Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompstaging Met Wisselende Hoofdpomp - Danfoss VLT HVAC Drive Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive:
Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassingsvoorbeelden
geen ideale situatie vanwege het lage pomprendement en
omdat er een praktische limiet van ongeveer 25% van de
nominale snelheid bij volledige belasting bestaat voor een
werkende pomp.
Met de BASIC cascaderegelaar bestuurt de
frequentieomvormer een motor met variabel toerental als
de pomp met variabele snelheid (hoofdpomp) en kan deze
twee extra pompen met vaste snelheid gefaseerd in- en
uitschakelen. Door de snelheid van de eerste pomp te
variëren, wordt een variabele snelheidsregeling voor het
totale systeem verkregen. Hiermee wordt de druk constant
gehouden en worden drukpieken voorkomen, wat
resulteert in een lagere systeemdruk en een stillere
werking van pompsystemen.
Vaste hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Met de
BASIC cascaderegelaar kan de frequentieomvormer 3
gelijkwaardige pompen besturen met behulp van de twee
ingebouwde relais in de omvormer. Wanneer de variabele
pomp (hoofdpomp) rechtstreeks op de
frequentieomvormer is aangesloten, worden de andere 2
pompen geregeld door de twee ingebouwde relais.
Wanneer wisseling van hoofdpomp is ingeschakeld,
kunnen pompen op de ingebouwde relais worden
aangesloten en is de frequentieomvormer in staat om 2
pompen te besturen.
Wisseling hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Deze
functie maakt het mogelijk dat de frequentieomvormer de
pompen in het systeem (maximaal 2 pompen) afwisselend
bestuurt. In deze bedrijfsmodus worden beide pompen
even veel gebruikt, waardoor het benodigde pompon-
derhoud wordt beperkt en het systeem een grotere
betrouwbaarheid en een langere levensduur heeft.
Wisseling van de hoofdpomp kan plaatsvinden via een
commandosignaal of bij staging (toevoeging van een
andere pomp).
Het commando kan een handmatige wissel of een wissel-
gebeurtenissignaal zijn. Als de wisselgebeurtenis wordt
geselecteerd, zal de pompwisseling plaatsvinden zodra de
gebeurtenis zich voordoet. Het kan hierbij bijvoorbeeld
gaan om een wisseltimer die afloopt, een vooraf ingesteld
tijdstip van de dag of het moment waarop de hoofdpomp
in de slaapstand gaat. Het gefaseerd in/uitschakelen wordt
bepaald door de actuele systeembelasting.
Een afzonderlijke parameter kan bepalen dat wisseling
alleen is toegestaan als de totale vereiste capaciteit meer
dan 50% is. De totale pompcapaciteit is de hoofdpomp
plus de capaciteit van pompen met vaste snelheid.
Beheer bandbreedte
Om een frequente wisseling van pompen met een vaste
snelheid te voorkomen, wordt in systemen met cascadere-
geling de gewenste systeemdruk niet op een bepaald
niveau maar binnen een bepaalde bandbreedte gehouden.
VLT® HVAC Drive Design Guide
MG.11.BB.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
De Staging-bandbreedte bepaalt de vereiste bandbreedte
voor deze bedrijfsmodus. Wanneer zich een grote en snelle
wijziging in de systeemdruk voordoet, zal de
Onderdr.bandbreedte de Staging-bandbreedte
onderdrukken om een onmiddellijke reactie op een
kortstondige drukwijziging te voorkomen. Een Timer voor
onderdr.bandbreedte kan worden geprogrammeerd om
het gefaseerd in- en uitschakelen te voorkomen totdat de
systeemdruk weer stabiel is en een normale regeling weer
mogelijk is.
Wanneer de cascaderegelaar is ingeschakeld en normaal
functioneert en de frequentieomvormer een alarm met
uitschakeling (trip) geeft, wordt de opvoerhoogte van het
systeem gehandhaafd door de pompen met vaste snelheid
in en uit te schakelen. Om frequent in- en uitschakelen te
voorkomen en drukfluctuaties tot een minimum te
beperken, wordt in plaats van de Staging-bandbreedte een
grotere Bandbreedte voor vaste snelheid gebruikt.
6.1.9 Pompstaging met wisselende
hoofdpomp
Afbeelding 6.8
Wanneer een wisseling van hoofdpomp is ingeschakeld,
kunnen maximaal twee pompen worden bestuurd. Op een
wisselcommando zal de hoofdpomp aanlopen tot de
minimumfrequentie (fmin) en na een vertraging aanlopen
tot de maximumfrequentie (fmax). Wanneer de snelheid
van de hoofdpomp de destaging-frequentie bereikt, wordt
de pomp met vaste snelheid gefaseerd uitgeschakeld
(destaging). De hoofdpomp blijft aanlopen en loopt
vervolgens uit tot een stop, waarna de twee relais worden
uitgeschakeld.
Na een tijdsvertraging schakelt het relais voor de pomp
met vaste snelheid gefaseerd in (staging) en wordt deze
pomp de nieuwe hoofdpomp. De nieuwe hoofdpomp
loopt aan tot de maximumsnelheid en loopt vervolgens uit
naar de minimumsnelheid. Wanneer de frequentie voor
gefaseerd in/uitschakelen wordt bereikt, wordt de oude
hoofdpomp weer (gefaseerd) ingeschakeld op het net als
de nieuwe pomp met vaste snelheid.
Als de hoofdpomp gedurende een vooraf ingestelde tijd
heeft gedraaid op de minimumfrequentie (fmin), terwijl er
ook een pomp met vaste snelheid actief is, levert de
hoofdpomp nauwelijks een bijdrage aan het systeem.
6
6
125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave