8.
Zet de te vervangen vilten enkele millimeters uit de buurt van de wagen en trek deze vervolgens uit de
wagenrail (draai ze zo nodig met de klok mee of tegen de klok in). Doe de gebruikte vilten op de
gebruikelijke wijze bij het afval.
9.
Neem de twee schone linker invetvilten uit de printeronderhoudskit en plaats deze.
Wanneer ze geïnstalleerd zijn, moet het blauwe kunststof gedeelte in het invetvilt naar buiten gerecht zijn
(niet naar binnen).
10.
Plaats de invetvilten in elke rail en schuif deze naar de wagen. De kruisvormige delen van de invetvilthouder
(zie hieronder) moeten in de daartoe bestemde openingen in de wagen worden geplaatst. In de achterste
invetvilthouder moeten de twee pennen in de wagen door de gaten in de invetvilthouder gaan.
184 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud
NLWW