3-9. Automation contrastekker (LX modellen)
F
E
D
G
J
J
C
H
I
B
A
A - Contact met D start de lascyclus. Het openen van het contact stopt de lascyclus. In 4–takt bedrijf, start en stopt de cyclus door een tijdelijk
contact (tussen 100ms en 0,75s).
B - Contact met D opent de gasklep. Indien deze ingang wordt gebruikt, dan is de nagastijd niet aktief. Maar indien een voorgastijd is ingesteld,
zal deze uitlopen voor de boogontsteking.
C - Contact met D moet behouden blijven om te kunnen lassen. Indien het contact tussen C en D geopend wordt, is er geen lasuitgang meer
(noodstop), nagastijd begint te lopen en HELP 13 verschijnt op de V– en A–meter.
De uitgangen zijn open collector transistors die minimum 6mA en maximum100mA kunnen geleiden onder een spanning van maximum
30VDC.
Uitkratering – uitgang is aan tijdens de uitkratering.
Pulsinformatie – uitgang is aan tijdens de piekstroom. Deze uitgang is aktief tijdens de starttijd, up–slope, lastijd, uitkratertijd en eindtijd
(volledige cyclus). Deze uitgang is niet bruikbaar voor pulsfrequenties boven de 10Hz!
Vlamboog aan – uitgang is aan als de contactor gesloten is met een lasspanning van minder dan 50V.
OM-2222 Pagina 14
Pin
A
Start/Stop
B
Gas
C
Noodstop
D
Normaal chassis
E
Uitkratering – collector
F
Uitkratering – emittor
G
Pulsinformatie – collector
H
Pulsinformatie – emittor
ST-802 137-A
ST-802 137-A
I
Vlamboog aan – collector
J
Vlamboog aan – emittor
Definities van in– en uitgangen
Ingangen
Uitgangen
Pininformatie voor RC2