Bedieningselementen van het programma
De Sequence Manager is alleen beschikbaar in het Engels.
Tools
Read Sequences
Tools
Sequenties van het
apparaat uitlezen
Export Sequences to File
Sequentie als bestand exporteren
Write Sequences
Sequentiebestand overbrengen
naar het apparaat
Tools
Add New Sequence
Add Sequence Step
Edit
Delete
Copy
Paste
Move Up
Move Down
Expand All Items
Collapse All Items
Sequenties van het apparaat inlezen
Als u bestaande testsequenties op het apparaat wilt bewerken,
moet u ze in het programma inlezen.
Als u meerdere apparaten in gebruik heeft, moet u het huidige
apparaat aan de hand van zijn naam selecteren. Hoe u de naam
60
About
Workspace
Programma
Werkzone
info
Verbonden
Voortgangsindicator
Lezen van het apparaat
Voortgangsindicator
Overbrengen
naar apparaat
Nieuwe sequentie toevoegen
Sequentie-stap toevoegen
Bewerken
Wissen
Kopiëren
Plakken
Omhoog bewegen
Omlaag bewegen
Alles uitklappen
Alles inklappen
van uw apparaat kunt achterhalen wordt beschreven in hoofdst.
6.8 op blz. 16.
➭ Verbind het apparaat via Bluetooth® met uw PC. Zie hoofdst.
9.1 op blz. 57.
➭ Start het programma volgens de gebruikelijke methoden van
uw besturingssysteem.
➭ Kies de button Read Sequences from Device.
apparaat
De dialoog Read Sequences from Device verschijnt.
➭ Kies uw apparaat op de lijst Please select the device port.
➭ Kies de button Read.
➭ De testsequenties van het apparaat worden geïmporteerd en
kunnen in het programma worden bewerkt.
De voortgangsindicator toont de inleesstatus.
Opmerking
Als er een foutmelding verschijnt dat de poort niet kan
worden verbonden, controleer dan de Bluetooth®-ver-
binding. Zie hoofdst. 9.1 op blz. 57.
Sequenties aanmaken en/of bewerken
Met behulp van de bijbehorende tools kunt u in de werkzone
Workspace testsequenties inl. meetstappen aanmaken, bewerken
of wissen.
U moet eerst een nieuwe sequentie aanmaken of een uit het
apparaat geïmporteerde sequentie selecteren. Wanneer u een
meetstap aanmaakt of bewerkt, selecteert u op de lijst Measure-
ment Function de gewenste meting. Afhankelijk van het meettype
verschijnen hieronder een of meer keuzelijsten waaruit u de meet-
parameters kunt kiezen. Optioneel kan in het veld Comment een
commentaar of opmerking over de meetstap worden ingevoerd.
Sequenties overbrengen naar het apparaat
Nadat u testsequenties hebt aangemaakt en/of bewerkt, kunt u
ze overbrengen naar een apparaat. De sequenties zijn dan
beschikbaar op het apparaat.
!
Let op!
Bestaande sequenties worden gewist!
Bij het overbrengen worden eerst alle sequenties die op
het apparaat staan gewist en vervolgens worden de se-
quenties uit het programma naar het apparaat geschre-
ven.
Ook in dit geval moet u de naam van uw huidige apparaat ken-
nen, als u er meerdere in gebruik hebt. Hoe u de naam van uw
apparaat kunt achterhalen wordt beschreven in hoofdst. 6.8 op
blz. 16.
➭ Verbind het apparaat via Bluetooth® met uw PC. Zie hoofdst.
9.1 op blz. 57.
➭ Start het programma volgens de gebruikelijke methoden van
uw besturingssysteem.
➭ Kies de button Write Sequences to Device.
De dialoog Write Sequences to Device verschijnt.
➭ Kies uw apparaat op de lijst Please select the device port.
➭ Kies de button Write.
De voortgangsindicator toont de overbrengingsstatus.
➭ De testsequenties op het apparaat worden geëxporteerd en
kunnen worden gebruikt.
Opmerking
Als er een foutmelding verschijnt dat de poort niet kan
worden verbonden, controleer dan de Bluetooth®-ver-
binding. Zie hoofdst. 9.1 op blz. 57.
Gossen Metrawatt GmbH