10
INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
10.1 In bedrijf stellen
1.
Schakel de elektrische voeding van het toestel uit.
2.
Verwijder de frontmantel.
3.
Open de gashoofdkraan
4.
Controleer de elektrische aansluiting inclusief
aarding.
5.
Vul het toestel en de installatie met water
(minimale druk 0,8 bar).
6.
Ontlucht de installatie.
7.
Vul de sifon met water.
8.
Controleer de rookgasafvoeraansluiting en de
luchttoevoeraansluiting.
9.
Gasleiding ontluchten.
10.
Open de gaskraan in de gasleiding naar het
toestel.
11.
Controleer de gasaansluiting.
12.
Schakel de elektrische voeding van het toestel in.
13.
Stel de ketelregeling in op warmtevraag.
14.
Schakel de hoofdschakelaar van het toestel in.
15.
Het toestel komt nu in bedrijf.
Het bedrijfsverloop is nu via het code-venster zichtbaar:
0 = IMS-systeem opent maximaal.
5 = Ruststandscontrole van de
luchtdrukverschilschakelaar.
1 = De ventilator komt in bedrijf.
Nu start de voorspoelperiode. Hierna wordt het
IMS naar de LDS controlepositie gestuurd. Door
vergroting van het luchtdrukverschil over het IMS
door het verder dichtlopen ervan, moet tijdens
deze fase de luchtdrukverschilschakelaar op de
LDS controlepositie geschakeld hebben.
2 = Ontsteking: 3 seconden voorontsteking gevolgd
door het openen van de gasklep gedurende 3
seconden (veiligheidstijd).
3 = Toestel in bedrijf.
16a. Controleer en corrigeer, indien noodzakelijk, de
juiste afstelling van de
gas-/luchtverhoudingsregeling. De controle vindt
plaats op vollast en laaglast, de afstelling vindt
alleen plaats op vollast. Voor controle en afstelling
zijn een elektronische CO
O
) (meetpunt 3, zie Afb 02) en een gasdrukmeter
2
vereist. Let op dat de opening rond de meetsonde
tijdens de meting goed is afgedicht.
-meter (op basis van
2
16b. Toestel op vollast (geforceerde mode 'hoog')
laten werken door m- en [+]-toets gedurende 2
seconden tegelijkertijd in te drukken. Er zal nu
een h op het display verschijnen.
16c. Meet, na het bereiken van het maximale
vermogen, de gasdruk (met weggenomen
frontmantel) op het betreffende meetpunt van het
gasblok en vergelijk deze met de waarde in Tabel
23. De druk dient 0 mbar te bedragen. Een
eventueel afwijkende waarde dient gecorrigeerd te
worden m.b.v. de instelschroef op het gasblok.
16d. Meet nu het CO
met de waarde in Tabel 23. Is het CO
dan dient de instelschroef (zie Afb 25) rechtsom
gedraaid te worden, waarbij de moer met behulp
van de ringsleutel vastgehouden dient te worden.
Is het CO
% te laag, dan instelschroef linksom
2
draaien.
Controleer de vlam via het kijkgat (in vollast):
- de vlam mag niet afblazen
- het branderoppervlak mag niet roodgloeiend zijn.
16e. Toestel in laaglast (geforceerde mode 'laag')
laten werken door m- en [-]-toets gedurende 2
seconden tegelijkertijd in te drukken. Er zal nu
een l op het display verschijnen.
16f.
Controleer, na het bereiken van het minimale
vermogen, het CO
met de waarde in onderstaande tabel. Neemt u bij
grotere afwijkingen dan in de tabel weergegeven,
contact op met onze afdeling After Sales Service
- staande ketels.
Afb 25.
Instelpunt CO
(0021H7900018)
44
Remeha
Gas 210 ECO
-percentage en vergelijk deze
2
% te hoog,
2
-percentage en vergelijk deze
2
% mengsysteem IMS
2