de motor daarmee is uitgerust).
OFF
5.
Steek het geknoopte uiteinde van de
noodstartkoord in de inkeping in de
vliegwielrotor en wind de koord verschil-
lende keren met de wijzers van de klok
mee rond het vliegwiel.
6.
Trek langzaam aan de koord tot u weer-
stand voelt.
7.
Geef een stevige ruk aan de koord om
de motor aan te zwengelen. Herhaal in-
dien nodig.
NOTA:
Als de motor niet start met die procedure, zie
pagina 68.
DMU29670
De motor werkt niet
DMU29704
De koude motor start niet
Als de motor weigert te starten in koude toe-
ON START
ZMU01906
ZMU03671
Herstellen van defecten
stand, pas dan de volgende procedure toe.
DWM00410
WAARSCHUWING
Raak bij het starten of het bedienen van
de motor de ontstekingsspoel, de bougie-
draad, de bougiedop of andere elektri-
sche onderdelen die onder een hoge
spanning staan, niet aan. Hou bij het star-
ten losse kleren en andere voorwerpen
uit de buurt van de motor. Raak het vlieg-
wiel en andere bewegende onderdelen
niet aan als de motor draait.
1.
Stel de trimhoek zodanig in dat de aan-
drijfas onder een juiste hoek staat ten
opzichte van het wateroppervlak of is
naar binnen getrimd.
2.
Bij modellen uitgerust met een nood-
startklep, moet u deze openen. De klep
is gesitueerd achter het knaldemperdek-
sel aan de voorzijde van de motor.
3.
Knijp twee of drie maal in de opvoer-
pomp om brandstof toe te voeren.
4.
Open de gasklep lichtjes zonder te
schakelen met behulp van de gasgreep
of de neutraal-gashendel. Het is nood-
zakelijk de gasklepopening lichtjes te
wijzigen volgens de motortemperatuur.
Als de motor gestart is, zet u gasgreep
opnieuw in de beginstand.
5.
Zet de hoofdschakelaar op "
ZMU03142
" (aan).
68