4.
Tik op Dupliceren om de voorinstelling te klonen en voer een naam in voor de nieuwe voorinstelling.
5.
Tik op Bewerken om de instellingen van de nieuwe voorinstelling te wijzigen.
6.
Tik op het pictogram
U kunt de naam van elke afdrukmodus verwijderen of wijzigen, hoewel u minstens één afdrukmodus moet
behouden.
OPMERKING:
worden gewijzigd. Als u een van beide wilt wijzigen, moet u een nieuwe afdrukmodus maken.
OPMERKING:
hetzelfde aantal passages en dezelfde inktdichtheid.
7.
Als u Nieuwe afdrukmodus toevoegen hebt geselecteerd, moet u de nieuwe afdrukmodus definiëre door
de eigenschappen te bewerken en deze vervolgens te testen.
NLWW
van de afdrukmodus die u wilt wijzigen; of tik op Nieuwe afdrukmodus toevoegen.
De afdrukmethode en het aantal passages in een bestaande afdrukmodus kunnen niet
Het is niet toegestaan om twee afdrukmodi te maken met dezelfde afdrukmethode,
Een substraatvoorinstelling toevoegen
81