3-14. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
OPMERKING
Ingaande spanning (V)
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A)
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van de zekering in ampères
Min. formaat invoerconductor in mm
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meter
Min. formaat aardingsconductor in mm
Reference: 1996 National Electrical Code (NEC).
3-15. Aansluitinvoervermogen
Deze conductoren aansluiten
op een spanningsloos lijnschei-
dingsmechanisme.
Y Altijd de aardingsconductor
eerst aansluiten.
= GND/PE
De voedingspanning mag niet meer dan 10% afwijken van de aanbevolen
waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit werkbereik valt, dan is geen
lasvermogen beschikbaar.
2
2
2
groen/geel
1
L1
L2
L3
2
400
16,9
25
2,5
47
2,5
S-0092J
Y De voeding afschakelen en
vergrendelen vooraleer de
voedingskabel van het appa-
raat aan te sluiten.
Y Enkel bevoegde personen
deze installatie laten uitvoe-
ren.
Controleer de invoerspanning die
op de werkplek beschikbaar is.
1
Lijnscheidingsmechanisme
2
Invoer- en
aardingsconductoren
Zie Sectie 3-14.
Voor driefase
CE-modellen:
Y Steeds de geel/groene of
groene aardingsconductor
als eerste aansluiten en dit
aan de aardingsklem, nooit
aan een faseklem.
Sluit de zwarte, blanke en rood dra-
den (L1, L2, L3) aan op lijn-
klemmen.
input_2 3/96 - ST-802 138-A
OM-2222 Pagina 17