Voor gebruik:
•
Ga na of er zich geen vreemde materialen
op de camera bevinden, zoals vuil, stof of zand.
•
Zorg ervoor dat het klepje van het
batterijcompartiment/het kaartje en het klepje
over de connector goed gesloten zijn (u hoort
een klik).
•
Open het klepje van het batterijcompartiment/
het kaartje en het klepje over de connector
niet met natte handen, onder water of in een
vochtige of stoffige omgeving (bv. strand).
Na gebruik:
•
Zorg ervoor dat u resterend water of vuil
wegveegt na het gebruik van de camera
onder water.
•
Nadat u de camera hebt gebruikt in zeewater,
dient u deze gedurende ong. 10 minuten
onder te dompelen in een emmer zoet water
(met het klepje van het batterijcompartiment/
het kaartje en het klepje over de connector
goed gesloten). Droog daarna de camera
op een plaats in de schaduw die goed
geventileerd is.
•
Waterdruppels kunnen voorkomen
aan de binnenkant van het klepje van
het batterijcompartiment/het kaartje en het
klepje over de connector nadat u elk klepje
opent. In dat geval dient u deze weg te vegen
voor u de camera gaat gebruiken.
Opmerkingen na gebruik
•
Vreemde materialen kunnen vastkleven aan
de buitenste rand van de lensafdekking door
het gebruik van de camera in omstandigheden
met vreemde materialen zoals vuil, stof of zand,
of wanneer de lensafdekking niet vlot kan worden
verschoven. Als u de camera blijft gebruiken
in dergelijke omstandigheden, kan de lens
beschadigd raken of kan de lensafdekking
blijven vastzitten en bijkomende schade aan
de camera veroorzaken. Om dergelijke schade
te voorkomen, dient u de camera te wassen
volgens de volgende methode:
1 Plaats de batterij en sluit het klepje van
het batterijcompartiment/het kaartje en het
klepje over de connector tot u bij elk slot
een klik hoort.
2 Vul een emmer met zoet water, dompel
de camera onder in de emmer met de
lens naar beneden gericht en beweeg
de camera krachtig heen en weer.
3 Druk onder water herhaaldelijk
op de knop n en sluit/open
de lensafdekking herhaaldelijk.
4 Schud daarnaast de camera heen en weer
met de afdekking geopend.
Volg stappen 1 tot 4 en controleer
daarna of de lensafdekking vlot kan
worden verschoven.
Als de lensafdekking niet vlot beweegt,
spoelt u het oppervlak van de lens af door
deze rechtstreeks onder een sterke straal
kraantjeswater te houden en herhaaldelijk
op de knop n te drukken.
Opslag en onderhoud
•
Bewaar de camera niet in een omgeving
onderworpen aan een hoge temperatuur
(40° C of meer) of een lage temperatuur
(-10° C of minder). Doet u dit wel, dan is de
camera mogelijk niet langer waterbestendig.
•
Gebruik geen chemische stoffen om de camera
schoon te maken, te behandelen tegen roest,
tegen aandampen, om te herstellen, enz. Doet
u dit wel, dan is de camera mogelijk niet langer
waterbestendig.
•
Houd de camera niet gedurende lange
tijd onder water. Doet u dit wel, dan kan
de behuizing van de camera beschadigd
raken en/of kan de waterbestendigheid
verslechteren.
•
Om de waterbestendigheid optimaal te
houden (zoals bij elke onderwaterbehuizing),
is het aan te raden de waterdichte pakking
(en dichtingen) jaarlijks te vervangen.
Bezoek de Olympus-website voor uw regio
voor een lijst met de Olympus-verdelers
of servicediensten waar de waterdichte
pakking kan worden vervangen.
67
NL