Combinatie met doorverbinding
Op deze wijze is een continu modulerende weersafhan-
kelijke regeling (dus zonder klok) mogelijk.
Let op de instelling van parameter A (zie par. 6.5.3):
de zgn. boosterfunctie dient te zijn uitgeschakeld, dus
parameter A = 31 (fabrieksinstelling).
Combinatie met kamerthermostaat
Op deze wijze is modulerend bedrijf mogelijk.
Let op de instelling van parameter A (zie par. 6.5.3):
het verdient aanbeveling de zgn. boosterfunctie in te
schakelen, dus parameter A = 11.
Werking van de boosterfunctie
Als de aanvoertemperatuur volgens de stooklijn onder
bepaalde omstandigheden te laag is (bijvoorbeeld
opstoken na nachtverlaging) zorgt de zogenaamde
'boosterfunctie' ervoor dat deze aanvoertemperatuur
met 10°C verhoogd wordt als de warmtevraag (van
de regelaar) langer dan 10 minuten aanwezig blijft.
Dit herhaalt zich elke 10 minuten totdat de regelaar
uitschakelt of totdat de ingestelde aanvoertemperatuur
is bereikt.
Na het schakelen van de regelaar zal de gewenste
aanvoertemperatuur weer dalen met 1°C per minuut tot
de ingestelde stooklijn weer is bereikt.
Montage van de buitentemperatuursensor
Monteer de buitenvoeler, beschermd tegen direct
zonlicht, aan de noord- of noodwestzijde van het pand,
op een hoogte van minimaal 2,5 meter vanaf het
maaiveld. De buitentemperatuursensor niet monteren in
de nabijheid van vensters, deuren, ontluchtingsroosters,
afzuigkap, etc.
Uitgangssignaal (Volt)
0 - 0,5
0,5
0,5 - 1,0
1,0 - 10
Tabel 22.
Analoog uitgangssignaal
Omschrijving
Ketel uit
Alarmmelding
Ketel uit, pomp aan
Afgegeven vermogen van 10 tot 100% of
Afgegeven temperatuur van 10 tot 100°C
8.4.9 Tweetraps-aansturing of externe
weersafhankelijke regeling
De Remeha Gas 210 ECO is ook geschikt voor
tweetraps-aansturing of aansturing door een tweetraps
externe weersafhankelijke regelaar middels
potentiaalvrije relaiscontacten. Het toestel wordt dan
hoog/laag bestuurd. Voer bij aansluiten de volgende
handelingen uit:
- Sluit de eerste trap (aan/uit) aan op klemmen 45 en
46 van de klemmenstrook in het bedieningspaneel.
- Sluit de tweede trap (hoog/laag) aan op de klemmen
43 en 44.
- De interne ketelregeling dient op hoog/laag-regeling
te worden ingesteld (zie par. 6.5.3, parameter A).
Het procentuele vermogen waarbij de ketel op 'laag'
brandt, kan worden ingesteld met parameter $
(deellastvermogen) in de instelmode. De procentuele
'hoog'stand is afhankelijk van het maximaal ingestelde
vermogen, zie instelmode, parameter ^ (maximale
vermogen). Tijdens deze 'hoog'stand is modulatie op de
ingestelde aanvoertemperatuur vrijgegeven.
8.5 Overige ingangen
8.5.1 Blokkerende ingang
De besturing is voorzien van een blokkerend ingangs-
circuit waarmee de ketel blokkerend uitgeschakeld
kan worden. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt
worden in combinatie met de eindschakelaars van
smoorkleppen e.d. Deze ingang is uitgevoerd op
klemmen 39 en 40. Bij gebruik van de ingang dient eerst
de draadbrug verwijderd te worden.
8.5.2 Vergrendelende ingang
De besturing is voorzien van een ingang die de ketel
vergrendelt. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt
worden in combinatie met een maximum gasdruk-
schakelaar e.d. Deze ingang is uitgevoerd op klemmen
18 en 19. Bij gebruik van de ingang dient eerst de
draadbrug verwijderd te worden.
8.6 Overige uitgangen
8.6.1 Analoge uitgang
Afhankelijk van de instelling van de opties in het
serviceniveau (zie par. 6.6.13) zal het analoge
uitgangssignaal de volgende waarden uit kunnen sturen:
Deze uitgang is uitgevoerd op klemmen 33 (-) en 34 (+).
40
Remeha
Gas 210 ECO