1. De afdrukmodus definiëre en testen
●
Naam afdrukmodus: kies een naam om de nieuw gemaakte afdrukmodus te identificeren
●
Warmtegevoelig substraat: schakel deze optie in als bij hoge temperaturen vervormingen in het
substraat optreden. Als u deze optie inschakelt, verhoogt u het aantal passages en verlaagt u de
doorvoersnelheid. Gebruik deze alleen als dit nodig is.
OPMERKING:
●
Kleur: kies de kleurmodus uit de beschikbare modi.
–
–
–
–
82
Hoofdstuk 6 Afdruktaken maken en beheren
Als u het substraat nog niet hebt geladen, kunt u dit nu doen.
CMYK (4 kleuren)
CMYKCM (6 kleuren)
CMYKCM + W (6 kleuren + wit)
In dit geval moet u de hoeveelheid witte inkt selecteren die u wilt gebruiken en de positie van de
witte laag ten opzichte van de gekleurde laag opgeven:
○
Ondervloeiing: de witte laag wordt afgedrukt onder de gekleurde laag.
○
Overvloeiing: de witte laag wordt afgedrukt boven op de gekleurde laag.
○
Spot: de witte inkt wordt op hetzelfde moment en op dezelfde manier afgedrukt als de
andere inkten.
CMYKcmWCMYKcm (sandwich)
NLWW