Details instelmodus
Opsporen en verhelpen van storingen
met systeeminvoer (scherm 35)
Vanuit het Startscherm Instellingen (scherm 17) met
probleemoplossing actief drukt u op
verhelpen van storingen met systeeminvoer (scherm 35)
weer te geven. Er wordt X in het vak weergegeven om aan
te geven of Luchtstroomschakelaar 1 of 2 aanstaat en of het
pistool in de Pistoolspoelkast zit. Het scherm toont tevens de
pulsen voor Meter A en Meter B. De velden die betrekking
hebben op de pompfunctie kunnen worden genegeerd.
Pomp B omhoog
Luchtstroomschakelaar
of omlaag (niet in
aan
gebruik)
Pomp A omhoog
Pistool in
of omlaag (niet in
pistoolspoelkast
gebruik)
A
. 49. Opsporen en verhelpen van storingen met
FB
systeeminvoer (scherm 35)
•
Druk op
en vervolgens opnieuw op
naar Opsporen en verhelpen van storingen met
systeeminvoer (scherm 37) te gaan. Druk op
om naar de Membraantest (scherm 36) te gaan.
Membraantest (scherm 36)
Vanuit het Startscherm Instellingen (scherm 17) met
probleemoplossing actief drukt u op
opnieuw op
. Membraantest (scherm 36) wordt
weergegeven. U kunt ook op
drukken. Via dit scherm kan een geautoriseerde
gebruiker de knoppen op het membraan van de
displaymodule testen. Wanneer dit scherm is geopend,
verliezen alle knoppen hun vooraf gedefinieerde functie
en zijn de softwaretoetsen niet gedefinieerd. Wanneer
er een correct functionerende knop wordt ingedrukt,
verschijnt er een X in het vak.
A
. 50. Membraantest (scherm 36)
FB
Druk driemaal op
om terug te keren naar het
Startscherm Instellen (scherm 17). Rechtstreekse
toegang tot de andere schermen is niet mogelijk.
52
om Opsporen en
Pompdrukken
(niet in gebruik)
Meterpulsen
om
en vervolgens
en daarna weer op
Storingen opsporen en verhelpen met de
systeemuitvoer (Scherm 37)
Vanuit het Startscherm Instellingen (scherm 17) met
probleemoplossing actief drukt u
verhelpen van storingen met systeemuitvoer (scherm 37)
weer te geven. Er wordt een X in het vak weergegeven
om de elektrische Aan-status aan te geven voor de
doseerventielen (B en A1, A2 en A3),
oplosmiddelventielen (B en A), de pistooltrekker en
het alarm. Druk op
starten. Er verschijnt een tweede reeks selectievakjes.
Bedien handmatig de ventielen, het alarm of de
pistooltrekker. Bij correct functionerende componenten
wordt er bij het bedienen een X in het overeenkomstige
tweede vak weergegeven. Druk op
Geforceerde modus te verlaten. U verlaat de
Geforceerde modus ook wanneer u naar een ander
scherm gaat.
Doseer-
ventielen
Start geforceerde modus
Stop geforceerde modus
A
. 51. Storingen opsporen en verhelpen met de
FB
systeemuitvoer (Scherm 37)
op om Opsporen en
om de Geforceerde modus te
om de
Oplos-
middel-
ventielen
Pistool-
trekker
Alarm
3A1675N