van
bewegende onderwerpen of in andere situaties waarin een
snelle sluiterreactie is vereist. Houd de camera stil tijdens het
branden van het lampje voor de rode-ogen-reductie.
Flitsen wordt gecombineerd met lange sluitertijden tot 30 se-
conden om zowel het onderwerp als de achtergrond 's nachts
of bij gedimd licht vast te leggen. Alleen beschikbaar in de
standen P en A. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om
onscherpe foto's door bewegen van de camera te voorkomen.
Combineert rode-ogen-reductie met langzame synchronisa-
tie. Alleen beschikbaar in de standen P en A. Gebruik van
een statief wordt aanbevolen om onscherpe foto's door
bewegen van de camera te voorkomen.
In de standen S en M wordt de fl itser vlak voor het sluiten
van de sluiter ontstoken, waardoor er achter een bewegend
onderwerp een lichtspoor ontstaat. In de standen P en A
wordt langzame synchronisatie met het achterste gordijn
gebruikt om zowel het onderwerp als de achtergrond vast
te leggen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om on-
scherpe foto's door bewegen van de camera te voorkomen.
101).
142) op Aan staat ingesteld, wordt de gevoelig-
Beschrijving
/
sec.
1
500
95