Hoofdstuk 13
4.
Wacht tot de wagen met de printcartridges stilstaat en druk voorzichtig op een
printcartridge om deze te ontgrendelen.
Als u de driekleurenpatroon vervangt, verwijdert u de printcartridge uit de sleuf aan
de linkerkant.
Als u de zwarte printcartridge of de fotocartridge vervangt, verwijdert u de
printcartridge uit de sleuf aan de rechterkant.
1 Sleuf van printcartridge voor de driekleurencartridge
2 Sleuf van printcartridge voor de zwarte printcartridge en fotocartridge
5.
Verwijder de printcartridge uit de sleuf door deze naar u toe te trekken.
6.
Als u de zwarte printcartridge wilt verwijderen om een fotoprintcartridge te installeren,
bergt u de zwarte cartridge op in de cartridgebeschermer of in een luchtdichte
kunststof verpakking.
106
Probleemoplossing