Advertenties
Menu's met instellingen
De instellingen van het instrument zijn op onderwerp ingedeeld in een menusysteem. Zo kan de
veiligheidsexpert eerst het relevante menu/onderwerp (zoals alarmen) kiezen en vervolgens de
beschikbare instellingen in dat menu bekijken en eventueel bewerken/aanpassen. De tabel hieronder geeft
een overzicht van de instellingen die in elk menu beschikbaar zijn. Verderop in het hoofdstuk worden de
beschikbare opties voor elke instelling (per menu) verder toegelicht, zodat u de juiste instellingen voor uw
toepassingen kunt kiezen.
Tabel 4.1 Menu's met instellingen
Menunummer en onderwerp
1.0
Onderhoud
2.0
Opstarten
3.0
Werking
4.0
Alarm
5.0
Sensor
6.0
Administrator
(Beheer)
7.0
Draadloos
Overzicht instellingen
Het onderhoudsmenu is hoofdzakelijk bedoeld om de veiligheidsexpert toegang te
verlenen tot de onderhoudsprocedures (hulpprogramma's). Daarnaast zijn er menu-
opties zoals NFC en Bluetooth-instellingen, die nodig zijn voor een instrument dat
respectievelijk gebruik maakt van iAssign®-accessoires of instrumentgegevens naar
de iNet Now Sync App gaat sturen.
Met deze instellingen kan de veiligheidsexpert alle gebruikers al dan niet toegang
verschaffen tot de opstartprocedure en uiteenlopende functies en toewijzingen. De
toegang wordt voor elk item afzonderlijk ingesteld.
Met het menu Werking kan de veiligheidsexpert gebruikers al dan niet toegang
geven (terwijl het instrument in werking is) tot hulpprogramma's en
onderhoudstatusinformatie. De toegang wordt voor elk item afzonderlijk ingesteld. De
expert kan hier ook het gebruik van iAssign-tags tijdens bedrijf toestaan of verbieden.
Met de alarminstellingen kan de veiligheidsexpert de waarden instellen voor elke
gasgebeurtenis die een alarm van het instrument activeert.
Ook kan de expert toestaan of verbieden dat het instrument tijdens een alarm wordt
uitgeschakeld of andere keuzes maken omtrent alarm- en waarschuwingsgerelateerd
gedrag van het instrument.
Met de sensorinstellingen kan de veiligheidsexpert basisinformatie bekijken over de
geïnstalleerde sensoren en instellingen veranderen met betrekking tot de kalibratie-
en bumptesthulpprogramma's.
Met de Administrator-instellingen kan de veiligheidsexpert belangrijke aspecten van
de communicatie tussen het instrument en de gebruiker regelen. Er kan bijvoorbeeld
een veiligheidscode worden ingesteld, zodat bepaalde instellingen niet voor alle
gebruikers toegankelijk zijn.
De veiligheidsexpert kan ook de taal van het scherm, waarschuwingen in verband
met onderhoud en andere items instellen.
Met de instellingen onder Draadloos kan de veiligheidsexpert LENS Wireless in- of
uitschakelen en de instellingen kiezen voor gegevensversleuteling en
waarschuwingen in verband met LENS-groepen. De draadloze communicatiefunctie
voor een wifi- of mobiele batterij kan worden in- of uitgeschakeld. Als deze is
ingeschakeld, kan men bovendien een interval instellen voor de verzending van niet-
kritieke berichten naar iNet.
62
Advertenties
