Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Regeling Voor Hoge Tonen Instellen; De Hoogdoorlaatfilter Aanpassen; De Subwoofer Op On/Off Zetten; De Laagdoorlaatfilter Aanpassen - Alpine CDE-134BT Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3
Druk op  om terug te schakelen naar de vorige stap.
 De bandbreedte van de middentonen instellen (WIDTH
(Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte van de middentonen te selecteren.
WIDE 0.75  MEDIUM 1.00  MEDIUM 1.25  NARROW 1.50
(standaardinstelling)
 De centerfrequentie van de middentonen instellen
(CENTER FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie van de middentonen te selecteren.
500 (Hz)  1.0k (Hz) (standaardinstelling)  1.5k (Hz)  2.5k (Hz)
 Het niveau voor middentonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor middentonen te selecteren (-7 ~ +7)
U kunt de middentonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDIO. Zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat
regelen" op pagina 17.

De regeling voor hoge tonen instellen

1
Selecteer TREBLE in de 3BAND EQ-aanpassingsmodus,
draai aan de Rotary encoder om het gewenste instelitem
voor hoge tonen te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
WIDTH (Q)  CENTER FRQ  LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op  om terug te schakelen naar de vorige stap.
 De bandbreedte van de hoge tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte van de hoge tonen te selecteren.
WIDE 0.75  NARROW 1.25 (standaardinstelling)
 De centerfrequentie van de hoge tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie van de hoge tonen te selecteren.
7.5K (Hz)  10.0K (Hz) (standaardinstelling)  12.5K (Hz) 
15.0K (Hz)
 Het niveau voor hoge tonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor hoge tonen te selecteren (–7~+7)
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDIO. Zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat
regelen" op pagina 17.

De hoogdoorlaatfilter aanpassen

De hoogdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak. Deze functie werkt het best als deze in combinatie
met een subwoofer wordt gebruikt.
 Instelitem: HPF
Instelmogelijkheden:

De subwoofer op ON/OFF zetten

Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitvoerniveau van de
subwoofer aanpassen (zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/fader
(tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat regelen" op
*
.
pagina 17).
 Instelitem: SUBWOOFER
Instelmogelijkheden:

De laagdoorlaatfilter aanpassen

De laagdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
 Instelitem: SUBW LPF
Instelmogelijkheden:

De fase van de subwoofer instellen

De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°). Draai aan de Rotary
encoder om de instelling aan te passen. Afhankelijk van de
installatieplaats van de subwoofer klinkt een bepaalde instelling beter
dan de andere.
 Instelitem: SUBW PHASE
Instelmogelijkheden:
*
.
OFF (standaardinstelling) / 60 (Hz) / 80 (Hz) / 120 (Hz) /
160 (Hz)
Alle frequenties boven de geselecteerde drempel worden
uitgevoerd.
ON (standaardinstelling) / OFF
ON:
Het subwoofersignaal wordt uitgevoerd via de RCA-aansluitingen
van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op pagina 46).
OFF:
Er wordt geen subwoofersignaal uitgevoerd via de
RCA-aansluitingen van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op
pagina 46).
OFF (standaardinstelling) / LPF 60 (Hz) / LPF 80 (Hz) /
LPF 120 (Hz) / LPF 160 (Hz)
Alle frequenties onder de geselecteerde drempel worden uitgevoerd.
NORMAL (standaardinstelling) / REVERSE
19
-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave