Pas de instellingen voor de functies aan terwijl u "Het menu gebruiken" raadpleegt (Blz. 4).
Het perfecte moment vastleggen
tijdens opnamen (stand
[ Y PRE-CAPTURE MOVIE])
1 Gebruik EF om [YPRE-CAPTURE
MOVIE] te selecteren, en druk vervolgens
op de knop o om in te stellen.
•
Zodra deze optie ingesteld is, is deze
functie klaar voor opnamen.
2 Druk op de ontspanknop
om de filmopname te starten.
•
Een film van 7 seconden, inclusief
2 seconden opnametijd voor de
ontspanknop werd ingedrukt,
wordt opgenomen.
•
Tijdens het opnemen van videobeelden
kunnen de optische zoom en de
automatische scherpstelfunctie
worden gebruikt.
Er wordt geen geluid opgenomen.
Het autofocusteken wordt niet weergegeven
op de monitor.
Selecteer [IMAGE SIZE] bij [VGA] of [QVGA]
en selecteer bij [FRAME RATE] de optie
[N 30fps] of [O 15fps].
Tikken op de camera om een foto
te nemen (stand [aSNOW])
1 Selecteer [aSNOW] en druk vervolgens
op de knop o.
•
[TAP CONTROL] (Blz. 47) wordt
automatisch geactiveerd en de camera
kan worden bediend door erop te tikken.
2 Tik twee keer op de achterkant
van de behuizing.
•
[SELFTIMER] wordt geactiveerd
en de foto wordt automatisch genomen
na 2 seconden.
Panoramabeelden maken
[ N PANORAMA]
N PANORAMA
Submenu 1
Er worden drie foto's gemaakt,
die door de camera worden
gecombineerd. De gebruiker
dient enkel de foto's zo te
kadreren, dat de focustekens
COMBINE IN
en aanwijzers elkaar overlappen,
CAMERA 1
*1*2
waarna de camera de sluiter
automatisch ontspant. De
opnamefuncties zijn reeds
optimaal ingesteld voor het
maken van panoramafoto's.
Er worden drie foto's gemaakt,
die door de camera worden
COMBINE IN
gecombineerd. De gebruiker
CAMERA 2
kadreert de opnamen met behulp
*1*2
van het richtkader en ontspant
de sluiter handmatig.
De gemaakte beelden
worden tot een panoramabeeld
gecombineerd met behulp van
de software OLYMPUS Master 2
COMBINE
op de meegeleverde cd-rom.
IN PC
De foto's worden gemaakt in
de laatste instelling voor [ISO]
of [O SCENE MODE] (behalve
bij bepaalde motiefprogramma's).
Niet beschikbaar in de stand (Blz. 19).
*1
De instelling [A IMAGE QUALITY] (Blz. 28) kan niet
*2
worden gewijzigd.
De scherpstelling, de belichting (Blz. 22),
de zoomstand (Blz. 21) en [WB] (Blz. 29)
worden vastgezet bij het eerste beeld.
De flitser (Blz. 21) is vast ingesteld
op de stand $ (FLASH OFF).
Panoramabeelden kunnen alleen worden
bewerkt met [SHADOW ADJ] (Blz. 32)
en [COLOR EDIT] (Blz. 37).
"Panoramabeelden weergeven" (Blz. 27)
: K
Toepassing
33
NL