2
Richt de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond het
door de camera gedetecteerde
gezicht verschijnt, en druk op de
ontspanknop om de foto te maken.
•
Zowel het onbewerkte als het bewerkte beeld
worden opgeslagen.
•
Als het beeld niet kan worden geretoucheerd,
wordt enkel het onbewerkte beeld opgeslagen.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het
kader niet, duurt het even voor het kader
verschijnt of heeft het bewerken geen effect.
[IMAGE SIZE] van het geretoucheerde beeld
is beperkt tot [J] of kleiner.
Fotograferen met automatische
instellingen (stand A )
De camera selecteert automatisch de beste
stand om de scène te fotograferen. Dit is een
volautomatische stand waarin u foto's kunt
nemen die het best aangepast zijn aan de scène
door gewoon de ontspanknop in te drukken.
De instellingen in het menu Fotograferen zijn
niet beschikbaar in de stand A.
1
Zet de functieknop op A .
De indicator verandert in het pictogram
voor het motiefprogramma die door
de camera werd geselecteerd.
•
Druk de ontspanknop half in of druk op de
knop g om na te gaan welke opnamestand
de camera automatisch heeft geselecteerd.
In sommige gevallen kiest de camera niet
de gewenste stand om te fotograferen.
Wanneer de camera niet kan vaststellen
wat de optimale stand is, wordt de stand P
geselecteerd.
20 NL
iAUTO
12
M
N
IN
ORM
Videobeelden maken (stand n )
Audio wordt tegelijk met de film opgenomen.
1
Zet de functieknop op n .
Zoomen tijdens het opnemen
van een film
De optische zoom is niet beschikbaar tijdens
het opnemen van een film.
Gebruik [DIGITAL ZOOM] (Blz. 30).
Een film opnemen met digitale
beeldstabilisatie
[DIS MOVIE MODE] (Blz. 31)
2
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp,
en druk de ontspanknop dan
volledig in om de opname te starten.
Half indrukken
4
Helemaal
indrukken
3
Druk de ontspanknop volledig
in om de opname te stoppen.
A modusindicator
QVGA
00:35
15
IN
Brandt rood tijdens opname
REC
00:34
Resterende opnametijd (Blz. 65)