Inhoudsopgave
Advertenties
6-3. Problemen oplossen
Probleem
Het apparaat werkt totaal niet.
Er komt geen elektrodedraad uit.
De toevoer van draad is onregelmatig.
Tijden het lassen stopt de draadaanvoer
of draad loopt onregelmatig.
Draad wordt aangevoerd zodra de
stroom wordt toegepast.
De gasklep rammelt behoorlijk hard en
de toevoer van elektrodedraad is traag
en onregelmatig.
Het gas stroomt niet, maar er is wel toe-
voer van elektrodedraad.
Er komt draad, maar het gas stroomt niet
als de toortsschakelaar wordt ingedrukt.
Problemen met software of visualisatie. Herstel fabrieksparameters zoals wordt beschreven in deze handleiding.
Er komt draad en de elektrodedraad
wordt geactiveerd, maar gasstroom is
onregelmatig.
Motor draait op volle snelheid.
Draadaandrijfmotor loopt vrij uit (geen
rem bij loslaten van toortsschakelaar).
USB−poort werkt niet.
De meter werkt niet goed.
Reset de automatische zekering CB1 als deze uitgeschakeld is. Zie hoofdstuk 5-3 voor locatie.
Controleer de voedingsbron. Zie de handleiding bij de lasstroombron.
Controleer de aansluitingen van de 6-pens stekkerdoos.
Controleer de aansluiting van de pistoolschakelaar op de draadaanvoerunit. Controleer de pistool-
schakelaarkabels en toortsschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent aandrijfmotor en stuurprint PC1 nakijken en deze indien
nodig vervangen.
Stel de weerstand van de draadhaspelhouder af en stel de druk van de aandrijfrollen opnieuw af.
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt.
Vervang de contacttip of voering. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer de bedrading tussen de motorkaart en de regelknop.
Lijn de aandrijfrollen weer uit. Zie hoofdstuk 4-9.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer op kortsluiting tussen pistoolschakelaarkabels en laskabel. Repareer of vervang de pistool-
schakelaarkabels.
Controleer de gasklep en de gasontspanner.
Controleer de spanning van de spoel en de aansluiting van het gasklep. Controleer de continuïteit van
de spoel. Vervang deze zo nodig.
Controleer de continuïteit van de schakelaar voor handmatig activeren van gasaanvoer. Vervang zo no-
dig de besturingskaart van de schakelaar.
Roep er een door de fabrikant erkende serviceagent bij.
Controleer de spanning van de spoel en de aansluiting van gasklep GS1. Controleer de continuïteit van
de spoel. Vervang deze zo nodig.
Verhelp de verstopping in de gasslang of vervang de slang.
Verwijder blokkade in pistool. Zie de handleiding bij het pistool.
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent motorprint PC1 en de aansluitingen nakijken en deze
indien nodig vervangen.
Controleer de bedrading tussen de motorkaart en de regelknop.
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent motorprint PC1 en de aansluitingen nakijken en deze
indien nodig vervangen.
Controleer of de USB−kabel is losgeraakt of is beschadigd.
Herstel fabrieksparameters. Zie hoofdstuk 5-11.
Oplossing
OM-276691 Pagina 39
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
