Doseeropties
Sequentiële dosering
Componenten A en B sproeien de nodige volumes
sequentieel om de mengverhouding te verkrijgen.
1. De operator drukt op
beginnen.
2. De ProMix 2KE-regelaar zendt signalen uit om de
magneetventielen te activeren. De magneetventielen
activeren Doseerventiel A1 (A2 of A3, afhankelijk van
het geselecteerde recept) en B. De vloeistof begint te
stromen wanneer de pistooltrekker wordt ingedrukt.
3. Componenten A1 en B worden als volgt één voor één
in de vloeistofintegrator (FI) geïntroduceerd.
a. Het doseerventiel aan de A-zijde (DVA1, DAV2 of
DVA3) wordt geopend en er stroomt vloeistof in
de integrator.
b. Debietmeter A (MA) bewaakt het gedoseerde
vloeistofvolume en zendt elektrische pulsen naar
de ProMix 2KE-regeleenheid. De controller
bewaakt deze pulsen en signalen.
c. Wanneer het doelvolume is gedoseerd,
sluit doseerkraan A.
OPMERKING: Het doseervolume van component A
en B is gebaseerd op de mengverhouding en de
dosering die door de gebruiker is ingesteld en wordt
berekend door de ProMix 2KE-regeleenheid.
Verhouding =
2,0:1
A = 2
B = 1
3A1675N
om met de bediening te
Tabel 3: Werking sequentiële dosering
Dosis 1
d. Doseerventiel B (DVB) gaat open en er stroomt
vloeistof in de integrator; deze wordt
proportioneel aangepast aan component A.
e. Debietmeter B (MB) meet en bewaakt de
gedoseerde hoeveelheid vloeistof en stuurt
elektrische pulsen naar de ProMix 2KE-
regeleenheid.
f.
Wanneer het doelvolume is gedoseerd,
sluit doseerkraan B.
4. De componenten worden voorgemengd in de
integrator en vervolgens in de leiding van de
statische menger (SM) gelijkmatig doorgemengd.
OPMERKING: Om de uitvoer van de statische
menger naar het pistool te controleren kunt u een
optionele vloeistofdrukregulator installeren.
5. Componenten A en B worden afwisselend in
de integrator geleid zolang de trekker van het pistool
wordt ingedrukt.
6. Als de trekker van het pistool twee minuten lang
niet wordt ingedrukt, schakelt het systeem over
op stationair; in dat geval sluiten de doseerkranen
van de mengverdeler.
7. Wanneer de trekker van het pistool weer wordt
ingedrukt, gaat de ProMix 2KE verder met het proces
vanaf het punt waarop werd gestopt.
OPMERKING: Het systeem kan op elk moment
worden gestopt door op
de hoofdstroomschakelaar uit te zetten.
Dosis 2
Doseeropties
te drukken of door
Dosis 3
53