Pas de instellingen voor de functies aan terwijl u "Het menu gebruiken" raadpleegt (Blz. 4).
Het bereik selecteren om de helderheid
te meten [ESP/ n ]
B CAMERA MENU ESP/n
Submenu 2
Hiermee krijgt u een evenwichtige
helderheid over het volledige
ESP
scherm. (Meet de helderheid
in het midden en in de omliggende
delen van het scherm afzonderlijk.)
Fotografeert het onderwerp in het
n (spot)
midden met tegenlicht
In de stand [ESP] kan het midden donker
zijn wanneer foto's worden gemaakt bij sterk
tegenlicht.
Selectie van het scherpstelgebied
[AF MODE]
B CAMERA MENU AF MODE
Submenu 2
Deze functie wordt gebruikt
als u foto's wenst te maken van
mensen. (De camera detecteert
automatisch een gezicht en geeft
een kader weer op het scherm.)
Druk de ontspanknop half in.
FACE DETECT
Wanneer de camera scherpstelt
*1
op een gezicht, licht het
autofocusteken groen op.
Wanneer het autofocusteken
oranje oplicht, betekent dit dat
de camera op iets anders heeft
scherpgesteld dan een gezicht.
Hiermee kunt u de foto kadreren
zonder u zorgen te maken over
de scherpstelpositie. De camera
zoekt het onderwerp waarop
iESP
moet worden scherpgesteld
en stelt de scherpstelling
automatisch in.
De camera stelt scherp op het
SPOT
onderwerp in het autofocusteken.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader niet
*1
of niet onmiddellijk.
: K A
Toepassing
: K
Toepassing
Geluid opnemen tijdens fotograferen [ R ]
B CAMERA MENU R
Submenu 2
OFF
Er wordt geen geluid opgenomen.
De camera start de opname
automatisch gedurende ongeveer
4 seconden nadat het beeld werd
ON
gemaakt. Dit is handig om notities
of commentaar bij het beeld
op te nemen.
Richt de microfoon (Blz. 7) tijdens het opnemen
op de geluidsbron die u wilt opnemen.
De bewegingsonscherpte ten gevolge
van cameratrillingen verminderen tijdens
het fotograferen in de stand [IMAGE
STABILIZER] (stilstaande beelden)/
[DIS MOVIE MODE] (videobeelden)
B CAMERA MENU IMAGE STABILIZER/
DIS MOVIE MODE
Submenu 2
De beeldstabilisator is
gedeactiveerd. Dit is aan
te bevelen als foto's worden
OFF
genomen terwijl de camera
vastgezet is op een statief
of op een ander stabiel oppervlak.
ON
De beeldstabilisator is geactiveerd.
De standaardinstellingen van de camera zijn
[ON] voor [IMAGE STABILIZER] (stilstaande
beelden) en [OFF] voor [DIS MOVIE MODE]
(videobeelden).
Wanneer [IMAGE STABILIZER] (stilstaande
beelden ) is ingesteld op [ON], is het mogelijk
dat u geluiden hoort binnenin de camera
wanneer u op de ontspanknop drukt.
De beelden kunnen mogelijk niet worden
gestabiliseerd als de camera te veel trilt.
Als de sluitersnelheid uiterst laag
is, bijvoorbeeld als u 's nachts foto's
of beelden maakt, werkt de stabilisator
niet altijd even goed.
Als u opnamen maakt terwijl [DIS MOVIE
MODE] (videobeelden) op [ON] staat, wordt
het beeld een beetje vergroot voor het wordt
opgeslagen.
: K
Toepassing
: K b A
Toepassing
31
NL