Samenvatting van Inhoud voor HP Latex R1000 printer Series
Pagina 1
HP Latex R1000/R2000-printerserie Gebruikershandleiding...
Pagina 2
Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties voor producten en diensten van HP worden vermeld in de specifiek garantieverklaring die wordt meegeleverd met dergelijke producten en diensten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Pagina 3
De printer voor de eerste keer aan zetten ......................... 18 De printer in- en uitschakelen .............................. 19 De printer verplaatsen ................................20 2 HP Internal Print Server ..................................22 De Internal Print Server starten ............................23 Widgets Internal Print Server ............................... 24 Printerstatus en meldingen ..............................
Pagina 4
8 Printer kalibreren ....................................118 De printkoppen uitlijnen ..............................119 Mogelijke problemen met printkopuitlijning ........................125 Kleurkalibratie ..................................128 Kleurenconsistentie tussen verschillende HP Latex R-serie-printers ................. 131 Kleuremulatie ..................................131 Kleurprofiele ..................................132 Substraatdoorvoercompensatie ............................132 Aanbevolen kalibraties na bepaalde gebeurtenissen ....................133 9 Hardwareonderhoud ...................................
Pagina 5
Storing kleurkalibratie ................................. 278 15 Als u hulp nodig hebt ..................................279 Open een ondersteuningsaanvraag bij HP PrintOS ......................280 Als u niet bent geregistreerd bij HP PrintOS ........................280 HP Proactive Support ................................280 HP Klantenondersteuning ..............................280 16 Accessoires ......................................281 Witte upgradekit ..................................
Pagina 6
17 Benodigdheden en accessoires bestellen ............................299 Inktbenodigdheden bestellen ............................300 Accessoires bestellen ................................301 18 Specificatie van de printer ................................302 Functionele specificatie ..............................303 Fysieke specificatie ................................303 Geheugenspecificatie ................................ 303 Voedingsspecificatie ................................304 Vereisten voor luchttoevoer (pneumatische as) ......................304 Milieuspecificatie ................................
Pagina 7
Textiel ....................................331 Flexibele film ..................................332 Bijlage C Ondersteunde flexibel substraten van HP ........................333 Bijlage D Overzichtsschema voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit ............336 Woordenlijst ......................................337 Index ........................................... 340 NLWW...
Pagina 9
Inleiding ● Welkom bij uw printer ● Accessoires en verbruiksartikelen van de printer ● Documentatie en nuttige links ● Veiligheidsmaatregelen ● Belangrijkste onderdelen ● Printersoftware ● De printer voor de eerste keer aan zetten ● De printer in- en uitschakelen ●...
Pagina 10
U kunt uw printer gebruiken om borden en afbeeldingen af te drukken op een breed gamma aan materialen met een breedte tot 1,63 m of 2,50 m; de printer gebruikt HP Latex-inkten op waterbasis voor een duurzame uitvoer van hoge kwaliteit.
Pagina 11
Accessoires en verbruiksartikelen van de printer HP Latex R1000 (64 inch) en R2000 (98 inch) Met de printer meegeleverd HP Latex R-serie standaardtafels HP Latex R-serie meerlaagskit (N-up) Optionele accessoires HP Latex R-serie-witte upgradekit HP Latex-rolafdrukkit HP Latex R-serie randhouderskit...
Pagina 12
Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels. Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve deze die aan de orde komen in het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie http://www.hp.com/go/selfrepair). Raadpleeg voor onderhoud aan andere onderdelen gekwalificeerd onderhoudsmedewerkers.
Pagina 13
Belangrijke opmerkingen WAARSCHUWING! Laat de printer nooit zonder toezicht achter wanneer de aan/uit-schakelaar is ingeschakeld. VOORZICHTIG: Automatisch onderhoud van het witte-inktsysteem kan niet plaatsvinden als de printer volledig is uitgeschakeld. Als de printer gedurende langere tijd (meer dan 4 uur) niet wordt gebruikt, laat dan alleen de schakelaar van de witte inkt ingeschakeld en volg de instructies in deze handleiding over de aan/uit-standen: raadpleeg De printer in- en uitschakelen op pagina...
Pagina 14
Hittegevaar De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken. De reeks steunen, de straal en behuizing van de led kunnen erg warm worden. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brandwonden te vermijden: ●...
Pagina 15
Warmtestroomdichtheid: 30 kW/m², kopercalorimeter, K type thermokoppel. ● Goed onderhoud en originele verbruiksartikelen van HP zijn vereist om ervoor te zorgen dat de printer naar behoren werkt. Als u onderdelen en verbruiksartikelen van andere fabrikanten gebruikt (schuimstoffen filters printkopreinigingsrollen en inkt), kan dit brandgevaar opleveren.
Pagina 16
Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals laarzen en handschoenen. Omgaan met inkt en condensaten HP raadt u aan handschoenen te dragen wanneer u met inkt en condensaten werkt. Ventilatie Ventilatie met verse lucht is noodzakelijk om een comfortabel niveau te handhaven. Voor een specifieker...
Pagina 17
Airconditioning moet overeenkomen met plaatselijke richtlijnen en regelgeving op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid (EHS). OPMERKING: De airconditioningeenheden mogen niet rechtstreeks op de apparatuur blazen. Gebruik van gereedschap en sleutels ● Gebruikers: Sagelijke werkzaamheden, inclusief printerinstellingen, printen, substraat laden, vervanging van inktreservoirs en dagelijkse controle.
Pagina 18
VOORZICHTIG: Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd, kan leiden tot klein persoonlijk letsel of schade aan het product. Waarschuwingslabels Label Toelichting Gevaar van elektrische schok Verwarmingsmodules werken met een gevaarlijke spanning. Ontkoppel alle stroombronnen alvorens onderhoud uit te voeren. Voorzichtig! Tweepolig.
Pagina 19
Label Toelichting Risico van beklemd raken van vingers. Raak aandrijvingen, rollen of de band niet aan als deze in beweging is. Gevaar van beknelling van handen tussen de tandwielen. Bevindt zich aan weerszijde van het substraatpad en in de buurt van de PPS-aandrijving Gevaarlijk bewegend onderdeel.
Pagina 20
Label Toelichting Gevaar van elektrische schok. Ontkoppel stroom alvorens onderhoud uit te voeren. Verwarmingsmodules en alle elektrische kasten werken met een gevaarlijke spanning. Bevindt zich intern op de verhittingsmodules en elektrische kasten; alleen voor onderhoudspersoneel Gevaarlijke bewegende onderdelen. Verwijderd houden van bewegende ventilatorbladen.
Pagina 21
Noodstopknoppen Op verschillende plaatsen op de printer zijn vier noodstopknoppen geplaatst. In noodsituaties drukt u op een van deze noodstopknoppen om het afdrukken te stoppen. Er wordt een systeemfoutbericht weergegeven en de ventilatoren werken op maximumsnelheid. Laat alle noodstopknoppen los voordat u de printer opnieuw start. Om veiligheidsredenen is de toegang tot het afdrukgebied niet toegestaan tijdens het afdrukken.
Pagina 22
Belangrijkste onderdelen In de volgende afbeelding worden de hoofdonderdelen van de printer weergeven. Vooraanzicht Inktpatronen Bovenklep voor toegang tot het afdrukgebied Noodstopknoppen Aanraakscherm 1 (voor toegang tot de Internal Print Server) WAARSCHUWING! De printer mag door slechts één persoon worden bediend die slechts één aanraakscherm gebruikt.
Pagina 23
Achteraanzicht Aanraakscherm 2 (voor toegang tot de Internal Print Server) WAARSCHUWING! De printer mag door slechts één persoon worden bediend die slechts één aanraakscherm gebruikt. Probeer niet beide aanraakschermen tegelijk te gebruiken. Noodstopknoppen Sneltoetsen Uitlijningsbalk Substraatdoorvoerriem Substraatinvoeras (wanneer het accessoire wordt geïnstalleerd) NLWW Belangrijkste onderdelen...
Pagina 24
Wagenweergave In de wagen kunt u de acht printkopvergrendelingen zien. Eronder bevinden zich de printkoppen. Aerosolfilter Vergrendeling van kleurprintkop Vergrendeling van witte printkop Optimizer-printkopvergrendeling Overcoat-printkopvergrendeling Lampje van de plaat Het lampje van de plaat verlicht zowel de substraatdoorvoerriem als de taak die wordt afgedrukt. U kunt dit lampje handmatig in- en uitschakelen.
Pagina 25
Printerstatuslampje VOORZICHTIG: Het printerstatuslampje geeft alleen informatie over de functies van de printer, en niet over veiligheidsvoorzieningen of veiligheidsstatussen. Waarschuwingslabels op de printer moeten altijd in overweging worden genomen als de printer in gebruik is en gelden altijd boven de statussen die op het printerstatuslampje worden aangegeven.
Pagina 26
U hebt de volgende software nodig voor de printer: ● De HP Internal Print Server wordt bij uw printer geleverd en is reeds geïnstalleerd. Deze geeft printerwaarschuwingen op de aanraakschermen van de printer en geeft een overzicht van de printerstatus weer;...
Pagina 27
Zet de hoofdschakelaar in de aan-stand en schakel ook de Internal Print Server en elektriciteitskast ernaast Controleer of de drie groene lampjes branden. Bij normale werking moeten deze lampjes altijd branden. Als sommige lampjes niet branden, controleer dan de Internal Print Server in het geval zich een systeemfout heeft voorgedaan en neem contact op met een elektricien.
Pagina 28
De printer verplaatsen Als u de printer een korte afstand op dezelfde locatie wilt verplaatsen, over een vloer zonder treden of hellingen van meer dan 3%, raadpleegt u de volgende instructies. Neem voor complexere verplaatsingen contact op met uw servicevertegenwoordiger. VOORZICHTIG: Hellingen van meer dan 3% kunnen de printer ernstig beschadigen.
Pagina 29
Na het verplaatsen van de printer is in sommige gevallen een elektricien nodig om de voedingskabels aan te sluiten. Het is mogelijk dat u ook het netwerk moet herconfigureren vanaf de ingebouwde computer en de RIP- computer. Zie de Installatiehandleiding voor meer informatie, inclusief de minimumruimte die is vereist rondom de printer.
Pagina 30
HP Internal Print Server ● De Internal Print Server starten ● Widgets Internal Print Server ● Printerstatus en meldingen ● De firmwar en de interne afdrukserver bijwerken ● Instellingen en voorkeuren van de Internal Print Server Hoofdstuk 2 HP Internal Print Server NLWW...
Pagina 31
De Internal Print Server starten De Internal Print Server wordt automatisch gestart met Windows op de ingebouwde computer van de printer, en wordt voortdurend uitgevoerd op de achtergrond of de voorgrond. Het wordt weergegeven op een aanraakscherm. Om het te gebruiken moet u op items op het scherm tikken of vegen.
Pagina 32
De widget printkop geeft de status van elke printkop weer en geeft een grafisch illustratie van elk mogelijk probleem. U kunt deze ook gebruiken om het uitlijnen en vervangen van printkoppen te starten. ● De widget taakvoorbeeld geeft de status van de printer en de taakwachtrij weer. Hoofdstuk 2 HP Internal Print Server NLWW...
Pagina 33
Tik op de widget voor meer informatie over de melding. De firmwar en de interne afdrukserver bijwerken TIP: Als u de firmwar en de HP Internal Print Server bijwerkt, dan moet u eerst de firmwar bijwerken en vervolgens de HP Internal Print Server. De firmwar bijwerken Van tijd tot tijd zijn er firmware-update beschikbaar van HP die de functionaliteit en de functies van de printer verbeteren.
Pagina 34
Verwijder de huidige versie van de Internal Print Server via het bedieningspaneel. Selecteer Applicatie Internal Print Server verwijderen. Bestanden HPIPS.msi en Setup.exe uitpakken/ophalen. Voer het bestand Setup.exe uit en volg de instructies op het scherm totdat de nieuwe software is geïnstalleerd. Hoofdstuk 2 HP Internal Print Server NLWW...
Pagina 35
Instellingen en voorkeuren van de Internal Print Server De taal van de Internal Print Server wijzigen Wanneer de Internal Print Server wordt gestart, gebruikt deze de taal die is geselecteerd in de Landstellingen van Windows. Ga als volgt te werk om een andere taal in te stellen: Tik op rechts van de titelbalk van het venster.
Pagina 36
De RIP-software installeren en configurere Raster Image Processor-software (RIP) is vereist om de afbeeldingen te verwerken voordat ze kunnen worden afgedrukt. Deze software moet op een afzonderlijke computer draaien. De computervereisten worden opgegeven door de RIP-leverancier. U moet ook de firewal deactiveren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de RIP juist installeert en configureer voor gebruik met de printer.
Pagina 37
Maak een gedeelde map Maak een map om te delen op de lokale schijf (D:). Open de mapeigenschappen van de nieuwe map en ga naar het tabblad Delen . Klik op Delen. NLWW Maak een gedeelde map...
Pagina 38
Voeg Iedereen toe als naam en zorg ervoor dat deze lees- en schrijfrechten heeft. Klik op Delen. Het volgende scherm wordt weergegeven. Klik op Geavanceerd delen om de eigenschappen voor delen te controleren. Hoofdstuk 3 De RIP-software installeren en configurere NLWW...
Pagina 39
De ONYX-software installeren en de driver instellen Download de ONYX-installatiepakketten en kopieer deze naar het bureaublad van uw computer. Als u ONYX RIP al hebt geïnstalleerd, raadt HP u aan de huidige versie te verwijderen. Installeer de ONYX RIP-software die u zojuist hebt gedownload.
Pagina 40
Ga naar Printer configurere > het tabblad Apparaat > Functies > Configurere > Vanaf printer. Selecteer alle substraten en klik op OK om deze te synchroniseren. Wanneer u nieuwe firmwar voor de Internal Print Server installeert, wordt u aangeraden de knop Mediabeheerder te gebruiken om alle substraten te verwijderen en vervolgens opnieuw te synchroniseren.
Pagina 41
Installeer de Caldera-software en stel de driver in Volg de Caldera RIP en de installatie-instructies van de printer driver. Nadat de RIP-software is geïnstalleerd en de printer is toegevoegd aan de RIP, gebruikt u de onderstaande procedures om de driver te configureren De actieve map van de Internal Print Server koppelen Voordat u de driver instelt, moet u de actieve map van de Internal Print Server met de Caldera-server koppelen.
Pagina 42
Geef het pad naar de actieve map op. Klik op de knop ... en selecteer uw gekoppelde actieve map. Substraten synchroniseren ▲ Selecteer in EasyMedia de printer en volg de stappen om substraten te synchroniseren: Importeren > Automatisch synchroniseren > Ontbrekende voorinstellingen. Hoofdstuk 3 De RIP-software installeren en configurere NLWW...
Pagina 43
Integratie afdrukworkflow ● Inleiding tot JDF en JMF – Wat is JDF? – Voordelen van werken met JDF voor het indienen van een bestand ● Werken met JDF – JDF-taaktickets maken – Welke informatie wordt vastgelegd door de printer en wat kan er door JMF worden gecommuniceerd aan een MIS? –...
Pagina 44
Een gedetailleerde analyse kan worden uitgevoerd na een dag of serie taken om de winstmarge van een taak, de gemaakte kosten en gebruikte materialen in te zien, alsook voor magazijncontrole en voorraadverzending. HP is een partnerlid van de CIP4-organisatie en op de CIP-website op http://www.cip4.org kunt u meer informatie over JDF vinden.
Pagina 45
Richtlijnen voor integratie De printerserie integreren in de Caldera RIP Caldera 11.2 RIP kan de JDF-interface in de printer gebruiken door de optie in de instellingen van de printer driver te selecteren. Wanneer de JDF-interface is ingeschakeld, worden de printerstatus en -meldingen samen met de taakstatus, de inkt en het substraatgebruik weergegeven.
Pagina 46
Als er problemen zijn bij het gebruik van de hostnaam van de printer, kunt u overschakelen naar het IP-adres van de printer met de systeemconfiguratietoo van de HP Latex. Raadpleeg voor meer informatie de servicehandleiding of overleg met uw netwerkbeheerder voor een oplossing voor de hostnaam.
Pagina 47
Toepassingen met MIS- of productiecontrolesoftware kunnen de printerstatus en -meldingen, samen met de taakstatus, taakinkt en het substraatgebruik ophalen van de printer, via de HP JDF/JMF-interface. Het is ook mogelijk een taak uit de printerwachtrij te verwijderen via de HP JDF/JMF-interface.
Pagina 48
Omgaan met het substraat ● Inleiding ● Onbuigzame substraattypen ● Flexibele substraattypen ● Substraattips ● Printerconfiguratie ● Substraatconfigurati ● Substraat in de printer laden ● Informatie over het geladen substraat bekijken ● Substraatrandhouders ● Afdrukken ● Een papierrol verwijderen ● Opwikkelspoel Hoofdstuk 5 Omgaan met het substraat NLWW...
Pagina 49
De printer kan op zowel onbuigzame als flexibel substraten afdrukken. Bij het afdrukken op flexibel substraten raadt HP aan de rolafdrukkit te installeren voor de beste resultaten. De printer werkt op sommige substraten beter dan op andere soorten. Factoren zoals de substraatvlakheid,...
Pagina 50
Speciale materialen ● Speciale platen Flexibele substraattypen De volgende flexibel substraattypen zijn compatibel met uw printer. Zie Ondersteunde flexibel substraten van HP op pagina 333 voor gedetailleerde kenmerken en toepassingen van elk substraattype. Zelfklevend vinyl ● Zelfklevend vinyl Banner ●...
Pagina 51
Controleer of u de juiste voorinstelling voor het substraat gebruikt in de Internal Print Server en het juiste ICC-profie en andere instellingen in de RIP. Substraten van HP zijn speciaal ontwikkeld voor de beste resultaten op uw printer. ● ●...
Pagina 52
HP HDPE Reinforced Banner, HP Light Textile Display Banner, HP Heavy Textile Banner, HP Everyday mat polypropyleen, met een kern van 3 inch en HP DuPont Tyvek Banner. Niet in alle regio's bestaan echter mogelijkheden voor recycling. Neem contact op met lokale recyclingbedrijven voor informatie over recycling van deze producten.
Pagina 53
● Tabellen moeten waterpas worden gezet zodat de bovenkant van de tafelrollen vlak en coplanair zijn ten opzichte van het vlakke oppervlak van de substraatband. ● Zorg ervoor dat de tafels stevig op de printer zijn vergrendeld om een goed aardingspad te creëren voor statische elektriciteit die zich op het substraat kan ophopen.
Pagina 54
● Veeg het substraatoppervlak voor het afdrukken af met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green). Hierdoor worden vreemde deeltjes verwijderd die door de statische elektriciteit op het substraat zijn terechtgekomen. ● Bij extreme statische problemen kan het zorgvuldige gebruik van een antistatische spray gerechtvaardigd zijn.
Pagina 55
Substraatparameters Bij het laden van substraat kunnen de volgende parameters worden gekozen: ● Substraattype ● Automatische meting Deze metingen worden alleen gebruikt als automatische meting niet is geactiveerd. – Positie – Breedte – Scheeftrekking – Dikte BELANGRIJK: De lengte van een onbuigzaam substraat wordt nooit automatisch gemeten: u moet deze altijd handmatig invoeren.
Pagina 56
Automatische metingen Als automatische metingen zijn ingeschakeld, meet de printer automatisch het substraat wanneer het is geladen. De volgende eigenschappen worden gemeten: Breedte ● ● Dikte ● Scheeftrekking Substraatstatus De substraatstatus wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld. ● Geladen: wanneer de geselecteerde substraatconfigurati overeenkomt met hetgeen fysiek in de printer is geladen.
Pagina 57
Taakeigenschappen Dubbeltik in het hoofdvenster van de Internal Print Server met de rechtermuisknop op de afdrukwachtrij om het venster Taakeigenschappen te openen. Klik op de knop Opslaan als om een kopie van een bestaande taak te maken met een andere naam. Dit dialoogvenster heeft de volgende basisopties: ●...
Pagina 58
Marges, uitlijning en aantal kopieën kunnen ook rechts van het voorbeeldgebied worden geselecteerd. Hoewel u het substraat en de afdrukmodus in dit venster kunt wijzigen met de wijzigingsknop, raadt HP aan om dit niet te doen omdat dit een nadelig effec op de afdrukkwaliteit heeft. Het is beter om het substraat en de afdrukmodus in de RIP te wijzigen.
Pagina 59
Plaats het substraat op de substraatdoorvoerriem en lijn het uit tegen de voorste uitlijningsbalk en daarna tegen de linker uitlijningsbalk. OPMERKING: Voor de beste resultaten moet de uitlijning in deze volgorde worden uitgevoerd. Verwijder de linker uitlijningsbalk. NLWW Substraat in de printer laden...
Pagina 60
Tik op Substraat gereed op het aanraakscherm of druk op de gelijkwaardige sneltoets op de printer. Meerdere vellen laden Met meerdere vellen N-up kunt u meer dan één kopie van dezelfde afdruktaak of meerdere taken op meerdere vellen over de transportband met dezelfde of verschillende afmetingen afdrukken terwijl er gebruik wordt gemaakt van meerdere rijen vellen totdat de afdruktaak is voltooid.
Pagina 61
Plaats het substraat op de substraatdoorvoerriem en lijn het uit tegen de voorste uitlijningsbalk en daarna tegen de linker uitlijningsbalk. OPMERKING: Voor de beste resultaten moet de uitlijning in deze volgorde worden uitgevoerd. Zoek de dichtstbijzijnde pin, houd de handgreep vast en schuif de pin naar de positie waar de linkerrand van het volgende blad wordt geplaatst.
Pagina 62
Draai aan de pinhendel, trek deze omlaag en vergrendel deze. Plaats het volgende vel op de substraatdoorvoerriem en lijn deze uit tegen de voorste uitlijningsbalk en de pin. Hoofdstuk 5 Omgaan met het substraat NLWW...
Pagina 63
Herhaal de bovenstaande stappen voor het aantal vellen dat u wilt laden. Tik op Substraat gereed of druk op de gelijkwaardige sneltoets. NLWW Substraat in de printer laden...
Pagina 64
Meerdere vellen N-up Met meerdere vellen N-up kunt u meer dan één kopie van dezelfde afdruktaak of meerdere taken op meerdere vellen over de transportband met dezelfde of verschillende afmetingen afdrukken terwijl er gebruik wordt gemaakt van meerdere rijen vellen totdat de afdruktaak is voltooid. Gebruik de ingebouwde substraatuitlijnpinnen om de vellen snel te plaatsen over de breedte van de printer.
Pagina 65
289. OPMERKING: Neem contact op met HP voor meer informatie over de aanbevolen oplossingen van andere fabrikanten voor substraatlichters en kernadapters. De as heeft een pneumatische connector aan de ene kant en een drijfwerk aan de andere kant.
Pagina 66
Let op de positie van het uiteinde van de rol op de schaalverdeling die is gemarkeerd aan beide zijden van het middelpunt van de as. De invoer- en uitvoerassen moeten op identieke wijze op de respectievelijke assen worden geplaatst. TIP: De rollen moeten gecentreerd zijn, zodat het risico op scheeftrekken, kreuken en het telescoopeffec minimaal is.
Pagina 67
TIP: Controleer of het substraat goed vast zit in de invoerkern. De rol is nu klaar en kan in de printer worden geladen. TIP: Als u regelmatig van substraattype verandert, kunt u de rollen sneller vervangen door rollen met verschillende typen substraat vooraf op verschillende assen te plaatsen. Extra assen kunnen afzonderlijk worden aangeschaft.
Pagina 68
Plaats deze bovenop de substraatdoorvoerriem met de voorrand van het substraat onder de voorste uitlijningsbalk. BELANGRIJK: Als de printer wacht om een taak af te drukken, begint deze af te drukken zodra u het substraat onder de uitlijningsbalk plaatst. TIP: Gebruik de knoppen aan uw linkerkant om het substraat door te voeren of houd het substraat op de substraatdoorvoerriem totdat het de juiste positie bereikt.
Pagina 69
Er kunnen niet meer dan vijf substraatrandhouders in het afdrukgebied worden geplaatst. De maximale substraatdikte is 18 mm. HP raadt ten sterkste aan de randhouders regelmatig te reinigen. De substraatrandhouders instellen De substraatrandhouders zijn al vooraf gemonteerd voor gebruik met flexibel substraten. Als u onbuigzame substraten wilt gebruiken, moet u de afdrukgebiedmodules installeren die geschikt zijn voor onbuigzame substraten.
Pagina 70
Inhoud van de kit Gemonteerde substraatrandhouders voor flexibel substraten: Invoermodule Afdrukgebiedmodule met het label ≤ 0,5 mm / ≤ 0,02 inch Uitvoermodule BELANGRIJK: Zorg ervoor dat beschermfil is aangebracht op alle afdrukgebiedmodules voor flexibe substraat. Afdrukgebiedmodules met het label > 0,5 mm / > 0,02 inch (2) Verlengstukken voor de uitlijningsbalk (5) Basis voor opvulplaatjes Opvulplaatjes...
Pagina 71
Installatieprocedure De randhouders moeten voorafgaand aan het gebruik worden gemonteerd. De in de afbeelding weergegeven onderdelen worden geleverd in de kit met de substraatrandhouders. De afdrukgebiedmodule moet worden gekozen op basis van de dikte van het te gebruiken substraat. Raadpleeg het label op elke afdrukgebiedmodule om te weten welke u nodig hebt.
Pagina 72
Herhaal beide handelingen om de tweede randhouder te monteren. Nadat de randhouders zijn gemonteerd, kunnen ze in de meegeleverde doos worden bewaard. BELANGRIJK: Als u met dikkere substraten werkt, moeten opvulplaatjes op de randhouders worden gemonteerd zodat u ermee kunt werken. Zie De opvulplaatjes monteren op pagina De substraatrandhouders gebruiken De opvulplaatjes monteren...
Pagina 73
Dikte van de opvulplaatjes Substraatdikte 0,5 mm 1 mm 3 mm 5 mm Basis ≤9,5 mm 9,1–9,5 mm 9,6–10,0 mm >9,5 mm 10,1–10,5 mm >9,5 mm 10,6–11,0 mm >9,5 mm 11,1–11,5 mm >9,5 mm 11,6–12,0 mm >9,5 mm 12,1–12,5 mm >9,5 mm 12,6–13,0 mm >9,5 mm...
Pagina 74
Bevestig het geheel op de bovenkant van de randhouder. BELANGRIJK: Als de substraatdikte maximaal 9,5 mm is, moeten de schroeven voor het monteren van de randhouders bovenaan worden geplaatst; Als de substraatdikte hoger is dan 9,5 mm, moeten de schroeven onderaan worden geplaatst, zoals wordt weergegeven in de afbeelding.
Pagina 75
De randhouders positioneren Gebruik het substraat als referentie om de randhouders te positioneren. De randhouders installeren Tik in de Internal Print Server op Bovenste in het menu Scanstraal. Hierdoor worden de scan-asstraal en de uithardingsmodule naar de hoogste positie verplaatst. Zorg ervoor dat het substraat is geladen.
Pagina 76
Pak de verlengstukken voor de uitlijningsbalk vast en monteer ze op de uitlijningsbalk. Hieronder vindt u het gedetailleerde installatieproces: Plaats de flenze aan de onderkant van de uitlijningsbalk en druk vervolgens bovenaan tegen de verlengingsbalk. Plaats twee verlengstukken voor de uitlijningsbalk aan de randen van de uitlijningsbalk. Plaats nog twee verlengstukken voor de uitlijningsbalk tussen elk paar randhouders die zullen worden gebruikt.
Pagina 77
Als de randhouders aan de randen van de substraatdoorvoerriem worden geplaatst vanwege de grootte van het substraat, monteert u slechts twee verlengstukken voor de uitlijningsbalk, zoals hieronder wordt weergegeven. U kunt nu normaal afdrukken. De randhouders verwijderen Tik in de Internal Print Server op Bovenste in het menu Scanstraal. Hierdoor worden de scan-asstraal en de uithardingsmodule naar de hoogste positie verplaatst.
Pagina 78
Aan de uitvoerkant van de printer maakt u de handgreep uit het achtereindstuk los. Ga naar de invoerkant van de printer, trek de randhouder uit de plaatsbepaler en vouw deze op wanneer deze uit het afdrukgebied komt. Verwijder het verlengstuk van de uitlijningsbalk uit de uitlijningsbalk. Verwijder dit eerst uit de bovenrand en vervolgens uit de onderkant.
Pagina 79
Tik in de Internal Print Server op de optie geen randhouders. Wanneer u de randhouders hebt verwijderd, kunt u het afdrukken gewoon hervatten. Belangrijkste onderhoudstaken De substraatrandhouders reinigen Zorg ervoor dat de substraatrandhouders schoon zijn voordat u ze monteert. Controleer de boven- en onderkant, vooral die van de afdrukgebiedmodules. Reinig de substraatrandhouders met een pluisvrije doek die is bevochtigd met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik, zoals Simple Green.
Pagina 80
BELANGRIJK: Slechts een van de twee gaten in de riem heeft een huls. Dit gat moet aan de handgreep worden bevestigd. Een onderdeel van de randhouder vervangen Alle onderdelen van een randhouder die stuk of beschadigd zijn, moeten worden vervangen. Raadpleeg De substraatrandhouders instellen op pagina 61 om een nieuwe onderdeel te monteren.
Pagina 81
In het venster Substraat kiest u het substraat waarop u wilt afdrukken en stelt u de parameters ervan in. Substraatconfigurati op pagina 46 voor meer informatie. Plaats het substraat op de substraatdoorvoerriem met behulp van de uitlijningsbalken aan de voorkant en de zijkant.
Pagina 82
Een papierrol verwijderen OPMERKING: Neem contact op met HP voor meer informatie over de aanbevolen oplossingen van andere fabrikanten voor substraatlichters en kernadapters. Controleer of de printer niet afdrukt. Ga naar de Internal Print Server en tik op Laden/verwijderen. Snij het substraat.
Pagina 83
Opwikkelspoel OPMERKING: Gebruik voor de uitvoerrol een enkele lege kern van dezelfde lengte als de invoerkern. Plaats niet twee of meer kortere kernen op dezelfde as. Dit kan problemen geven met de doorvoer van het substraat. OPMERKING: De opwikkelspoel wordt gedeactiveerd tijdens het laden van het substraat en het automatisch afwikkelen.
Pagina 84
Afdruktaken maken en beheren ● Een nieuwe afdruktaak toevoegen ● Voorinstellingen substraat ● Een nieuw substraat gebruiken ● De printer voorbereiden voor een nieuw substraat ● Een substraatvoorinstelling toevoegen ● Een nieuwe substraatvoorinstelling bewerken ● Een substraatvoorinstelling verwijderen ● De positie van de wagenbalk instellen Hoofdstuk 6 Afdruktaken maken en beheren NLWW...
Pagina 85
De Internal Print Server kan geen bestanden rechtstreeks van het netwerk halen omdat toegang niet snel genoeg is. BELANGRIJK: Om het toevoegen van nieuwe taken gemakkelijker te maken, raadt HP aan de printer als volgt te configureren ●...
Pagina 86
Tik op . Navigeer naar de map met de afdruktaakbestanden en tik op Openen om de taak te importeren in de Internal Print Server. TIP: U kunt de lijst op iedere kolom sorteren. Uw taak wordt toegevoegd aan de overeenkomstige sleuf van de opslagplaats van de taak. Dubbeltik op de taak.
Pagina 87
Bij flexibel substraten wordt het aanbevolen de rol-naar-rolconfigurati te gebruiken als u een nieuwe voorinstelling maakt. Stel de wagenbalk op de juiste positie in: zie De positie van de wagenbalk instellen op pagina Een substraatvoorinstelling toevoegen http://www.hp.com/go/latexRseries/add_new_media NLWW Voorinstellingen substraat...
Pagina 88
Om een substraatvoorinstelling te klonen, volgt u deze stappen: HP raadt u ten zeerste aan het substraat waarop de voorinstelling van toepassing is, in de printer te laden voordat u verdergaat met dit proces. Ga naar de Internal Print Server en tik op tussen de pictogrammen onderaan het scherm.
Pagina 89
Tik op Dupliceren om de voorinstelling te klonen en voer een naam in voor de nieuwe voorinstelling. Tik op Bewerken om de instellingen van de nieuwe voorinstelling te wijzigen. Tik op het pictogram van de afdrukmodus die u wilt wijzigen; of tik op Nieuwe afdrukmodus toevoegen. U kunt de naam van elke afdrukmodus verwijderen of wijzigen, hoewel u minstens één afdrukmodus moet behouden.
Pagina 90
1. De afdrukmodus definiëre en testen ● Naam afdrukmodus: kies een naam om de nieuw gemaakte afdrukmodus te identificeren ● Warmtegevoelig substraat: schakel deze optie in als bij hoge temperaturen vervormingen in het substraat optreden. Als u deze optie inschakelt, verhoogt u het aantal passages en verlaagt u de doorvoersnelheid.
Pagina 91
○ Geen lampje aan achterkant: Bedoeld voor dubbelzijdige toepassingen. Alleen beschikbaar voor frontlit-substraten. U kunt de afdruk vanaf beide zijden van het substraat bekijken. ○ Lampje aan achterkant vanaf de bedrukte zijde: Bedoeld voor dag- en nachttoepassingen. Alleen beschikbaar voor backlit-substraten. U kunt de afdruk altijd door het substraat bekijken.
Pagina 92
BELANGRIJK: Om de waarden voor de inktdichtheid en het overcoatniveau te wijzigen, kunt u de hierboven beschreven test afdrukken. Controleer de afdruk en kies het nummer in de vervolgkeuzelijst van de kleurverzadiging dat overeenkomt met uw voorkeuren wat uitharden en drogen betreft. Als u geen bevredigende resultaten krijgt, probeert u dan de temperatuur te wijzigen en opnieuw af te drukken.
Pagina 93
Automatische kleurkalibratie: kleurkalibratie wordt aanbevolen om de kleurconsistentie te garanderen. Dit proces verloopt automatisch en duurt ongeveer 15 minuten. Kleurkalibratie wordt alleen ondersteund bij witte frontlit-substraten. HP raadt niet aan om dit proberen te doen met backlit, transparante of niet-witte substraten.
Pagina 94
OPMERKING: Dit is alleen uitvoerbaar met substraten die geen thermische vervormingsdefecten tonen bij hoge temperaturen. ● Risico: wanneer u het aantal passages reduceert, met name 4 of minder, worden sommige artefacten, zoals korrels, uitvloeiing, samensmelting en streepvorming zichtbaar. Het is mogelijk om dit tot op zekere hoogte te compenseren met de volgende instellingen: –...
Pagina 95
● Een 4-kleursinktset kan het totale inktgebruik verminderen, omdat de inktkleuren licht cyaan en licht magenta niet worden gebruikt bij het afdrukken. OPMERKING: Er wordt nog steeds een beetje inkt van elke printkop gebruikt om de printkop gezond te houden. ●...
Pagina 96
De afdrukstroom aanpassen voor optimale kleurprestaties Controleer de kleurkalibratie van uw substraat en kalibreer als dit wordt aangeraden. Tik hiertoe op Substraat > Kleurkalibratie in de Internal Print Server. Zie Printer kalibreren op pagina 118. Maak ICC-profiele voor uw substraat; zie uw RIP-documentatie voor instructies. Een substraatvoorinstelling verwijderen Als u een substraatvoorinstelling van uw printer wilt verwijderen, gaat u naar de Internal Print Server en tikt u op , selecteert u het substraat dat u wilt verwijderen en tikt u op het prullenbakpictogram.
Pagina 97
Werken met het inktsysteem ● Inktsysteemonderdelen – Inktpatronen – Printkoppen – Printkopreinigingsrol – Rubberen printkopreinigingsbladen – Aerosolfilter – Linker lekbak – Fles afvalinkt – Tank met gedestilleerd water – Schuimblok van de lekbak van de druppeldetector ● Werken met de onderdelen van het inktsysteem –...
Pagina 98
Printer met dynamische beveiliging. Alleen bedoeld voor gebruik met patronen met een originele HP chip. Patronen die gebruik maken van een niet-HP chip zouden niet kunnen werken en niet-HP chips die nu wel werken zouden in de toekomst mogelijkerwijs niet meer kunnen werken. Voor meer info, zie: http://www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
Pagina 99
337). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit. Het schrijfsysteem met zes kleuren van de printer gebruikt drie tweekleurige printkoppen met in totaal 31.680 spuitopeningen en een HP Latex-optimalisatieprintkop met 10.560 spuitopeningen. Aerosolfilter Vergrendeling van kleurprintkop Vergrendeling van witte printkop...
Pagina 100
TIP: Wanneer u een printkop voor de eerste keer in een sleuf plaatst, raadt HP aan om de printkop zichtbaar te markeren om de positie te bepalen, omdat de printkop op elk moment en om verschillende redenen uit de sleuf kan worden gehaald.
Pagina 101
BELANGRIJK: Verwijder dit mengsel volgens de plaatselijke milieuvoorschriften. U vindt de veiligheidsinformatie (SDS) voor de inkt op http://www.hp.com/go/msds. Tank met gedestilleerd water De tank met gedestilleerd water heeft een capaciteit van 10 liter en moet worden gevuld met gedestilleerd water wanneer de printkopreinigingsrol wordt vervangen of wanneer de printer hierom vraagt.
Pagina 102
De printer kan minimaal 10 minuten zonder inktpatronen werken, afhankelijk van de afdrukmodus en de afdruktaak. U kunt de inktpatronen dus tijdens het afdrukken vervangen. Als u een nieuwe afdruktaak start, moet een werkende inktpatroon aanwezig zijn. Ga naar de inktpatroon die u wilt verwijderen. De patronen bevinden zich links vooraan op de printer. Koppel de inktpatronen los door de tabjes aan elke kant van de patroon in te drukken en rustig naar u toe te trekken.
Pagina 103
Controleer of de nieuwe inktpatroon van de juiste kleur is. Plaats de inktpatroon op een vlakke ondergrond en draai deze viermaal rond (360 graden draaien) zoals aangegeven op het etiket, om te zorgen dat de inkt voor gebruik goed gemengd is. Scheur het vierkant af en vouw deze in de hendel zoals afgebeeld.
Pagina 104
Printer met dynamische beveiliging. Alleen bedoeld voor gebruik met patronen met een originele HP chip. Patronen die gebruik maken van een niet-HP chip zouden niet kunnen werken en niet-HP chips die nu wel werken zouden in de toekomst mogelijkerwijs niet meer kunnen werken. Voor meer info, zie: http://www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
Pagina 105
Als de garantiestatus Zie garantieverklaring is, betekent dit dat u inkt van een andere leverancier dan HP gebruikt. Als de garantiestatus Buiten de garantie is, betekent dit dat u inkt van een andere leverancier dan HP gebruikt. Zie het beperkte garantiedocument dat wordt geleverd met uw printer voor details over de implicaties van de garantie.
Pagina 106
Verwijder de printkop uit de printer. De verpakking van de nieuwe printkop kunt u gebruiken om de oude printkop af te voeren of voor het geval een printkop moet worden geretourneerd aan HP. Bescherm de printkop met de oranje verzegelingsdop als deze moet worden hergebruikt.
Pagina 107
Printkop plaatsen Er zijn drie soorten printkoppen, maar ze zijn niet allemaal compatibel met alle sleuven in de wagen. BELANGRIJK: Nadat u een printkop in een sleuf hebt geplaatst, kan deze niet naar een andere sleuf worden verplaatst. Het volgende gebeurt wanneer alle printkoppen zijn geïnstalleerd: ●...
Pagina 108
Laat de vergrendeling zakken totdat deze op de printkop ligt en vergrendel de vergrendeling door deze te openen zodat deze op de haak past. Daarna sluit u deze. 100 Hoofdstuk 7 Werken met het inktsysteem NLWW...
Pagina 109
VOORZICHTIG: Het is belangrijk om de HP Latex-optimizer-sluitingsdop te gebruiken voor de HP Latex- optimalisatieprintkop. Vermijd contact tussen de optimalisatie-inkt en de gekleurde inkten. NLWW...
Pagina 110
HP raadt voor optimaal gebruik aan originele inktpatronen van HP te gebruiken. HP Latex-printsystemen, inclusief originele inkt en printkoppen van HP, zijn bij elkaar ontworpen en in elkaar gezet om ongelimiteerde afdrukkwaliteit, consistentie, prestaties, duurzaamheid en waarde te bieden bij elke afdruk.
Pagina 111
De onderdelen van de printkopreinigingsrolkit vervangen http://www.hp.com/go/latexRseries/replace_ph_cleaning_roll_pinch WAARSCHUWING! Deze bewerking kan alleen door opgeleid personeel worden uitgevoerd! OPMERKING: Tijdens de installatie van de printer heeft het aangewezen personeel training voor het veilige gebruik en onderhoud van de printer gehad. Het is niet toegestaan de printer te gebruiken zonder deze training.
Pagina 112
Gedestilleerd water is ook nodig, maar wordt niet meegeleverd in de kit. In de Internal Print Server vindt u instructies voor alle vervangingen en HP raadt aan de instructies te volgen. Ga naar de Internal Print Server, tik op Printer, daarna op Andere benodigdheden op de appbalk en vervolgens op de knop Vervangen naast het reinigingspakket.
Pagina 113
Het schuimblok van de linker lekbak vervangen Open de bovenklep (1) en trek de uithardingsmodule eruit (2). Zoek de linker lekbak aan de linkerkant van het afdrukgebied. Verwijder het schuimblok uit de linker lekbak, buig het en til het licht op. Plaats het nieuwe schuimblok in de behuizing van de linker lekbak, waarbij u het lichtjes buigt.
Pagina 114
Het reinigingsblad van de linker printkop vervangen Pak het printkopreinigingsblad in het midden vast en trek het recht omhoog. Plaats het nieuwe blad. Wanneer het blad vanuit het midden is bevestigd, duwt u het voorzichtig naar beneden op de zijkanten totdat het op de lifters rust. Sluit de uithardingsmodule (1) en de bovenklep (2).
Pagina 115
De watertank opnieuw vullen Zoek de dop op de zijklep van het uitvoerpad. Open de dop. Vul de binnenfle opnieuw met gedestilleerd water (niet meegeleverd). VOORZICHTIG: Wees voorzichtig tijdens het vullen van de tank, omdat de niveau-indicator alleen leeg en niet leeg herkent.
Pagina 116
Sluit de dop. De aerosolfilter vervangen Zorg ervoor dat deksels en kleppen zijn gesloten en in hun oorspronkelijke positie blijven. Open de afdekking van de afdrukwagen. 108 Hoofdstuk 7 Werken met het inktsysteem NLWW...
Pagina 117
Open een vergrendeling aan de rechterkant van elke aerosolfiltermodule Open het deksel van elk filter Haal het frame uit de aerosolhouder. Verwijder het filte uit het frame. NLWW Werken met de onderdelen van het inktsysteem 109...
Pagina 118
Reinig de framespuitmond met de borstel uit de onderhoudskit. Verwijder alle opgehoopte vezels. Plaats het nieuwe filte in het frame. Plaats het frame met het nieuwe filte in de printer. De frames kunnen slechts op één manier worden geplaatst. Voelt u weerstand, probeer het frame dan andersom te plaatsen.
Pagina 119
Sluit de afdekking van de afdrukwagen. De fle afvalinkt van de printkopreiniging legen De fle afvalinkt voor printkopreiniging legen op pagina 215. Het schuimblok van de lekbak van de druppeldetector vervangen Ontgrendel en open de deur van de printkopreinigingsrol rechtsvoor op de printer en open de afdekking van de afdrukwagen.
Pagina 120
Plaats het nieuwe schuimblok in de behuizing. Zorg ervoor dat het vlak is. Sluit de afdekking van de afdrukwagen en de deur van de printkopreinigingsrol. Vervang de reinigingsrol voor de printkoppen. Het onverbruikte deel van de rol wordt op dit moment op de opwikkelrol gerold. Er verschijnt een waarschuwing als het onverbruikte deel meer dan 5% van de hele rol is.
Pagina 121
● Middelste omleider (reinig het hele oppervlak) ● Hellende oppervlakken (gebruik indien nodig een plamuurmes) ● Linker omleider ● Linker vergrendeling ● Boorgat ● Aandrijfrol ● Aandrukaandrijving ● Aandrukrol BELANGRIJK: Reinig de aandrukrol voorzichtig met een spons en gedestilleerd water. Er kunnen fouten optreden als deze niet schoon is.
Pagina 122
Gebruik de lege kern als opwikkelkern. Schuif de nieuwe rol op de bovenste as door op de kunststofkern en niet op de rol te drukken. Plaats de einddop op de bovenste as en schuif alles samen totdat u een klik hoort, zodat u de rol juist kunt positioneren.
Pagina 123
Leid de voorrand van de reinigingsrol over de zijdelingse omleiders, maar onder de middelste omleider en steek het reinigingsmateriaal door het aandrukwiel aan de linkerkant. Er bevindt zich een strook polyesterfolie op de voorste rand van het reinigingsmateriaal. Schuif deze in de opening in de opwikkelkern, de folie wordt vastgeklemd in de opening.
Pagina 124
OPMERKING: Als de reinigingsrol niet correct is geïnstalleerd, kan de melding verschijnen dat de printkopreinigingsrol vastzit. Haal de hele eenheid eruit, draai de rol een stukje vooruit en schuif de eenheid weer op haar plaats. De printer controleert de rol opnieuw. U moet op Opnieuw initialiseren tikken om statusfouten te wissen.
Pagina 125
De lengtetracering van de printkopreinigingsrol is nu teruggezet op 100%. OPMERKING: Als u halfgebruikte rollen niet juist gebruikt, is het gebruik dat wordt weergegeven in de Internal Print Server niet nauwkeurig en kan de besturing van de rol worden belemmerd. NLWW Werken met de onderdelen van het inktsysteem 117...
Pagina 126
Printer kalibreren ● De printkoppen uitlijnen ● Mogelijke problemen met printkopuitlijning ● Kleurkalibratie ● Kleurenconsistentie tussen verschillende HP Latex R-serie-printers ● Kleuremulatie ● Kleurprofiele ● Substraatdoorvoercompensatie ● Aanbevolen kalibraties na bepaalde gebeurtenissen 118 Hoofdstuk 8 Printer kalibreren NLWW...
Pagina 127
De printkoppen uitlijnen Een precieze uitlijning tussen de printkoppen is van essentieel belang voor kleurnauwkeurigheid, soepele kleurovergangen en scherpe randen in grafisch elementen. Printkopuitlijning wordt aanbevolen in de volgende situaties: ● Na het vervangen of opnieuw installeren van de printkop. ●...
Pagina 128
De drie patronen ziet u op onderstaande afbeelding: ● Scan-asuitlijning van elke kleur, snelheid 55 ips ● Scan-asuitlijning van elke kleur, snelheid 45 ips ● Asuitlijning van het substraat van elke kleur OPMERKING: Als automatisch uitlijnen niet lukt, gaat u naar Automatische printkopuitlijning mislukt op pagina 274.
Pagina 129
Handmatige uitlijningsprocedure Tik in de widget printkopuitlijning op Kleur of Wit + OP in het gedeelte HANDMATIG. Er zijn twee handmatige uitlijnpatronen: één voor kleuren en één voor witte inkt. De uitlijning van witte inkt kan alleen worden uitgevoerd als u de witte upgradekit hebt geïnstalleerd. Als u de handmatige kleurenuitlijning wilt starten, tikt u op Kleur in het gedeelte HANDMATIG.
Pagina 130
Als u de witte upgradekit hebt geïnstalleerd, moet u ook de afzonderlijke uitlijning van de witte printkop uitvoeren door terug te gaan naar de widget printkopuitlijning en te tikken op Wit + OP in het gedeelte HANDMATIG. OPMERKING: OP staat voor optimalisatie, in dit geval de optimalisatie voor witte inkt. Controleer het onderstaande patroon en volg dezelfde instructies als voor de handmatige uitlijning van de kleuren.
Pagina 131
Het onderstaande schema geeft de verdeling van de printkoppen in de wagen weer. Het geeft ook het onderlinge verband tussen de printkop en de patronen weer, met richtlijnen voor de richting van de correcties (0 - 40) die moeten worden toegepast. OPMERKING: In het bovenstaande schema wordt 'Printkop’...
Pagina 132
Patroon Printkoppen Correctietype K/OC Scan-as K/Pt1 Scan-as Scan-as in twee richtingen, 55 ips Scan-as in twee richtingen, 55 ips Scan-as in twee richtingen, 55 ips Scan-as in twee richtingen, 45 ips Scan-as in twee richtingen, 45 ips Scan-as in twee richtingen, 45 ips K/LM Scan-as Scan-as...
Pagina 133
De optimalisatieprintkop uitlijnen De optimalisatie- en overcoatinkt is transparant en daardoor niet gemakkelijk te zien. Om het beter zichtbaar te maken, is er een achtergrond van samengestelde inkt bovenop geplaatst. Deze markeert de optimalisatie- en overcoatinkt waardoor deze meestal zichtbaar is. De patronen C2, C4, C6, F2, F4 en F6 zijn bedoeld om de optimalisatieprintkop uit te lijnen met de gekleurde printkoppen, en de patronen C1, C3, C5, F1, F3 en F5 zijn bedoeld om de overcoatprintkop uit te lijnen met de gekleurde printkoppen.
Pagina 134
BELANGRIJK: HP raadt ten sterkste aan om beide diagnostische plots (voor kleur en witte inkt) tegelijkertijd op transparant vinyl af te drukken. Als dit niet haalbaar is, moet de diagnostische kleurenplot worden afgedrukt op wit vinyl en de diagnostische witte plot op zwart vinyl.
Pagina 135
Zone 3: Bidirectionele uitlijning voor optimizer en overcoat Deze zone geeft de bidirectionele uitlijning voor optimizer en overcoat weer. Het patroon wordt gevormd door een reeks verticale lijnen. Elke printkop heeft een verticale lijn. Controleer of elke kleurprintkop is uitgelijnd met de lijn in het midden. Deze regel geeft aan waar de verwachte omzettingen zich tussen voorwaartse en achterwaartse richtingen bevinden.
Pagina 136
Zone 3: Bidirectionele uitlijning voor optimizer en overcoat Zone 4: Uitlijning van printkop-naar-printkop voor optimizer en overcoat Kleurkalibratie Met kleurkalibratie kan uw printer consistente kleuren produceren met een bepaald substraattype, zelfs als printkoppen, inktpatronen en omgevingscondities veranderen. Kleurkalibratie stelt de inktbeperking en linearisatie in, die verschilt met het gewicht van de printkop. Deze kalibratie is ontworpen om consistentie te leveren naarmate de printkop veroudert (valgewichtsdegradatie) en tussen verschillende printers.
Pagina 137
Voor flexibel substraten ▲ Om de kleurkalibratie vanaf de Internal Print Server te starten, tikt u op Substraatbibliotheek in de appbalk en selecteert u in de lijst aan de linkerkant het substraat dat u wilt kalibreren. Zodra u uw substraat in het midden van het scherm kunt zien, tikt u op en daarna op Bewerken >...
Pagina 138
BELANGRIJK: Om een flexibe substraat te kalibreren, moet u een rol op een as kalibreren en niet alleen een los vel flexibe substraat. OPMERKING: Kleurkalibratie wordt niet aanbevolen wanneer de wagenbalk in een hogere positie staat dan normaal. Het kalibratieproces verloopt volledig automatisch en kan zonder toezicht worden uitgevoerd nadat u substraat hebt geladen van het type dat u wilt kalibreren.
Pagina 139
U moet een substraattype kalibreren voordat u er een kleurprofie voor maakt; u kunt later wel opnieuw kalibreren, zonder een nieuwe kleurprofie te hoeven maken; Kleurenconsistentie tussen verschillende HP Latex R-serie-printers U kunt consistente kleuren afdrukken op verschillende HP Latex-printers door een gekalibreerde substraatvoorinstelling (zie Voorinstellingen substraat op pagina 79) van een gekalibreerde printer naar een andere printer te exporteren.
Pagina 140
Kleurprofiele Kleurkalibratie zorgt voor consistente kleuren, maar consistente kleuren zijn niet noodzakelijkerwijs nauwkeurig. Als uw printer alle kleuren zwart afdrukt, kunnen de kleuren wel consistent zijn, maar ze zijn zeker niet nauwkeurig. Om nauwkeurigheid in kleuren te verkrijgen moeten de kleurwaarden in uw bestanden worden omgezet naar de kleurwaarden die de correcte kleuren met uw printer, inkt en het substraat produceren.
Pagina 141
Zoek de lichtste kolom op en voeg het nummer hiervan in als de doorvoerparameter voor de Printer > dialoogvenster Afdrukinstellingen. Als er twee kleuren zijn met dezelfde lichte tint, kiest u het gemiddelde tussen de twee. Volg dit proces voor elk patroon dat wordt afgedrukt (23). Vergeet niet dat IPS-waarden worden uitgedrukt als o/oo.
Pagina 142
Hardwareonderhoud WAARSCHUWING! Hardware maintenance mag alleen worden uitgevoerd door opgeleid personeel. Tijdens de installatie van de printer heeft het aangewezen personeel training voor het veilige gebruik en onderhoud van de printer gehad. Het is niet toegestaan de printer te gebruiken zonder deze training. ●...
Pagina 143
Veiligheidsmaatregelen Lees en volg de veiligheidsmaatregelen om te controleren of u de apparatuur veilig gebruikt: zie Veiligheidsmaatregelen op pagina U wordt verwacht de juiste technische opleiding en ervaring te hebben die nodig zijn om bekend te zijn met de gevaren waaraan u kunt worden blootgesteld bij het uitvoeren van een taak en de juiste maatregelen te treffe om de risico's voor uzelf en anderen te minimaliseren.
Pagina 144
* Frequenties zijn een schatting en zijn afhankelijk van de gebruikte afdrukmodus. OPMERKING: http://hp.com voor de meest recente informatie over beschikbare kits voor uw printer en de inhoud ervan. Reserveonderdelen voor standaardreparaties door de gebruiker...
Pagina 145
1 kit, 8 viltjes Reinigingsbladen voor witte printkop Reinigingsbladen voor oranje printkop tussentanks Vet- en oliekit http://hp.com voor de meest recente informatie over beschikbare kits voor uw printer en de inhoud ervan. OPMERKING: De inhoud van de kit kan verschillen. OPMERKING: Sommige sleutels worden meegeleverd bij de printer.
Pagina 146
Aanbevolen onderhoudshulpmiddelen die niet zijn meegeleverd Spons om de printkop, de aandrukrol, de aandrijving en de diverterstangen te reinigen Pluisvrije doek, voor het reinigen van Gedestilleerd water voor algemene reiniging Borstel voor het reinigen van stof en kleppen, sensoren en gevoelige onderdelen of een industrieel reinigingsmiddel voor gedroogde inkt van onderdelen en (meegeleverd in het reinigingspakket, maar...
Pagina 147
Overzicht van onderhoudswerkzaamheden Onderhoudsinstructies voor alle substraten Frequentie Onderhoudstaak Kruisverwijzing Onderdeelnummer en beschrijving Dagelijks De printkoppen controleren en De printkoppen controleren en Reinigingspakket aanbevolen reinigen reinigen op pagina 102 Het reinigingsblad van de linker Het reinigingsblad van de linker Reinigingspakket printkop controleren en reinigen printkop reinigen op pagina 145 Dagelijks...
Pagina 148
Onderhoudsinstructies voor alle substraten (vervolg) Frequentie Onderhoudstaak Kruisverwijzing Onderdeelnummer en beschrijving Het koelventilatorrooster van de Het koelventilatorrooster van de Printeronderhoudskit wagen reinigen wagen reinigen op pagina 176 De geperforeerde uithardplaat De geperforeerde uithardplaat Printeronderhoudskit reinigen reinigen op pagina 178 De tussentanks controleren en indien Een tussentank controleren en Printeronderhoudskit nodig vervangen...
Pagina 149
Onderhoudsinstructies voor alle substraten (vervolg) Frequentie Onderhoudstaak Kruisverwijzing Onderdeelnummer en beschrijving De ventilatiefilter van de e-box De ventilatiefilter van de e-box Printeronderhoudskit vervangen vervangen op pagina 217 Een ventilatiefilte van de Het ventilatiefilte van de voedingskast vervangen voedingskast op pagina 218 Een wiel van de uitlijningsbalk Een wiel van de uitlijningsbalk vervangen...
Pagina 150
Er worden ook instructies gegeven voor het vervangen van onderdelen en het oplossen van de meest voorkomende fouten. Omdat deze informatie zich in de cloud van HP bevindt, kan HP deze bijwerken en verbeteren, zodat u altijd over de laatste versie beschikt.
Pagina 151
Bewegingen van het printersysteem Om de wagenbalk te verplaatsen, gebruikt u de sneltoetsen van de printer. Volg alle veiligheidsmaatregelen. De printer in- en uitschakelen voor onderhoudswerkzaamheden BELANGRIJK: Als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert moet u de printer altijd uit en aan zetten zoals hieronder beschreven.
Pagina 152
Zet de printer aan Schakel de printer in via de hoofdschakelaar aan de rechtervoorkant van de printer. Hou de Internal Print Server in de gaten en heractiveer de printer als u hierom gevraagd wordt, op de normale manier. VOORZICHTIG: Bij sommige onderhoudsprocedures staat de wagenbalk omhoog als u de printer inschakelt en beweegt de wagen tijdens de initialisatie.
Pagina 153
Het reinigingsblad van de linker printkop reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de bovenklep (1) en trek de uithardingsmodule eruit (2). Zoek het linker printkopreinigingsblad aan de linkerkant van het afdrukgebied naast de linker lekbak. Reinig het rubberen blad met een pluisvrije doek en indien nodig met gedestilleerd water.
Pagina 154
Dagelijks aanbevolen onderhoud (alleen witte inkt) Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten. Zorg ervoor dat u de juiste veiligheidsmaatregelen volgt. Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers...
Pagina 155
Wekelijks onderhoud http://www.hp.com/go/latexRseries/weekly_maintenance Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten. Zorg ervoor dat u de juiste veiligheidsmaatregelen volgt.
Pagina 156
Open de afdekking van de afdrukwagen. Open één vergrendeling aan de rechterkant van elke aerosolfiltermodule Open het deksel van elk filter 148 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 157
Verwijder beide aerosolfilterframe met behulp van de handgrepen. Verwijder de filter uit hun frames. Gebruik een platte schroevendraaier om de droge aerosol te verwijderen en gebruik vervolgens een borstel om het resterende vuil uit het filterfram te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen losse vuildeeltjes in het frame terechtkomen.
Pagina 158
Plaats beide filter terug in hun frames. BELANGRIJK: Plaats dezelfde filter die u al gebruikte terug, tenzij u door de printer wordt gevraagd om deze te vervangen door nieuwe filters Plaats beide filterframe terug in de printer. Ze kunnen maar op één manier worden geplaatst. Als u weerstand voelt, kunt u proberen het filte andersom te plaatsen.
Pagina 159
De omleider en stangen van de printkopreinigingsrol reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de afdekking van de afdrukwagen. Verplaats de wagen met de hand naar links. Reinig de diverter en stangen van de rubberen printkopreiniger met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water.
Pagina 160
Als de afdekking van de afdrukwagen open staat, ontgrendelt en opent u de deur van de printkopreinigingsrol. Trek de zwarte knop eruit. Reinig de stang van bovenaf met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water. 152 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 161
Zet het materiaal opzij om de printkopreinigingsbladen te bereiken Reinig beide bladen met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water. Zet het materiaal terug naar de oorspronkelijke positie. Reinig de stang in het midden van het reinigingsrolpad met een pluisvrije doek. NLWW Wekelijks onderhoud 153...
Pagina 162
Zet het klemmechanisme terug door de zwarte knop weer op de oorspronkelijke plaats te zetten. Sluit de afdekking van de afdrukwagen. De kapjes van het servicestation reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4...
Pagina 163
Verplaats de wagen handmatig naar links om toegang te krijgen tot het servicestation. Reinig de kappen van het servicestation met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water. Reinig het gebied rond de kappen van het servicestation. Schuif de wagen voorzichtig naar rechts totdat deze stopt. NLWW Wekelijks onderhoud 155...
Pagina 164
Sluit de afdekking van de afdrukwagen. Maandelijks onderhoud Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten. Zorg ervoor dat u de juiste veiligheidsmaatregelen volgt. Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers...
Pagina 165
De stangen van de druppeldetector reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de afdekking van de afdrukwagen. Verplaats de wagen met de hand naar links. Zoek de druppeldetector en de stangen.
Pagina 166
Reinig de stangen met een pluisvrije doek die is bevochtigd met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green). Verwijder alle resterende zeepschuim met een droge doek. Smeer de stangen in door twee druppels olie op elke stang aan te brengen: één in het midden en één aan elk uiteinde.
Pagina 167
Als de verlengtafels zijn geïnstalleerd, verwijdert u deze uit de printer. Als er zich een grote ophoping van gedroogde inkt op de riem bevindt, verwijdert u het merendeel ervan met een plamuurmes en reinigt u het gebied met een stofzuiger. BELANGRIJK: Gebruik het mes dat is meegeleverd in de reinigingsset.
Pagina 168
Open de deur van de printkopreinigingsrol. Open het aandrukwiel, trek de zwarte kunststof knop eruit en draai eraan. Reinig het aandrukwiel met een spons en gedestilleerd water. Zorg ervoor dat er geen gedroogde inkt op het aandrukwiel achterblijft. 160 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 169
Sluit het aandrukwiel met de zwarte kunststof knop. Sluit de deur naar de printkopreinigingsrol en de afdekking van de afdrukwagen. De lijnsensor en de botsingsensoren reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie...
Pagina 170
Sluit de uithardingsmodule. Open de bovenklep en de afdekking van de afdrukwagen. Elke 4 maanden (alleen witte inkt) Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten.
Pagina 171
De hulpprintkop reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de afdekking van de afdrukwagen. Verwijder de printkop of de hulpprintkop uit de inktsleuf voor witte inkt nummer 1. Controleer of de overeenkomstige hulpprintkop in sleufnummer 2 zit.
Pagina 172
Wacht op het resultaat van de diagnostische test. Als de statusbalk groen is, werkt de hulpprintkop. Als de statusbalk rood is, moet u de hulpprintkop vervangen door een nieuwe. Plaats de andere hulpprintkop in sleufnummer 1 zit. Verwijder de al gecontroleerde hulpprintkop uit sleufnummer 2. BELANGRIJK: Controleer ook de andere hulpprintkop.
Pagina 173
Verwijder de opbergdoos uit het wiel. Open de opbergdoos en verwijder de hulp- of witte printkop aan de binnenkant. Controleer de kunststof naalden en verwijder de resterende inkt. NLWW Elke 4 maanden (alleen witte inkt) 165...
Pagina 174
Plaats de printkop terug in de opbergdoos en sluit de doos. Plaats de opbergdoos terug in het wiel. Sluit de deur van de printkopreinigingsrol. 375 liter-onderhoud Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten.
Pagina 175
Open de afdekking van de afdrukwagen. Verplaats de wagen handmatig naar links. Ontgrendel en open de deur van de printkopreinigingsrol. Gebruik handschoenen om uw handen te beschermen. NLWW 375 liter-onderhoud 167...
Pagina 176
Trek aan de zwarte knop linksboven en schuif het klemmechanisme zijwaarts. Leg het printkopreinigingsmateriaal opzij om de printkopreinigingsbladen te kunnen openen. Pak het printkopreinigingsblad in het midden vast en trek het naar buiten. VOORZICHTIG: Pas op dat u de spuitmond van de watertoevoer niet beschadigt. 168 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 177
Plaats de nieuwe bladen op hun plaats (zie label). VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u het reinigingsmateriaal van de printkop niet beschadigt. Zorg ervoor dat het zwarte element stevig op zijn plaats blijft zitten op de bijbehorende printersteun. Duw het printkopreinigingsmateriaal terug op zijn plaats en sluit het aandrukwiel (met de zwarte plastic knop).
Pagina 178
750 liter-onderhoud Zorg ervoor dat de printer niet aan het afdrukken is, dat het substraat wordt verwijderd en dat alle kleppen en vensters zijn gesloten en op hun juiste positie zitten. Zorg ervoor dat u de juiste veiligheidsmaatregelen volgt. Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend...
Pagina 179
Verplaats de wagen handmatig naar links. Ontgrendel en open de deur van de printkopreinigingsrol. Trek aan de zwarte knop linksboven en schuif het klemmechanisme zijwaarts. NLWW 750 liter-onderhoud 171...
Pagina 180
Leg het reinigingsmateriaal van de printkop opzij om te controleren of de reinigingsbladen, omleider, stangen en oppervlakken van de printkop schoon zijn. Verwijder de bladen om het boorgat te controleren. BELANGRIJK: Als een onderdeel niet schoon is, kunt u het onmiddellijk reinigen of wachten tot de volgende printkopreinigingsrol wordt vervangen wanneer het hele systeem grondig moet worden gereinigd.
Pagina 181
Verplaats de wagen handmatig naar links. Ontgrendel en open de deur van de printkopreinigingsrol. Leg het printkopreinigingsmateriaal opzij om het printkopreinigingsblad te kunnen openen. NLWW 750 liter-onderhoud 173...
Pagina 182
Trek aan de zwarte knop linksboven en schuif het klemmechanisme zijwaarts. Verwijder een van de reinigingsbladen van de printkop om de spuitmond van de vloeistoftoevoer te controleren. Als de spuitmond verstopt is met inkt, reinigt u deze met een borstel die is bevochtigd met gedestilleerd water of een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green).
Pagina 183
Zet het printkopreinigingsblad en het printkopreinigingsmateriaal terug. Draai de printkopreinigingsrol vast en sluit het aandrukwiel. Sluit de deur van de printkopreinigingsrol. Sluit de afdekking van de afdrukwagen. Start het controleproces voor de spuitmond van de vloeistoftoevoer; hierin wordt vloeistof op het printkopreinigingsmateriaal afgezet.
Pagina 184
De voetafdruk moet vergelijkbaar zijn met die in de illustratie. Als dit niet het geval is, gaat u naar de vorige stap en herhaalt u het proces. Als de voetafdruk juist is, gaat u door naar de volgende stap. Het koelventilatorrooster van de wagen reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers...
Pagina 185
Verplaats de wagen handmatig naar links om toegang te krijgen tot de koelventilator van de wagen. Verwijder gedroogde inkt in de ventilator en reinig deze met een pluisvrije doek die is bevochtigd met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green). Verwijder alle resterende zeepschuim met een droge doek.
Pagina 186
De geperforeerde uithardplaat reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de bovenklep (1) en trek de uithardingsmodule eruit (2). Ga op de vloer liggen om onder de uithardingsmodule te reinigen. Gebruik een pluisvrije doek die is bevochtigd met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green) om de inkt volledig van de plaat te verwijderen.
Pagina 187
Een tussentank controleren en vervangen Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische Bewegende onderdeel schok ventilatorbladen Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Zorg ervoor dat u de tussentankkit hebt, die is meegeleverd bij de onderhoudskit van de printer. Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken.
Pagina 188
Plaats het juiste gekleurde label op de nieuwe tussentank. Plaats de nieuwe tussentank. De printer vult automatisch de tussentank en detecteert wanneer deze vol is. Plaats de kap terug. Voer een diagnostische test uit om te controleren of de tussentank correct werkt. Een beschadigde servicestationkap vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar...
Pagina 189
Verplaats de wagen handmatig naar links om toegang te krijgen tot de servicestationkappen. Verwijder de kap van het servicestation door op de vier bevestigingen aan de zijkanten (twee aan elke kant) te drukken en deze omhoog te trekken. Installeer de nieuwe kap van het servicestation en druk op de bevestigingen om deze vast te zetten. NLWW 750 liter-onderhoud 181...
Pagina 190
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het rubberen oppervlak dat de kap van het servicestation bedekt, juist op de vier pennen is geplaatst. Sluit de afdekking van de afdrukwagen. De invetvilten vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische Risico om in uw vingers vingers onderdeel...
Pagina 191
Duw de wagen handmatig naar links totdat de rechtervilten te zien zijn. Verwijder de schroeven uit de linker invetvilten met behulp van een Torx 8 en inbussleutel van 3 mm. BELANGRIJK: Raak de schroefjes niet kwijt als u ze hebt losgedraaid. Maak het metalen deel van het achterste invetvilt los en bedek dit.
Pagina 192
Zet de te vervangen vilten enkele millimeters uit de buurt van de wagen en trek deze vervolgens uit de wagenrail (draai ze zo nodig met de klok mee of tegen de klok in). Doe de gebruikte vilten op de gebruikelijke wijze bij het afval. Neem de twee schone linker invetvilten uit de printeronderhoudskit en plaats deze.
Pagina 193
Schroef de eerder verwijderde vilten weer vast op de wagen. OPMERKING: Plaats het metalen plaatje voor het achterste vilt terug voordat u de schroeven vastzet. Duw de wagen handmatig naar rechts totdat de rechter vilten te zien zijn. Herhaal de bovenstaande handelingen voor de linker vilt. Sluit de afdekking van de afdrukwagen en de bovenklep.
Pagina 194
Open de afdekking van de afdrukwagen om bij wagenrails te komen. Verplaats de printkopwagen naar links om het meest rechtse deel van de rails te kunnen bereiken. U ziet een stofring op de boven- en onderrails, zoals hieronder wordt weergegeven. Reinig de rails met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water of, indien beschikbaar, met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green).
Pagina 195
Laat de rails drogen en smeer ze vervolgens in met een paar druppels smeermiddel dat zich in de onderhoudskit van de printer bevindt. Beweeg de wagen heen en weer om het smeermiddel gelijkmatig over de rails te verspreiden. Verplaats de wagen naar rechts. NLWW 750 liter-onderhoud 187...
Pagina 196
Sluit de afdekking van de afdrukwagen. De wagenrails reinigen (IDS-kant) Verwijder het geperforeerde oppervlak van de linker bovenklep om de rails van de wagen te bereiken. VOORZICHTIG: Let erop dat u de strookcodering niet beschadigt. 188 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 197
U ziet een stofring op de boven- en onderrails. Reinig de rails met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water of een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green). Verwijder alle resterende zeepschuim met een droge doek. BELANGRIJK: Wees extra voorzichtig bij het reinigen van de onderste voorrail en voorkom dat u zich snijdt of de codeerstrook stukmaakt.
Pagina 198
Onder normale afdrukomstandigheden kunnen vuil, stof, en inktaerosol het venster van de substraatdoorvoersensor bereiken en de prestatie van de sensor aantasten. Open de bovenklep (1) en trek de uithardingsmodule eruit (2). Zoek de substraatdoorvoersensor. Open de afdekking van de afdrukwagen. 190 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 199
Til de substraatdoorvoerriem omhoog. Zoek de substraatdoorvoersensor onder de rand van de riem naast de wagen. Reinig het gebied rondom de sensor grondig met een schone doek die is bevochtigd met een industrieel reinigingsmiddel voor algemeen gebruik (zoals Simple Green). Verwijder alle resterende zeepschuim met een droge doek.
Pagina 200
TIP: Een schoon sensorvenster reflecteer normaal omgevingslicht in een blauwe kleur die zich uniform uitstrekt over het gehele oppervlak. U ziet deze reflecti wanneer u dichterbij komt en de hoek waaronder u kijkt licht verandert. Wacht 3 tot 4 minuten zodat het reinigingsmiddel volledig kan verdampen. Sluit de uithardingsmodule (1) en de bovenklep (2).
Pagina 201
Verwijder de klep. Verwijder het filter NLWW 750 liter-onderhoud 193...
Pagina 202
Vervang het filte door een nieuw filter Plaats de kap terug. Monteer eerst de punten die in de afbeelding worden weergegeven; buig daarna de tegenovergestelde hoek. 194 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 203
Het ventilatiefilte van de voedingskast reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken. Schakel de printer uit. BELANGRIJK: Voordat u doorgaat, wacht u totdat de hardings- en droogventilatoren zijn gestopt met draaien.
Pagina 204
Trek het ventilatiefilte van de voedingskast eruit. Reinig het filte met een stofzuiger of luchtpistool. WAARSCHUWING! Het luchtpistool dat bij de printer is meegeleverd, is alleen bedoeld om de as op te pompen. Zorg ervoor dat u de lokale voorschriften opvolgt als u het gebruikt voor reinigingsdoeleinden, aangezien mogelijk extra veiligheidsbepalingen van kracht zijn.
Pagina 205
Een ventilatiefilte van de uithardings-PCA reinigen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Zoek het ventilatiefilte van de uithardings-PCA dat moet worden gereinigd. Verwijder de klep. NLWW 750 liter-onderhoud 197...
Pagina 206
Verwijder het filter Reinig het filte met een pluisvrije doek. U kunt het ook schudden of tegen een hard oppervlak slaan. U kunt een luchtpistool gebruiken als u er een hebt. VOORZICHTIG: Het luchtpistool dat bij de printer is meegeleverd, is alleen bedoeld om de as op te pompen.
Pagina 207
Plaats het gereinigde filte terug op zijn plaats. Plaats de kap terug. Monteer eerst de punten die in de afbeelding worden weergegeven; buig daarna de tegenovergestelde hoek. NLWW 750 liter-onderhoud 199...
Pagina 208
Het ventilatiefilte van de e-box reinigen Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische Bewegende onderdeel schok ventilatorbladen Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Schakel de printer uit. BELANGRIJK: Voordat u doorgaat, wacht u totdat de hardings- en droogventilatoren zijn gestopt met draaien.
Pagina 209
Pak het ventilatiefilte vast, schud het en reinig het met het luchtpistool. Zorg ervoor dat u het juist terugplaatst: het moet het vierkante oppervlak van de ventilator bedekken. WAARSCHUWING! Het luchtpistool dat bij de printer is meegeleverd, is alleen bedoeld om de as op te pompen.
Pagina 210
Plaats de achterkant van het rechterpaneelgedeelte en de schroeven terug. Schakel de printer in. Wacht tot de knop voor nieuwe activering knippert en druk vervolgens op de knop voor nieuwe activering Wacht tot de printer is opgestart. BELANGRIJK: De printerstatus op het achterste scherm wordt gewijzigd van Booting in Idle. Tik op Volgende om deze onderhoudshandeling te voltooien.
Pagina 211
● Een tussentank vervangen ● De ventilatiefilter van de e-box vervangen ● Het ventilatiefilte van de voedingskast ● Een wiel van de uitlijningsbalk vervangen ● De reinigingsbladen van de rechter printkop vervangen ● De stootkussens van de scan-as vervangen ● De aerosolventilatormodule vervangen ●...
Pagina 212
Verwijder voorzichtig de printkoppen die gereinigd moeten worden uit de wagen en bescherm deze met de oranje verzegelingsdoppen. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat elke printkop zijn eigen kleur dop heeft. Dit geldt met name voor de doppen van optimalisatieprintkoppen, omdat er daar hoog risico bestaat voor schade aan de sproeiers als deze worden gemengd met de kleurprintkoppen en andersom.
Pagina 213
Verwijder het stuk papier of doek om te voorkomen dat het vuil verspreidt. Verlicht de printkopsleuf opnieuw om te controleren of de elektrische contactpunten nu schoon en onbeschadigd zijn. De printkopcontactpunten op de printkop reinigen Gebruik een pluisvrije doek om de elektrische contactpunten voorzichtig te reinigen. Let op: gebruik alleen verticale bewegingen, omdat de contactpunten anders beschadigd kunnen raken.
Pagina 214
Reinig de contactpunten. VOORZICHTIG: De verbindingswisser van de printkop niet gebruiken om de sproeiers te reinigen! Wacht totdat de contactpunten droog zijn. Plaats de printkoppen terug in dezelfde sleuf als waar ze vandaan kwamen. Sluit de afdekking van de afdrukwagen. Schakel de printer op de juiste wijze in voor onderhoudswerkzaamheden: zie Zet de printer aan op pagina...
Pagina 215
Druk op het ventiel om de as leeg te laten lopen. Verwijder het asventiel met de steeksleutel voor de buis. OPMERKING: Onthoud dat de as voor twee rollen, twee ventielen heeft; zoek degene die vervangen moet worden. Plaats het nieuwe ventiel en draai dit vast. Het ventiel moet strak gedraaid worden op de goede plek, zonder het te forceren met de sleutel.
Pagina 216
Verwijderen Schakel de printer en de stroomschakelaar uit. Verplaats de uitvoerrol naar beneden. Gebruik een lange platte schroevendraaier om de schroeven uit de uithardingsmodule te verwijderen. Til de afdekplaat van de module op om toegang tot de binnenkant te krijgen. Koppel de twee kabels los die hieronder worden getoond.
Pagina 217
Draai de schroeven van de ventilator-/weerstandmodule los met een schroevendraaier. Verwijder de ventilator-/weerstandmodule. Installatie Plaats de nieuwe ventilator-/weerstandmodule op zijn plaats. Draai de schroef vast en verbind de twee kabels aan elke ventilatie-weerstandmodule. Sluit de hardingsmodule en controleer daarbij of de pinnen in de juiste positie staan; zet ze vervolgens vast. Sluit de klep van de module.
Pagina 218
De sluiterklep van de spectrofotometer vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Verwijderen Schakel de printer uit. BELANGRIJK: Voordat u doorgaat, wacht u totdat de hardings- en droogventilatoren zijn gestopt met draaien.
Pagina 219
Verwijder de klep. Koppel het netsnoer van de spectrofotometer los. Verwijder de schroef waarmee de sluiterklep van de spectrofotometer is bevestigd. Verwijder de sluiterklep van de spectrofotometer. Installatie Haal de nieuwe sluiterklep van de spectrofotometer uit de verpakking. NLWW Wanneer nodig 211...
Pagina 220
Installeer de nieuwe sluiterklep van de spectrofotometer en bevestig deze met dezelfde schroef die u eerder hebt verwijderd. Steek het netsnoer van de spectrofotometer weer in de printer. Plaats de kap terug. Zorg ervoor dat alle deuren en kleppen op de printer zijn gesloten. Schakel de printer in.
Pagina 221
Nadat u de printkop hebt opgetild, kunt u twee O-ringen zien die de verbindingen tussen de afdekplaat van de printkoppen en de printkop verzegelen. Smeer met een vinger een beetje vet op de O-ringen om hun prestaties te verbeteren. Een geschikt vet kunt u vinden in een spuit in de printeronderhoudskit.
Pagina 222
Het reinigingsblad van de linker printkop vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de bovenklep (1) en de uithardingsmodule (2). Zoek het linker printkopreinigingsblad aan de linkerkant van het afdrukgebied naast de linker lekbak. Ga naar het rubberen blad in het midden en trek het eruit.
Pagina 223
Plaats het nieuwe blad. Sluit de uithardingsmodule (1) en de bovenklep (2). Kalibreer het reinigingsblad van de linker printkop. De fle afvalinkt voor printkopreiniging legen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken.
Pagina 224
De fle bevat een mengsel van inktadditieven en water. Verwijder dit mengsel volgens de plaatselijke milieuvoorschriften. U vindt de veiligheidsinformatie (SDS) voor de inkt op http://www.hp.com/go/msds. Zet de lege fle weer op zijn plaats. Zorg ervoor dat de opening van de fle zo is geplaatst dat de vloeistof wordt opgevangen.
Pagina 225
Een tussentank vervangen Een tussentank controleren en vervangen op pagina 179. De ventilatiefilter van de e-box vervangen Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische Bewegende onderdeel schok ventilatorbladen Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Zorg dat u het nieuwe ventilatiefilte van de elektriciteitskast hebt, dat in de printeronderhoudskit is meegeleverd.
Pagina 226
Vervang het ventilatiefilte met een nieuwe. Zorg ervoor dat u het ventilatiefilte juist plaatst: het moet het vierkante oppervlak van de ventilator bedekken. Plaats het filte terug in het frame en plaats het frame terug in de e-box. Plaats de achterkant van het rechterpaneelgedeelte en de schroeven terug. Schakel de printer in.
Pagina 227
Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken. Schakel de printer uit. BELANGRIJK: Voordat u doorgaat, wacht u totdat de hardings- en droogventilatoren zijn gestopt met draaien. Verwijder de linkerklep aan de invoerzijde van de printer. Maak de twee schroeven los waarmee het ventilatiefilte van de voedingskast is bevestigd. Trek het ventilatiefilte van de voedingskast eruit.
Pagina 228
De printerstatus op het achterste scherm wordt gewijzigd van Booting in Idle. Tik op Volgende om deze onderhoudshandeling te voltooien. Een wiel van de uitlijningsbalk vervangen http://www.hp.com/go/latexRseries/replace_alignment_wheels Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken. Zet de voorste uitlijningsbalk in de servicepositie.
Pagina 229
Zoek de uitlijningsbalk in het substraatpad aan de invoerzijde van de printer. Schroef de voorste uitlijningsbalk los en verwijder deze. Vijf schroeven moeten worden verwijderd. Plaats de uitlijningsbalk op een tafel of andere vlakke ondergrond en zoek het wiel dat moet worden vervangen.
Pagina 230
Plaats het nieuwe wiel zoals hieronder wordt weergegeven en bevestig het met de schroef. OPMERKING: De wielsteun bevat twee wielen, één aan elke kant. Om het wiel juist te installeren, moet u de steun een beetje optillen om beide wielen tegelijkertijd te positioneren. Controleer of de wielen vrij kunnen draaien.
Pagina 231
Verwijder de voorklep van het inkttoevoersysteem. Krijg toegang tot het stootkussen via de opening tussen de inkten en de bovenklep. Gebruik een T25-schroevendraaier om de schroef te verwijderen waarmee het stootkussen van de scan-as is bevestigd. NLWW Wanneer nodig 223...
Pagina 232
Verwijder het stootkussen van de scan-as. Installeer het nieuwe stootkussen van de scan-as en bevestig dit met dezelfde schroef. Plaats de afdekplaat terug. Kant van het servicestation Open de afdekking van de afdrukwagen. Gebruik een T25-schroevendraaier om de schroef te verwijderen waarmee het stootkussen van de scan-as is bevestigd.
Pagina 233
Verwijder het stootkussen van de scan-as. Installeer het nieuwe stootkussen van de scan-as en bevestig dit met dezelfde schroef. Sluit de afdekking van de afdrukwagen. Schakel de printer in. Wacht tot de knop voor nieuwe activering knippert en druk vervolgens op de knop voor nieuwe activering Wacht tot de printer is opgestart.
Pagina 234
Open de afdekking van de afdrukwagen. Koppel de twee kabelaansluitingen van de aerosolventilatie los. Verwijder de scharnieren waarmee het aerosoldeksel en de aerosolbus zijn bevestigd door vier moeren los te draaien met een sleutel van 7 mm. U moet de moeren vasthouden zodat ze niet in de wagen vallen en kwijtraken.
Pagina 235
Open de vergrendeling. Verwijder de aerosolventilatiemodule en plaats de nieuwe. Plaats de scharnieren en moeren terug en draai ze vast. Sluit de twee aerosolventilatiekabels aan. Schakel de printer in. Wacht tot de knop voor nieuwe activering knippert en druk vervolgens op de knop voor nieuwe activering Wacht tot de printer is opgestart.
Pagina 236
De wagen heeft twee botssensoren die elk zijn bevestigd aan een poot. OPMERKING: Er zijn twee poten meegeleverd met de kit; kijk goed of u de juiste installeert. Vervang de poot van de voorste botssensor Schakel de printer en de stroomschakelaar uit.
Pagina 237
Draai de twee schroeven los en verwijder het metalen onderdeel. BELANGRIJK: Verwijder de schroeven niet uit de afdekking van de crashsensor. Draai de schroef los waarmee het gele onderdeel is bevestigd en verwijder zowel het onderdeel als de schroef. Verwijder de zwarte klep. Verplaats de wagen een beetje naar links om te voorkomen dat u de printkopreinigingsrol aanraakt wanneer u de poot verwijdert.
Pagina 238
Plaats deze onder een hoek van 45°; wanneer u deze hebt geplaatst, draait u deze verticaal. Plaats de zwarte klep terug. Plaats het gele deel terug en bevestig het met de schroef. Plaats het metalen onderdeel terug en draai de schroeven vast. De achterste poot van de botssensor vervangen Schakel de printer en de stroomschakelaar uit.
Pagina 239
Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie http://www.hp.com/go/latexRseries/replace_alignment_bar Controleer of de printer niet bezig is met afdrukken. Zet de voorste uitlijningsbalk in de servicepositie. Schakel de printer uit. BELANGRIJK: Voordat u doorgaat, wacht u totdat de hardings- en droogventilatoren zijn gestopt met draaien.
Pagina 240
Zoek de uitlijningsbalk in het substraatpad aan de invoerzijde van de printer. Schroef de voorste uitlijningsbalk los en verwijder deze. Vijf schroeven moeten worden verwijderd. Plaats de nieuwe uitlijningsbalk en bevestig deze met de schroeven die u eerder hebt verwijderd. Schakel de printer in.
Pagina 241
Schroef alle andere afdekkingen los. Koppel de lampjes van het afdrukgebied los. Verwijder de ledbalk en haal deze uit de geleidingen. Voer de oude ledbalk af volgens de plaatselijke voorschriften. Plaats de nieuwe ledbalk op de geleidingen. Sluit de lampjes opnieuw aan. De fle afvalinkt van de printkopreiniging vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar...
Pagina 242
De fle bevat een mengsel van inktadditieven en water. Verwijder dit mengsel volgens de plaatselijke milieuvoorschriften. U vindt de veiligheidsinformatie (SDS) voor de inkt op http://www.hp.com/go/msds. Vervang de geleegde fle door de nieuwe fle en zet deze terug. Zorg ervoor dat de opening van de fle zo is geplaatst dat de vloeistof wordt opgevangen.
Pagina 243
De kunststof naalden in de opbergdoos van de hulpprintkop vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de deur van de printkopreinigingsrol. Verwijder de opbergdoos uit het wiel. Open de opbergdoos en verwijder de hulp- of witte printkop aan de binnenkant.
Pagina 244
Verwijder de kunststof naalden door ze van bovenaf los te trekken. Haal de nieuwe kunststof naalden uit de verpakking en steek ze in het gat. Trek aan de onderkant om de kunststof naalden in het gat te steken. TIP: Gebruik indien nodig een tang. Plaats de printkop terug in de opbergdoos en sluit de doos.
Pagina 245
De hulpprintkop vervangen Risico op brandwonden Pletgevaar Risico op beklemde vingers Gevaarlijk bewegend Gevaar van elektrische onderdeel schok Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 voor meer veiligheidsinformatie Open de deur van de printkopreinigingsrol. Verwijder de opbergdoos uit het wiel. Open de opbergdoos en verwijder de hulpprintkop. NLWW Wanneer nodig 237...
Pagina 246
Plaats de nieuwe hulpprintkop en sluit de doos. Plaats de opbergdoos terug in het wiel. Sluit de deur van de printkopreinigingsrol. 238 Hoofdstuk 9 Hardwareonderhoud NLWW...
Pagina 247
10 Diagnostische tests U kunt diagnostische tests gebruiken om downtime te beperken door op aan de onderkant van het hoofdvenster van de Internal Print Server te tikken. NLWW...
Pagina 248
In het venster Diagnostische tests kunt u de verschillende diagnostische opties beheren. De meeste van deze diagnostische tests kunnen worden uitgevoerd als de printer normaal is gestart. Er is een extra opstartmodus beschikbaar voor gevallen waarin zich een ernstige fout voordoet tijdens de opstartvoortgang, waardoor diagnostische tests niet kunnen worden uitgevoerd.
Pagina 249
OPMERKING: Er wordt aanbevolen om altijd de diagnostische test Safety Interlocks uit te voeren, om er zeker van te zijn dat afdrukken niet is uitgeschakeld door een beveiligingsvergrendeling. NLWW...
Pagina 250
11 Problemen met substraat oplossen ● Laadproblemen – Het substraat wordt niet geladen – Het substraat kan niet worden gemeten – Het substraat is vastgelopen – Het flexibel substraat is niet bevestigd aan de kern en/of as – Het substraat is niet plat ●...
Pagina 251
Laadproblemen Het substraat wordt niet geladen ● Een substraat kan alleen worden geladen als alle subsystemen van de printer (bijvoorbeeld het inktsysteem) gereed zijn. ● Als de Internal Print Server een bericht over laadfouten weergeeft, volg dan de instructies op het scherm. Doe het volgende wanneer u een rol flexibe substraat gebruikt: ●...
Pagina 252
Een aantal suggesties om het probleem op te lossen: Controleer of het substraat dat u gebruikt, hetzelfde is als het substraattype dat u in de HP Internal Print Server hebt geselecteerd. Controleer of er geen defecten aan de randen van het substraat aanwezig zijn.
Pagina 253
Zorg ervoor dat het substraat tijdens het afdrukken plat op de substraatdoorvoerriem ligt. Controleer in het bijzonder of het substraat niet is vervormd. ● Zorg ervoor dat het substraat dat u gebruikt, hetzelfde is als het substraat dat in de HP Internal Print Server is geselecteerd. ●...
Pagina 254
246), dan hoeft u geen actie te ondernemen. BELANGRIJK: HP raadt het gebruik van het automatische rechttrekproces bij alle rolladingen aan. Er zijn kreukels en inktvlekken op het substraat Kreukels in het substraat geven aan dat de substraatinstellingen voor de substraatvorm niet optimaal zijn. Dit kan tot verschillende afdrukproblemen leiden: ●...
Pagina 255
Als uw afdruk leidt onder defecten die zijn veroorzaakt door kreukels, zijn hier een aantal suggesties: Controleer of het substraat dat u gebruikt, hetzelfde is als het substraattype dat u in de HP Internal Print Server hebt geselecteerd.
Pagina 256
Er zitten inktdruppels op het substraat OPMERKING: In het voorbeeld hierboven is de afstand tussen de druppels ongeveer 1 cm. Reinig de substraatrandhouders indien u deze gebruikt. Reinig de zijden van de printkoppen en de zijkanten van de printkopsleuven. Reinig de elektrische contacten van de printkoppen. Zie De Internal Print Server raadt aan om een printkop te vervangen of terug te plaatsen op pagina 270.
Pagina 257
Om alle tegels tegelijk af te drukken, raden we het volgende aan: Maak de tegels met de Internal Print Server. Als u de tegels maakt met de RIP, moet u alle tegels in één taak naar de printer/Internal Printer Server verzenden.
Pagina 258
12 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ● Algemeen advies ● Basis en geavanceerde probleemoplossing – Basisprobleemoplossing afdrukkwaliteit ○ Printkop controleren en reinigen ○ Controleren substraatdoorvoersensor ○ Uitlijning printkoppen ● Geavanceerde probleemoplossing afdrukkwaliteit – Probleemoplossing artefacten afdrukkwaliteit ○ Horizontale strepen ○ Verkeerde kleuruitlijning ○...
Pagina 259
Controleer eerst het volgende voordat u overgaat tot probleemoplossing: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van HP gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit.
Pagina 260
● Controleer of u de juiste substraatvoorinstelling in de RIP-software gebruikt, inclusief het ICC-profie voor uw substraat en afdrukmodus. ● Controleer of er uitstaande printermeldingen in de Internal Print Server staan. Reageer op de melding zoals in deze handleiding is beschreven. Met name: Controleer of het substraat vlak en kreukvrij is.
Pagina 261
Controle Printkop Controleren optimalisatiepr controleren en substraatdoor Uitlijning Mogelijke oorzaken (alleen voor Defect intkop reinigen voersensor printkoppen referentie) Geïsoleerde strepen (meestal ● Nauwkeurigheid van verschillende structuur of substraatdoorvoer en korrel) bestuurbaarheid Korreligheid ● Nauwkeurigheid substraatdoorvoer ● Substraatdikte ● Subtraatplasticeermiddele ● Kleuruitlijning Onscherpe randen of tekstlijnen, ●...
Pagina 262
Uitlijning printkoppen Automatisch uitlijnen wordt aanbevolen. Zie Automatisch uitlijnen op pagina 119. Handmatige uitlijningsprocedure op pagina 121 als u de printkoppen handmatig wilt uitlijnen. Het resultaat van de uitlijning kan worden geverifieer met de diagnostische plot van de printkopuitlijning. Zie Diagnostische plot voor printkopuitlijning op pagina 125.
Pagina 263
Een aantal tips om dit probleem op te lossen: – Als de printkopuitlijning is uitgevoerd met een andere substraat met een andere dikte, is een nieuwe printkopuitlijning waarschijnlijk nodig. – U kunt de uitlijning afstemmen door de afwijkingen in de diagnostische plot van de printkopuitlijning op te sporen.
Pagina 264
Een aantal tips om dit probleem op te lossen: – Voer automatische uitlijning uit. – Als de printkopuitlijning is uitgevoerd met een andere substraat met een andere dikte, is een nieuwe printkopuitlijning waarschijnlijk nodig. ● Substraatdoorvoer. Voordat u elke parameter probeert aan te passen, controleert u het volgende: –...
Pagina 265
Een aantal tips om dit probleem op te lossen: – Gebruikt lagere inktdichtheid. – Verhoog het aantal passages. – Wijzig de drooginstellingen. Zie Een nieuwe substraatvoorinstelling bewerken op pagina ● Uitlijning printkoppen. Dit kan een duidelijke bijdrage leveren aan strepen. Als printkoppen niet juist zijn uitgelijnd, kunnen verkeerd geplaatste stippen direct invloed hebben op de weergave van strepen.
Pagina 266
Als de inkt wordt gesproeid, dan kunnen de luchtstromen onder de wagen de positie van de druppels beïnvloeden. Hierdoor worden mogelijk een aantal golven inkt gevormd die op het substraat terechtkomen waardoor dit effec ontstaat. Een aantal tips om dit probleem op te lossen: ●...
Pagina 267
Plaatselijke kleurvariaties Het komt soms bij de randen van gebiedsopvullingen voor dat een aantal inktdruppels ontbreekt of iets donkerder lijkt, waardoor er een plaatselijke kleurvariatie ontstaat. Deze defecten worden veroorzaakt doordat printkoppen van de ene kant naar de andere kant bewegen zonder afdrukken.
Pagina 268
Verkeerde kleuruitlijning Kleuren verschijnen niet goed uitgelijnd. Gewoonlijk worden lijnen en tekst het meest beïnvloed door dit probleem. Het kan in beide assen plaatsvinden: de substraatas en de scan-as. Verkeerde kleuruitlijning wordt met name veroorzaakt door verkeerde uitlijning van de printkop. Om de printkopuitlijning te controleren, drukt u de diagnostische plot van printkopuitlijning af (zie Diagnostische plot voor printkopuitlijning op pagina...
Pagina 269
Er zijn drie potentiële oorzaken: ● Optimalisatie-uitlijning: mogelijk is er een verkeerde uitlijning tussen de optimalisatieprintkop en de andere printkoppen. Om de printkopuitlijning te controleren, drukt u de diagnostische plot van printkopuitlijning af (zie Diagnostische plot voor printkopuitlijning op pagina 125).
Pagina 270
Kleurvariaties bij tegelfunctie In de tegelfunctie is het belangrijk dat alle tegels dezelfde lengte hebben en dat de kleuren van de gekoppelde tegels met elkaar overeenkomen. Dit gedeelte gaat over kleurvariaties; zie voor aanbevelingen over lengteconsistentie Betere consistentie realiseren tussen taken van dezelfde lengte op pagina 248.
Pagina 271
Er zijn vijf mogelijke oorzaken: ● Uitvloeiing: zie Uitvloeiing, schaduw, wicking op pagina 260. ● Uitlijning printkoppen. Door een combinatie van printkoppen voor verschillende kleuren kan inkt worden afgezet, dus is het heel belangrijk at alle printkoppen correct zijn uitgelijnd. Druk hiervoor de Diagnostische plot voor printkopuitlijning op pagina 125 af en corrigeer eventuele verkeerde uitlijningen.
Pagina 272
Het is moeilijk te bepalen of dit soort problemen wordt veroorzaakt door problemen met bevochtiging of het verkeerd plaatsen van punten (zoals hieronder beschreven). U kunt mogelijk een aanwijzing vinden in het soort korrel: bij problemen met bevochtiging, worden punten samengevoegd tot grotere punten met lege ruimtes ertussen.
Pagina 273
● Kreukels in substraat. Plekken met veel korrels op sommige gebieden in de afdruk worden mogelijk veroorzaakt door kreukels in het substraat. Zie Er zijn kreukels en inktvlekken op het substraat op pagina 246. ● Kleurgebruik. In het algemeen produceert afdrukken met 4 kleuren meer korrels dan afdrukken met 6 kleuren.
Pagina 274
● Verlaag de inktdichtheid. ● Verminderen van doorvoer. Onjuiste uitlijning wit-naar-kleur In sommige toepassingen met witte inkt is de witte inkt zichtbaar aan de randen van de afbeelding. Doe het volgende als dit gebeurt: Controleer de uitlijning van de printkoppen en lijn deze indien nodig opnieuw uit. Verklein het witte vlak in de RIP-software of gebruik de optie onderdrukking: zie Onderdrukkingsfunctionaliteit op pagina 288.
Pagina 275
Dubbelzijdige vlekken Mogelijk ziet u vlekken op sommige substraten wanneer u op de andere zijde afdrukt. Dit kan te wijten zijn aan vuil op de riem (zie De substraatdoorvoerriem reinigen op pagina 158) of een kleine uithardingsmarge. Als het probleem zich blijft voordoen na het reinigen van de riem, probeert u het volgende te doen: Verhoogt u de hoeveelheid overcoat.
Pagina 276
13 Problemen met inktpatronen en printkoppen oplossen ● Inktpatronen – Kan inktpatroon niet plaatsen – De Internal Print Server herkent de inktpatroon niet – De Internal Print Server raadt aan om een inktpatroon te vervangen of terug te plaatsen – Verbogen inktpatroon-aansluiting ●...
Pagina 277
Inktpatronen Kan inktpatroon niet plaatsen Controleer of de patroon (type en capaciteit) geschikt is voor de printer. Zie http://www.hp.com voor de meest recente informatie over printertoebehoren. Gebruik de juiste procedure voor het vervangen van inktpatronen via de Internal Print Server. Zie inktpatroon verwijderen op pagina Controleer of de inktpatroon-aansluitingen vrij van obstakels zijn.
Pagina 278
Controleer of de printkopgleuf vrij van obstakels is. Controleer of u de printkop in de juiste richting plaatst (vergelijk met de andere koppen). De Internal Print Server raadt aan om een printkop te vervangen of terug te plaatsen Algemene aanbevelingen Verwijder de printkop.
Pagina 279
● Installeer de printkop opnieuw. Duw de primer op zijn plek voordat u de vergrendelingen vastmaakt. U heeft dit ten minste al één keer eerder uitgevoerd tijdens het uitvoeren van de test. ● Controleer of de O-ringen in de primerpoorten niet kapot of beschadigd zijn. Vervang de primer als er een O-ring ontbreekt of gedeukt is.
Pagina 280
De printer detecteert of er een witte printkop is geïnstalleerd en drukt (afhankelijk daarvan) een plot af met of zonder witte inkt en de tweede optimizer. Als er geen witte printkop is, wordt de volgende afbeelding afgedrukt. Een patroon toont duidelijk welke spuitmondjes in iedere printkop afdrukken en welke niet. Ter vergelijking, elk van de vijf gebieden (vierkant in de afbeeldingen 1 t/m 5) van iedere kleur correspondeert met ongeveer 1000 spuitmonden.
Pagina 281
Hard reinigen Om een grondige reinigingsroutine uit te voeren, gaat u naar de Internal Print Server en tikt u op Vervanging van de printkoppen > Grondige reiniging, selecteert u de te reinigen printkop(pen) en tikt u op de knop Reinigen. Als de printkop niet reageert op de behandeling, kan het tweemaal uitvoeren van de grondige reinigingsroutine de prestaties herstellen.
Pagina 282
Nieuwe printkop wordt geweigerd Als de printer de nieuwe printkop niet accepteert, probeer dan de volgende stappen in deze volgorde: Zorg ervoor dat de printkop goed opgeslagen is in zijn oranje dop. Zorg ervoor dat de elektrische contactpunten schoon zijn. Voer de diagnostiek voor het primersysteem uit.
Pagina 283
Storingen printkopreinigingsrol Raak de reinigingsrol voor de printkoppen alleen aan als u deze moet vervangen. Als de printkopreinigingsrol bijna op is, dan moet het vervangen worden. Voer dit uit met de Internal Print Server- wizard. Zie De onderdelen van de printkopreinigingsrolkit vervangen op pagina 103.
Pagina 284
14 Overige problemen oplossen ● De printer start niet ● De printer drukt niet af ● De printer kan niet opnieuw worden gestart vanuit de Internal Print Server ● De printer lijkt langzaam ● Verzoek om de wagen opnieuw te initialiseren ●...
Pagina 285
De printer start niet Controleer of de stroomtoevoer naar de printer werkt. Controleer of de hoofdschakelaar en pc-schakelaar aan zijn. Controleer of de centrale aan/uit-lampjes branden en dat alle stroomonderbrekers omhoog staan. Controleer of de IPS werkt en of er geen waarschuwingen worden weergegeven. Probeer de hoofdschakelaar uit te schakelen (niet de pc-schakelaar) en schakel na 10 seconden weer in.
Pagina 286
Algemene slechte afdrukkwaliteit (bijvoorbeeld streepvorming). Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 250. ● De ingebouwde HP spectrofotometer of de lijnsensor werkt niet goed. Als het probleem aanhoudt, neemt u dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. 278 Hoofdstuk 14 Overige problemen oplossen NLWW...
Pagina 287
15 Als u hulp nodig hebt ● Open een ondersteuningsaanvraag bij HP PrintOS ● Als u niet bent geregistreerd bij HP PrintOS ● HP Proactive Support ● HP Klantenondersteuning NLWW...
Pagina 288
De informatie over uw aanvraag bevindt zich al in het HP ondersteuningssysteem, waardoor de ondersteuningsactiviteit wordt vereenvoudigd en versneld. Als u de uitnodiging voor HP PrintOS niet hebt geaccepteerd tijdens het installeren van de printer, kunt u deze nu registreren op http://www.printos.com.
Pagina 289
16 Accessoires ● Witte upgradekit – Onderhoudswiel witte printkop – Het inbrengproces van de witte hulpprintkop – Een witte baan voorbereiden in uw ontwerpsoftware – De taak voorbereiden in de RIP – Een witte taak afdrukken vanaf de Internal Print Server –...
Pagina 290
Witte upgradekit http://www.hp.com/go/latexRseries/white_ink De witte upgradekit biedt de mogelijkheid om af te drukken met witte inkt, wat vooral handig is om op niet-witte substraten af te drukken, zoals donkere, gekleurde, grijze of transparante substraten. De volgende standaard ontwerptechnieken kunnen worden gebruikt: ●...
Pagina 291
Onderhoudswiel witte printkop Met het onderhoudswiel van de witte printkop kunt u de levensduur van witte printkoppen verlengen als ze niet worden gebruikt. Het wiel bevindt zich dicht bij de printkopreinigingsrol. BELANGRIJK: Als u niet langer witte inkt gebruiken, moet u de witte printkoppen verwijderen en deze in het onderhoudswiel opslaan.
Pagina 292
Verwijder de twee opbergdozen van de printkoppen uit het wiel. Open alle opbergdozen en verwijder de witte hulpprintkop uit elke doos. Controleer de bodemplaat van elke witte printkop. Als er inkt op zit (dit kan gebeuren door de automatische recirculatie), reinigt u deze voorzichtig met een zachte doek die is bevochtigd met gedestilleerd water. Plaats de witte printkop in de juiste opbergdoos en plaats de opbergdoos terug in het wiel.
Pagina 293
BELANGRIJK: Probeer geen afdrukken te maken zonder dat een volledige set printkoppen in de wagen is geïnstalleerd. BELANGRIJK: Als een onderdeel van de witte upgradekit defect is of als een witte patroon leeg is, kan dit het recirculatieproces beïnvloeden. Het wordt aanbevolen om deze onderdelen zo nodig snel te vervangen. Wanneer beide opbergdozen met witte printkoppen in het wiel zijn geplaatst, drukt u op de knop om het wiel te starten.
Pagina 294
Het inbrengproces van de witte hulpprintkop Het inbrengen en verwijderen van de witte hulpprintkop moet op dezelfde manier gebeuren als bij een normale printkop. Dat wil zeggen dat deze verticaal en in dezelfde richting als de vloeistofverbinding moet worden ingebracht. Als u dit doet, voorkomt u schade aan de printkop en aan de printer. Een witte baan voorbereiden in uw ontwerpsoftware Bereid de taak voor met lagen.
Pagina 295
Spot: witte inkt wordt op dezelfde manier afgedrukt als alle andere kleuren. Sandwich: een witte laag is ingesloten tussen twee verschillende afbeeldingen, waardoor een andere afbeelding kan worden gezien aan elke kant van de vorm. Een witte taak afdrukken vanaf de Internal Print Server Wanneer de taak de printer heeft bereikt, kunt u deze als elke andere taak behandelen.
Pagina 296
Onderdrukkingsfunctionaliteit Onderdrukking wordt gebruikt om de witte laag te verkleinen als er een onjuiste uitlijning is tussen de kleurenlaag en de witte laag in de afgedrukte uitvoer, zoals in de onderstaande voorbeelden wordt weergegeven. Indien nodig kan onderdrukking worden geselecteerd in het paneel Taakeigenschappen. Er zijn drie afzonderlijke instellingen: ●...
Pagina 297
● Het aantal pixels verkleinen Het aantal pixels dat uit de witte laag moet worden verwijderd. HP raadt aan om te beginnen met 4 pixels (bij 600 dpi) en het aantal indien nodig aan te passen. OPMERKING: Het aantal pixels dat moet worden verwijderd, is gerelateerd aan de afbeeldingsresolutie: 4 pixels bij 600 dpi komt bijvoorbeeld overeen met 2 pixels bij 300 dpi.
Pagina 298
Laad het substraat op de rolhouder van het tafelblad, waarbij het substraat gecentreerd van bovenaf wordt afgewikkeld. OPMERKING: De rolhouder op het tafelblad ondersteunt enkel afdrukken op de buitenzijde. OPMERKING: Om vingerafdrukken op de afgedrukte uitvoer te voorkomen, moet u handschoenen dragen bij het hanteren van substraat.
Pagina 299
Het optreden van kreukels kan bij elke rol anders zijn; ze kunnen worden veroorzaakt door het productieproces of het uitpuilen van het substraat. HP beveelt aan de aandrukplaat te gebruiken voor de volgende substraattypen, en vooral bij brede rollen: ●...
Pagina 300
Plaats de aandrukplaat over het substraat. Zorg ervoor dat de pennen in de gaten aan de randen van de beugels passen. Druk af op de normale manier. Onderhoudstaken Het vilt vervangen Na enige tijd kan het vilt van de aandrukplaat beschadigd raken of verslijten, waardoor er mogelijk sporen achterblijven op de bedrukte zijde van het substraat.
Pagina 301
Verwijder een van de zijbeugels met een T20-schroevendraaier. Verwijder het zwarte afdekplaatje van de sleuf die het vilt aan de balk bevestigt. TIP: U kunt een platte schroevendraaier gebruiken voor deze handeling. Verwijder het vilt van het frame. NLWW Rolafdrukkit 293...
Pagina 302
Verwijder beide stangen van het vilt. Steek de stangen in het nieuwe vilt. Plaats het nieuwe velt met de stangen in de balksleuven. Plaats de zwarte afdekplaatjes in de eerste sleuf. 294 Hoofdstuk 16 Accessoires NLWW...
Pagina 303
Plaats de zwarte afdekplaatjes in de tweede sleuf en zorg ervoor dat het vilt onder de balk blijft. Monteer de beugel die u eerder hebt verwijderd. Vervanging van de zijbeugel De zijbeugels kunnen beschadigd raken tijdens de behandeling In geval van vervorming van de beugel, kan deze eenvoudig worden vervangen door een nieuw onderdeel met een T20-schroevendraaier.
Pagina 304
Tafels aansluiten en waterpas zetten Om de verlengtafels aan te sluiten op de standaardtafels, neemt u een verlengtafel en plaatst u deze voor de tafel die al op de printer is geïnstalleerd. Zoek het aansluitelement aan beide uiteinden van de tafel. OPMERKING: U kunt een verlengtafel aan beide zijden van de printer gebruiken, maar zorg ervoor dat deze altijd is verbonden met een standaardtafel die niet rechtstreeks op de printer is aangesloten.
Pagina 305
Wanneer het verbindingsstuk is geplaatst, sluit u de vergrendeling om de tafel vast te zetten. Herhaal het proces aan de andere kant van de tafel. Wanneer de voorkant van de tafel aan de printer is bevestigd, gebruikt u de wielknop aan de achterkant om de tafel waterpas te zetten.
Pagina 306
Instructies voor verwijderen HP biedt vele gratis en handige manieren voor het recyclen van uw gebruikte originele HP inktvoorraad. Bovendien biedt HP een gratis programma voor zakelijke klanten om reclamemateriaal te retourneren dat is afgedrukt met geselecteerde recyclebare grootformaat-substraten van HP. Zie voor aanvullende informatie over deze programma's van HP http://www.hp.com/recycle.
Pagina 307
U ziet daar ook de nieuwste lijst met benodigdheden en accessoires voor uw printer. ● Neem contact op met HP ondersteuning (zie Als u hulp nodig hebt op pagina 279) en controleer of datgene wat u wilt, beschikbaar is in uw gebied.
Pagina 308
Inktbenodigdheden bestellen U kunt de volgende inktbenodigdheden voor uw printer bestellen. Inktpatronen Inktpatroon Onderdeelnummer HP 872 Latex-inktpatroon 3 l cyaan G0Z01A HP 872 Latex-inktpatroon 3 l magenta G0Z02A HP 872 Latex-inktpatroon 3 l geel G0Z03A HP 872 Latex-inktpatroon 3 l zwart...
Pagina 309
De volgende accessoires, afhankelijk van het printermodel dat u hebt, kunnen voor uw printer besteld worden: Accessoires en verbruiksartikelen van de printer op pagina Accessoires Naam Onderdeelnummer HP Latex R-serie witte upgradekit T7V19A HP Latex R1000-rolafdrukset T7V20A HP Latex R1000-verlengtafels...
Pagina 310
18 Specificatie van de printer ● Functionele specificatie ● Fysieke specificatie ● Geheugenspecificatie ● Voedingsspecificatie ● Vereisten voor luchttoevoer (pneumatische as) ● Milieuspecificatie ● Milieuspecificatie ● Ventilatie ● Airconditioning ● Akoestische specificatie 302 Hoofdstuk 18 Specificatie van de printer NLWW...
Pagina 311
20 kg 20 kg het tafelblad OPMERKING: Smalle substraten kunnen worden beschadigd tijdens het afdrukken, indien ze zeer zwak zijn. Fysieke specificatie Fysieke specificatie van de printer HP Latex R1000 HP Latex R2000 Gewicht 1382 kg 1587 kg Breedte 4,21 m...
Pagina 312
Voedingsspecificatie De onderdelen voor drogen en uitharden worden van stroom voorzien via een driefasige lijn waarvoor een eenheid voor stroomdistributie voor een gebouw is vereist. Voedingsspecificatie voor onderdelen voor drogen en uitharden Elektriciteit, nominale invoerstroom 3-fasen (lijn-naar-lijn-netspanning): 200 tot 240 V wisselstroom (±10%), 50/60 Hz, max. 56 A 3-fasen (lijn-naar-lijn-netspanning): 380 tot 415 V wisselstroom (±10%), 50/60 Hz, max.
Pagina 313
HP voert deze beoordelingen uit tijdens de ontwikkelingsfase van alle producten. Testen van HP tonen aan dat tijdens de werking van de printer de concentraties van door de lucht verspreide verontreinigingen gemeten in de werkruimte altijd ruim onder de belangrijkste grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling liggen.
Pagina 314
185 m³ (6533 ft³) HP Latex R2000-printer Deze specificatie zijn geldig voor de volgende omstandigheden: een HP-printer met een zwart vulgebied met 100 m²/u (1076 ft²/u), 3 passages, 80% inkt, uitgaande van een afdruktijd van 8 uur per dag. Als zich andere apparatuur in de ruimte bevindt of andere omstandigheden van toepassing zijn, moet de ventilatiesnelheid worden herberekend.
Pagina 315
Aanbevelingen voor onbuigzaam substraat De onbuigzame substraattypen die beschreven worden in deze bijlage, zijn compatibel met uw printer. ● Aanbevolen afdrukmodi (inleiding) ● Gebruik de gevoelige modus bij hittegevoelige substraten ● Vooraf gedefinieerd substraatinstellingen ● Acrylblad (PMMA) ● Samengestelde aluminiumplaten (ACP) ●...
Pagina 316
Aanbevolen afdrukmodi (inleiding) De aanbevolen afdrukmodi in dit hoofdstuk bevatten de standaard afdrukmodi en de modi die door HP worden aanbevolen voor een substraatgroep. Deze aanbeveling is gebaseerd op interne tests van HP en biedt in de meeste gevallen een goed startpunt voor het afdrukken op substraten binnen een specifiek substraatgroep.
Pagina 317
Houd bij het plaatsen van een vel rekening met dikteverschillen binnen hetzelfde vel. Deze kunnen maximaal ±10% bedragen. HP raadt aan de dikte op verschillende punten te meten en handmatig de hoogst gemeten diktewaarde in te voeren.
Pagina 318
Bij zowel frontlit- als backlit-acryl zijn er generieke afdrukmodi voor ondervloeiing, overvloeiing en spot beschikbaar voor witte afdrukken. Aanbevolen afdrukmodi BELANGRIJK: HP raadt aan de gevoelige modus te gebruiken wanneer de dikte van het substraat lager is dan 3 mm. Zie Gebruik de gevoelige modus bij hittegevoelige substraten op pagina 308.
Pagina 319
Wees voorzichtig bij het laden of optillen van vellen van de tafel, omdat het substraat en de inkt gevoelig zijn voor krassen. ● Bij het stapelen van monsters raadt HP aan om materiaal tussen de acrylbladen te plaatsen om ze te beschermen tegen krassen. ●...
Pagina 320
● HP raadt aan om handschoenen te gebruiken bij het verwerken van pas afgedrukte vellen, omdat deze heet zullen zijn (maar toch niet heet genoeg om uw handen te verbranden). 312 Bijlage A Aanbevelingen voor onbuigzaam substraat...
Pagina 321
Gecomprimeerd karton of kaarten Deze worden ook voorblad, karton, klembord of labelbord genoemd Voorbereiding ● Sla substraten vlak op in een schone omgeving met dezelfde of een vergelijkbare temperatuur en vochtigheid als in de printerruimte. Wijzigingen in temperatuur of vochtigheid zullen het materiaal doen kromtrekken.
Pagina 322
Golfkarton Deze worden ook gegolfd karton of dooskarton genoemd Voorbereiding ● Sla substraten vlak op in een schone omgeving met dezelfde of een vergelijkbare temperatuur en vochtigheid als in de printerruimte. Aanbevolen opslagomstandigheden: 19–23 °C, 55–65% RH. Wijzigingen in temperatuur of vochtigheid zullen het materiaal doen kromtrekken. ●...
Pagina 323
Gegolfd kunststof Deze worden ook gegolfd of geribbeld polypropyleen genoemd Voorbeelden van merknamen: Corflute Coroplast, Correx, Akyplac, Akylite, Cor-X Voorbereiding ● De kwaliteit van gegolfd polypropyleen kan sterk variëren. Een coronabehandeling wordt over het algemeen toegepast wanneer de oppervlaktespanning moet worden verhoogd voor een betere inkthechting.
Pagina 324
Generiek kunststof schuimplaat bij substraten met een kunststof voering. ● Deze substraten zijn hittegevoelig en HP raadt aan om de uithardingstemperatuur van 70 °C niet te overschrijden om vervormingen, delaminatie van de voering en toename van de substraatdikte te voorkomen.
Pagina 325
Afdrukmodi met alleen kleuren (geen wit) Borden Generieke voorinstellingen Snel Borden buitenshuis binnenshuis Hoge kwaliteit Generieke schuimplaat N.v.t. 4p-80% 6p-100% 8p-110% ● Er zijn geen generieke witte voorinstellingen voor schuimplaten. Raadpleeg Een substraatvoorinstelling toevoegen op pagina 79 als er witte inkt nodig is (voor gekleurde platen). Uitvoerverwerking ●...
Pagina 326
Substraten dunner dan 2,5 mm kunnen een grotere neiging tot vervormen vertonen dan dikkere substraten. Bij dunne substraten raadt HP aan de beschikbare hittegevoelige afdrukmodi te gebruiken. Hittegevoelige afdrukmodi zorgen voor een vloeiendere temperatuurhelling die de vlakheid van het vel verbetert.
Pagina 327
Glas en keramiek Bezwaren ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak van glas biedt geen goed contactoppervlak om de inkt te laten hechten, waardoor het gevoelig is voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 328
Aanbevolen afdrukmodi ● Afhankelijk van de toepassing de inktdekking, de afbeeldingsinhoud en het houtoppervlak kunnen alle afdrukmodi een aanvaardbare afdrukkwaliteit leveren. Afdrukken ● Selecteer Hout bij het configurere en laden van deze substraten. ● Sommige oppervlakken zijn poreuzer en absorberen de inkt, waardoor een vervaagd uiterlijk ontstaat. Gebruik de optie Verzadigde rendering intent in de RIP-software om de verzadiging te verhogen.
Pagina 329
Afdrukken ● Selecteer Doorzichtig vel bij het configurere en laden van deze substraten. ● De detectie van de substraatplaatsing is uitgeschakeld bij gebruik van deze substraten. Bij het laden moet de locatie van de linkerkant (gebruikerskant) en rechterkant (onderhoudskant) van het substraat worden ingevoerd volgens de optie Substraatmeting.
Pagina 330
Polypropyleenblad Voorbeelden van merknamen: Akyplen, Polygraph.ics.P Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 331
Onbuigzaam PVC-blad (U-PVC) Voorbeelden van merknamen: Akyplen, Polygraph.ics.P Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 332
Onbuigzaam PET (A-PET, PET-G) blad Voorbeelden van merknamen: Lumex, Vivak Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 333
Onbuigzaam PE (LDPE, HDPE) blad Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 334
Honingraatpanelen Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 335
Metalen panelen Bezwaren ● Doorgaans is de inkthechting beter op polycarbonaat dan op acryl of glas. ● Het gladde, niet-poreuze oppervlak maakt het gevoelig voor krassen en schuurplekken. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen en opstellen van het afgedrukte stuk om het te beschermen tegen slijtage.
Pagina 336
De flexibel substraattypen die in deze bijlage worden beschreven, zijn compatibel met uw printer, als de rol- naar-rol-upgradekit is geïnstalleerd en wordt gebruikt. OPMERKING: HP raadt het gebruik van de aandrukplaat aan voor een betere controle van het substraat tijdens het afdrukken. Zie Aandrukplaat op pagina 290.
Pagina 337
Textiel – Gemiddeld HP Heavy Textile Banner OPMERKING: Als u in de gevoelige modus wilt afdrukken, schakelt u de uithardingshendel in. Wanneer u gereed bent met het afdrukken in de gevoelige modus, schakelt u de uithardingshendel uit. Zelfklevende vinyls Voorbereiding ●...
Pagina 338
Uitvoerverwerking ● Wees voorzichtig bij het laden of optillen van vellen van de tafel, omdat substraat en inkt gevoelig zijn voor krassen. ● Gebruik schone katoenen handschoenen om vingerafdrukken te voorkomen. ● Gebruik beschermende handschoenen om het risico op verbrande handen te voorkomen. PVC banners Voorbereiding ●...
Pagina 339
Afdrukken ● Selecteer Karton bij het configurere en laden van deze substraten. ● Gebruik een substraatvoorinstelling voor karton in de RIP-software. ● Sommige oppervlakken zijn poreuzer en absorberen de inkt, waardoor een vervaagd uiterlijk ontstaat. Gebruik de optie verzadigde rendering intent in de RIP-software om de verzadiging te verhogen. Uitvoerverwerking ●...
Pagina 340
Flexibele film Deze staan ook bekend als: Gegolfd of geribbeld polypropyleen Voorbereiding ● De kwaliteit van gegolfd polypropyleen kan sterk variëren. Een coronabehandeling wordt over het algemeen toegepast wanneer de oppervlaktespanning moet worden verhoogd voor een betere inkthechting. Het effec van deze coronabehandeling zal na verloop van tijd verminderen. Substraten die een lange afstand hebben afgelegd of gedurende een langere periode zijn opgeslagen, ondervinden meer problemen met de inkthechting.
Pagina 341
Kleur e printkop- kalibr Categorie Substraat uitlijning Toepassingen HP banners HP Everyday mat met polypropyleen, met een kern van 3 inch Displays voor beurzen en evenementen, POP- en 203 micron • 120 g/m² • 61 m winkeldisplays, posters en fotovergrotingen,...
Pagina 342
POP- en winkeldisplays, 172 micron • 131 g/m² • 61 m posters en fotovergrotingen HP Super Heavyweight Plus Matte Paper, met een kern van 3 inch Displays voor beurzen en evenementen, 264 micron • 210 g/m2 • 61 m POP- en...
Pagina 343
ColorPRO-technologie van derden. ● HP PVC-free Wall Paper imprimé avec les encres HP Latex est classé A+ selon l’arrêté du 19 avril 2011 «Émissions dans l'air intérieur», qui défini des seuils sur l’émission de polluants volatils posant des problèmes en cas d’inhalation –...
Pagina 344
Overzichtsschema voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met afdrukkwaliteit Verticale glanzende Uitvloei Samensmelti Contactvlek gestippelde Schuurplekke Decellularisati Instellingen strepen Vlekken Krassen Voorbehandeling ▲ * ▲ ▼ * ▼ * Drogen ▲ * ▼ * ▲ * ▲ * Uitharding ▲...
Pagina 345
Woordenlijst Aerosolfilte De printkoppen produceren veel fijn inktdruppeltjes die voor het overgrote deel op het substraat terechtkomen. Een klein deel van deze druppeltjes lopen langs de zijkant; de twee aerosolfilter worden op elke kant van de printkopwagen geplaatst om de druppeltjes op te vangen. Een staaf die een rol van een substraat ondersteunt wanneer deze voor het afdrukken wordt gebruikt.
Pagina 346
Inktpatroon Een verwijderbaar printeronderdeel waarin een bepaalde inktkleur is opgeslagen die wordt doorgegeven naar de printkop. Inktreservoir Als u de status van de printkopspuitmonden controleert, wordt een kleine hoeveelheid inkt afgezet in de inktreservoirs. IP-adres Een unieke identificati voor een specifie knooppunt in een TCP/IP-netwerk. Het bestaat uit vier gehele getallen gescheiden door punten.
Pagina 347
TCP/IP Transmission Control Protocol/Internet Protocol: de communicatieprotocollen waarop internet is gebaseerd. Uitharding Uitharding is nodig om het latex samen te smelten met het substraat, waardoor een polymeerlaag wordt gecreëerd die fungeert als beschermende laag terwijl tegelijkertijd de resterende andere oplosmiddelen van de afdruk worden verwijderd. Harding is essentieel voor de duurzaamheid van de afgedrukte afbeeldingen.
Pagina 348
2 kleuremulatie 131 bestellen HP Klantenondersteuning 280 kleurkalibratie 128 accessoires 301 HP PrintOS 280 storing 278 andere benodigdheden 300 HP Proactive Support 280 kleurprofie inktpatronen 300 hulpprintkop koelventilatorrooster van wagen printkoppen 300 reinigen 163 reinigen 176 botsingsensoren...
Pagina 349
210 problemen met afdrukkwaliteit HP Klantenondersteuning 280 stangen van druppeldetector algemeen 251 HP PrintOS 280 reinigen 157 geavanceerd 254 HP Proactive Support 280 stootkussens van de scan-as problemen met afdrukkwaliteit onweer 277 vervangen 222 oplossen opwikkelspoel 75 substraat schema 336...
Pagina 350
losgeraakt van kern 244 ventilatiefilte voedingskast niet vlak 244 vervangen 218 nieuw 79 verbruiksartikelen 3 onbuigzaam, aanbevelingen 307 verlengtafels 295 onbuigzame typen 41 vloeistoftoevoer printkopreiniging onderhouden 42 controleren 172 parameters 47 voedingsspecificatie plaatsen op de as 57 voorzichtig 9 randhouders 61 rol in de printer laden 59 waarschuwing 9 scheef 246...