Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Systeem Voorpompen; Meterkalibratie - Graco ProMix 2KE Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ProMix 2KE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Basisbediening

Het systeem voorpompen

OPMERKING: Zie zo nodig voor meer scherminformatie
Details bedrijfsmodus op pagina 44-45.
1. Pas de hoofdluchtdruk aan. Voor de meeste
toepassingen is 80 psi (552 kPa; 5,5 bar) luchtdruk
nodig om goed te kunnen functioneren. Niet minder
dan 75 psi (517 kPa; 5,2 bar) gebruiken.
2. Als dit de eerste keer is dat u het systeem opstart,
of als de leidingen mogelijk lucht bevatten, spoelt u
het systeem door zoals aangegeven in Doorspoelen
op pagina 36. De apparatuur is getest met
lichtgewicht olie die moet worden uitgespoeld
teneinde vervuiling van uw materiaal te voorkomen.
3. Druk vanuit Startscherm uitvoeren (scherm 1)
op
. Zorg dat het systeem stand-by staat.
Stand-by
4. Stel de toevoer van componenten A
en B in voor de gewenste toepassing.
Gebruik de laagst mogelijke druk.
OPMERKING: Overschrijd de maximum
bedrijfsdruk van het systeem of de laagste component
van het systeem niet, zoals aangegeven op het
identificatiepaneel van het systeem.
5. Draai de vloeistoftoevoerkleppen
naar het systeem open.
6. Als u een elektrostatisch pistool
gebruikt, schakel dan de
elektrostatische aandrijving uit voordat u begint
met spuiten.
7. Als u een pistoolspoelkast gebruikt,
plaatst u het pistool in de kast en sluit u het deksel.
8. Gebruik
om het gewenste kleurrecept
te wijzigen.
34
Stand-by
9. Druk op
. Het systeem spoelt en laadt vervolgens
gemengd materiaal in het pistool. Als u geen
pistoolspoelkast gebruikt, spuit dan met het pistool
in een geaarde metalen emmer totdat het systeem
terugkeert naar de stand-bymodus.

Meterkalibratie

OPMERKING: Zie Kalibratie 1 en 2 (scherm 22 en 23)
op pagina 51 voor meer informatie over het scherm,
indien nodig.
Kalibreer de meter:
De eerste keer dat het systeem gaat werken.
Steeds als er nieuwe materialen worden gebruikt
in het systeem, met name als de materialen
viscositeitswaarden hebben die aanzienlijk
verschillen.
Als onderdeel van regulier onderhoud om de meter
nauwkeurig te houden.
Telkens als een debietmeter een onderhoudsbeurt
krijgt of wordt vervangen.
OPMERKING:
De meterfactoren in Kalibratie 1 (scherm 22)
worden automatisch bijgewerkt nadat de
kalibratieprocedure is voltooid. U kunt deze
indien gewenst ook handmatig bewerken.
Alle waarden in dit scherm worden weergegeven
in cc of cc/puls, ongeacht welke eenheden
zijn ingesteld in Configuratie 4 (scherm 21).
1. Voordat u meter A of B kalibreert, vult u het systeem
voor met materiaal. Zie Het systeem voorpompen,
pagina 34.
2. Als het display in een scherm Bedrijfsmodus zit,
drukt u op
voor toegang tot de instelschermen.
3. Druk op
om Kalibratie 1 (scherm 22) weer
te geven. K-factoren worden getoond voor B en A1
(A2, A3 indien aanwezig).
3A1675N

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave